Bioscoopverordening Curaçao 1952
Bioscoopverordening Curaçao 1952
| Publicatienummer: |
P.B. 2024, no. 128 (Geconsolideerde Tekst)
|
| Categorie: |
Geconsolideerde Tekst
Landsverordening
|
| Ministerie: |
Economische Ontwikkeling |
| Datum ondertekening: |
12-09-2024 |
| Datum inwerktreding: |
01-05-1953
|
| Geregistreerd in: |
|
LANDSBESLUIT van de 12de september 2024, no. 24/2060, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Bioscoopverordening Curaçao 1952
| Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht tot en met |
Datum ingetrokken |
Betreft |
Vindplaats |
Zittingsjaar |
| 01-05-1953 |
n.v.t. |
n.v.t. |
Geconsolideerde tekst |
P.B. 2024, no. 128 (GT) |
n.v.t. |
De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder
Artikel 1
- Het is verboden het geven van openbare bioscoopvoorstellingen te ondernemen, dan wel een of meer openbare voorstellingen te geven, tenzij de Minister van Economische Ontwikkeling een daartoe strekkende schriftelijke vergunning heeft verleend. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden.
- Deze vergunning wordt niet vereist voor:
a. openbare bioscoopvoorstellingen ten dienste van door de Minister van Economische Ontwikkeling aangewezen inrichtingen van onderwijs;
b. openbare bioscoopvoorstellingen, waarbij uitsluitend films worden vertoond betreffende onderwerpen van wetenschap, nijverheid, landbouw en handel, welke als zodanig door de commissie, bedoeld in artikel 13, zijn goedgekeurd.
- Het bepaalde in het voorgaande lid blijft buiten toepassing en de aldaar bedoelde voorstellingen worden geacht zonder vergunning te zijn gegeven, indien de plaats, waar de in het vorige lid bedoelde voorstellingen worden gegeven, niet voldoet aan de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen eisen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid.
Artikel 2
- De vergunning, bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt schriftelijk aangevraagd voor een daarbij omschreven plaats. Bij de aanvrage kiest de belanghebbende voor de gehele behandeling daarvan een bepaalde woonplaats in Curaçao.
- De aanvrager verstrekt zoveel mogelijk de van hem door of vanwege de Minister van Economische Ontwikkeling gevraagde inlichtingen en bescheiden.
- Binnen twee maanden wordt op de aanvraag schriftelijk beschikt.
Artikel 3
- Een besluit tot verlening van de vergunning houdt in een omschrijving van de plaats, waar de voorstellingen zullen worden gegeven.
- De schriftelijke vergunning wordt ingericht naar een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen model.
- De vergunning geldt voor de rechtverkrijgenden van de vergunninghouder, indien zij het bedrijf voortzetten, gedurende drie maanden nadat het recht is overgegaan of indien zij binnen die tijd vergunning hebben aangevraagd, totdat de beschikking op hun aanvraag onherroepelijk is geworden.
Artikel 4
- De vergunning wordt geweigerd:
a. indien de plaats, waar de voorstellingen zullen worden gegeven, niet voldoet aan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen eisen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid;
b. indien nog geen vijf jaren zijn verstreken sedert een aan de aanvrager ingevolge deze verordening verleende vergunning is ingetrokken.
- De vergunning kan worden geweigerd:
a. in het algemeen belang;
b. indien gegronde vermoedens bestaan, dat de aanvrager de bepalingen, bij of krachtens deze verordening vastgesteld, niet zal nakomen.
Artikel 5
- Een besluit tot weigering van de vergunning vermeldt de gronden, waarop deze weigering berust.
- Het wordt niet genomen, dan nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld om door of vanwege de Minister van Economische Ontwikkeling te worden gehoord.
- (vervallen)
Artikel 6
De houder van de vergunning is verplicht te zorgen:
a. dat de bepalingen, bij of krachtens deze verordening vastgesteld, voor zover hem betreft, worden nagekomen;
b. dat de exploitatie van zijn bedrijf niet geschiedt in strijd met de goede zeden of de openbare orde;
c. dat geen andere afbeeldingen ter reclame voor films worden vertoond dan die, welke vooraf door de commissie, bedoeld in artikel 13, zijn toegelaten;
d. dat de schriftelijke vergunning, benevens alle bescheiden betrekking hebbende op de nader in deze verordening genoemde keuring van de voor openbare vertoning bestemde films, op aanvraag worden vertoond aan elk van de ambtenaren, bedoeld in artikel 26 en dat deze ambtenaren, alle door dezen gewenste inlichtingen, betreffende de vertoning van de films, worden gegeven.
