| Publicatienummer: | P.B. 2025, no. 105 (Geconsolideerde Tekst) |
| Categorie: | Geconsolideerde Tekst Landsverordening |
| Ministerie: | Sociale Ontwikkeling, Arbeid & Welzijn |
| Datum ondertekening: | 03-07-2025 |
| Datum inwerktreding: | 07-01-2002 |
| Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK XI Arbeid)
|
LANDSBESLUIT van de 3de juli 2025, no. 25/1661, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening arbeid vreemdelingen
| Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum ingetrokken | Betreft | Vindplaats | Zittingsjaar |
| 7 januari 2002 | n.v.t. | n.v.t. | Geconsolideerde tekst | P.B. 2025, no. 105 (GT) | n.v.t. |
Hoofdstuk I. Begripsbepalingen
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde wordt verstaan onder:
a. minister: de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn;
b. werkgever:
1°. degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten;
of
2°. de natuurlijke persoon die een ander huishoudelijke of persoonlijke diensten laat verrichten;
c. tewerkstellingsvergunning: de vergunning welke de werkgever moet aanvragen bij de minister voor het laten verrichten van arbeid door een vreemdeling;
d. verblijfsvergunning: de vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Landsverordening toelating en uitzetting;
e. vreemdeling: een persoon die op grond van de bepalingen van de Landsverordening toelating en uitzetting hetzij van rechtswege toelating heeft tot verblijf in Curaçao, hetzij voor toelating een verblijfsvergunning behoeft.
Hoofdstuk II. De tewerkstellingsvergunning
§ 1. Algemene bepalingen
Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling:
a. die ingevolge artikel 3, onderdelen a, b, c, d, e, g, h en i, van de Landsverordening toelating en uitzetting van rechtswege toelating tot verblijf in Curaçao heeft;
b. die ingevolge artikel 3, onderdeel f, van de Landsverordening toelating en uitzetting van rechtswege toelating tot verblijf in Curaçao heeft, tenzij bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, om redenen van economisch belang van Curaçao een regeling wordt getroffen krachtens welke een tewerkstellingsvergunning wordt vereist;
c. ten aanzien van wie, ingevolge bepalingen vastgesteld bij overeenkomsten met andere mogendheden dan wel bij een voor Curaçao verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, een tewerkstellingsvergunning niet mag worden verlangd;
d. die beschikt over een door of namens de Minister van Justitie afgegeven verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid als zelfstandige in Curaçao, voor zover deze vreemdeling arbeid verricht als zelfstandige;
e. die behoort tot een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen categorie functies.
§ 2. Het aanvragen van de tewerkstellingsvergunning
1. Een tewerkstellingsvergunning wordt aangevraagd door de werkgever.
2. De aanvraag wordt ingediend bij de vergunningverlenende autoriteit.
3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald welke gegevens bij de aanvraag van een tewerkstellingsvergunning moeten worden verstrekt en welke bewijsstukken daarbij moeten worden overgelegd. Tot deze gegevens dan wel bewijsstukken behoort in ieder geval de overeenkomst tot het verrichten van arbeid die met betrokken vreemdeling zal worden aangegaan.
4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld betreffende de voor de aanvrage van een tewerkstellingsvergunning verschuldigde vergoeding, de gevallen waarin daarvan ontheffing kan worden verleend en de wijze waarop het verschuldigde bedrag wordt geïnd.
5. Een aanvraag wordt niet in behandeling genomen:
a. zolang de krachtens het derde lid vereiste gegevens of bewijsstukken niet of niet volledig zijn verstrekt onderscheidenlijk overgelegd;
b. zolang de in het vierde lid, bedoelde verschuldigde vergoeding niet is voldaan;
c. indien het een arbeidsplaats betreft waarvan de beschikbaarheid niet tenminste vijf weken vóór het indienen van de aanvraag aan de vergunningverlenende autoriteit is gemeld.
6. Indien het vijfde lid van toepassing is, wordt het aanvraagformulier en de daarbij overgelegde bescheiden aan de aanvrager teruggezonden onder schriftelijke mededeling van de reden waarom de aanvraag niet in behandeling wordt genomen.
7. De tewerkstellingsvergunning vermeldt de naam en de plaats van vestiging van de werkgever, de persoonsgegevens van de vreemdeling, de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning, alsmede een omschrijving van de aard en de plaats van de door de vreemdeling te verrichten arbeid.
8. Op een aanvraag wordt uiterlijk binnen zes weken na ontvangst beslist.
§ 3. Beperkingen en voorschriften
1. Een tewerkstellingsvergunning kan onder beperkingen worden verleend.
2. Aan een tewerkstellingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden. De voorschriften strekken ertoe dat:
a. de werkgever inspanningen pleegt arbeidsplaatsen te doen vervullen door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;
b. door de werkgever in de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhouding of arbeidsomstandigheden voor de vervulling van arbeidsplaatsen door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn, gelegen beletselen worden opgeheven.
§ 4. Geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning
Een tewerkstellingsvergunning wordt voor bepaalde of onbepaalde tijd afgegeven.
§ 5. Het weigeren van de tewerkstellingsvergunning
1. Een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd:
a. indien voor het doen verrichten van de arbeid waarop de tewerkstellingsvergunning betrekking heeft arbeidskrachten op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;
b. indien in de overeenkomst tot het verrichten van arbeid waarop de tewerkstellingsvergunning betrekking heeft een beding is opgenomen dat in strijd is met een landsverordening of een landsbesluit, houdende algemene maatregelen;
c. indien het een arbeidsplaats betreft die behoort tot een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen categorie van arbeid, waarvan het niet in het belang van Curaçao is deze door vreemdelingen te laten verrichten;
d. indien deze een vreemdeling betreft die gehandeld heeft in strijd met de bij of krachtens de Landsverordening toelating en uitzetting gegeven regels;
e. indien niet voldaan is aan de in de artikel 4, eerste lid, onder ten eerste, onderdeel f, van het Toelatingsbesluit gestelde voorwaarde;
f. op andere bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen gronden.
2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan ten behoeve van de bevordering van internationale handelscontacten en in het kader van scholing en opleiding worden afgeweken van het eerste lid, onder a.
Een tewerkstellingsvergunning kan worden geweigerd:
a. indien de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben verricht de arbeidsplaats te doen vervullen door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;
b. indien er in de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhouding of arbeidsomstandigheden beletselen zijn gelegen voor vervulling van de arbeidsplaats door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn;
c. indien voorzienbaar is dat binnen een redelijke termijn voor de desbetreffende arbeidsplaats lokale arbeidkrachten beschikbaar zullen komen;
d. wegens het niet in acht nemen van een beperking waaronder een eerdere vergunning is verleend of wegens het niet naleven van een daaraan verbonden voorschrift.
e. op andere bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen gronden.
§ 6. Het intrekken van de tewerkstellingsvergunning
Een tewerkstellingsvergunning wordt ingetrokken:
a. indien de voor verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn geweest, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
b. indien blijkt dat aan de vreemdeling verder verblijf in Curaçao is geweigerd;
c. indien de vreemdeling wordt ontslagen;
d. indien de werkgever in staat van faillissement wordt verklaard.
Onverminderd het bepaalde in artikel 10 kan intrekking van een tewerkstellingsvergunning slechts geschieden wegens het niet in acht nemen van een beperking waaronder de vergunning is verleend, of wegens het niet naleven van een daaraan verbonden voorschrift.
Hoofdstuk III. Bezwaar
(vervallen)
Hoofdstuk IV. Toezicht en opsporing
1. Voor zover zulks voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is, zijn de toezichthoudende ambtenaren bevoegd:
a. inlichtingen te verlangen;
b. inzage te verlangen van zakelijke gegevens en bescheiden;
c. kopieën te maken van de in onderdeel b bedoelde gegevens en bescheiden.
2. Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden zijn de toezichthoudende ambtenaren bevoegd de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hen afgegeven schriftelijk bewijs.
Hoofdstuk V. Strafbepalingen
Hoofdstuk VI. Bijzondere bepalingen
Indien een werkgever een vreemdeling arbeid doet verrichten in strijd met het bepaalde in artikel 2, eerste lid, wordt de vreemdeling vermoed gedurende tenminste zes maanden werkzaam te zijn voor die werkgever tegen een beloning en een arbeidsduur die in de betreffende bedrijfstak gebruikelijk is.
Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen
(vervallen)
(vervallen)
(vervallen)
Deze landsverordening wordt aangehaald als: Landsverordening arbeid vreemdelingen.