Artikel 7
De volgende rechten zijn verschuldigd:
| A. |
Voor een vergunning, geldig voor een bepaalde tijd en voor een bepaald aantal voorstellingen per voorstelling |
NAf 2,50 |
| B. |
Voor een vergunning, geldig voor onbepaalde tijd en voor:
a. niet meer dan drie voorstellingen per week, per maand
|
NAf 7,50
|
b. meer dan drie doch niet meer dan zes voorstellingen
per week, per maand |
NAf 15,- |
| C. |
Voor een vergunning, geldig voor onbepaalde tijd, voor een bepaaldelijk aangewezen inrichting en voor:
a. meer dan zes, doch niet meer dan tien voorstellingen per week, per maand
|
NAf 30,-
|
| b. meer dan tien, doch niet meer dan vijftien voorstellingen per week, per maand |
NAf 50,-
|
| c. meer dan vijftien, doch niet meer dan twintig voorstellingen per week, per maand |
NAf 60,- |
| D. |
In het geval dat een vergunning voor een bepaalde tijd is verleend, en in een bepaalde week meer voorstellingen zullen worden gegeven dan waarvoor deze vergunning geldt, is voor de vergunning, af te geven voor de extra voorstellingen, een recht van NAf 5,— per voorstelling verschuldigd. |
|
Artikel 7A
- De rechten, bedoeld in artikel 2, onder A en D, zijn bij vooruitbetaling verschuldigd door degene die de vergunning vraagt.
- De rechten, bedoeld in artikel 2, sub B en C, zijn door de vergunninghouder verschuldigd vóór de tiende van de maand en onmiddellijk invorderbaar.
- De Minister van Economische Ontwikkeling kan vorderen, dat tot zekerheid van de voldoening van deze rechten een waarborgsom in de kas van het land wordt gestort.
Artikel 8
Bij gebleken wenselijkheid, kunnen de krachtens artikel 4, lid 1, sub a gestelde eisen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid worden gewijzigd. De Minister van Economische Ontwikkeling zendt hiervan schriftelijk bericht aan de houder van de vergunning, met bepaling van een termijn, waarbinnen door deze aan de gewijzigde eisen zal moeten zijn voldaan.
Schorsing en intrekking van de vergunning
Artikel 9
De Minister van Economische Ontwikkeling zendt een schriftelijke waarschuwing aan de houder van een vergunning, indien enige ingevolge deze verordening of ingevolge de hem verleende vergunning op hem rustende verplichting niet is nagekomen, of indien de plaats, waar de voorstellingen worden gehouden, niet voldoet aan de gestelde eisen van veiligheid, gezondheid en zedelijkheid.
Artikel 10
- De vergunning kan door de Minister van Economische Ontwikkeling voor de tijd van ten hoogste zes maanden worden geschorst indien aan de waarschuwing, bedoeld bij artikel 9, binnen een door de Minister van Economische Ontwikkeling te bepalen termijn niet is voldaan, of indien na het zenden van de waarschuwing binnen een tijdsverloop van vijf jaren er andermaal termen zijn voor toepassing van artikel 9.
- Het besluit tot schorsing wordt niet genomen, dan nadat de houder van de vergunning in de gelegenheid is gesteld om door of vanwege de Minister van Economische Ontwikkeling te worden gehoord.
- De Minister van Economische Ontwikkeling kan in dringende gevallen het besluit tot schorsing bij voorraad uitvoerbaar verklaren.
Artikel 11
- De vergunning kan door de Minister van Economische Ontwikkeling worden ingetrokken:
a. indien omstandigheden zich voordoen, op grond waarvan, indien zij vroeger bekend of te duchten waren geweest, de vergunning zou zijn geweigerd;
b. indien blijkt, dat er binnen vijf jaren na de waarschuwing, bedoeld in artikel 9, of de schorsing, bedoeld in artikel 10, andermaal termen zouden zijn voor toepassing van een van deze artikelen.
- Het besluit tot intrekking wordt niet genomen, dan nadat de houder van de vergunning in de gelegenheid is gesteld om door of vanwege de Minister van Economische Ontwikkeling te worden gehoord.
- De Minister van Economische Ontwikkeling kan in dringende gevallen het besluit tot intrekking bij voorraad uitvoerbaar verklaren.
Artikel 12
Een besluit tot schorsing of intrekking van de vergunning vermeldt de gronden, waarop de schorsing of intrekking berust.
Keuring en herkeuring
Artikel 13
- Er bestaat een commissie voor de keuring van films.
De leden worden door de Minister van Economische Ontwikkeling voor de tijd van twee jaar benoemd.
- Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden geregeld: de samenstelling, de taak, en de werkwijze van de commissie, bedoeld in het vorige lid, alsmede de eventuele geldelijke vergoeding toe te kennen aan de leden van die commissie.
Artikel 14
- In het openbaar worden geen films vertoond dan indien en voor zover zij door de keuringscommissie, als niet in strijd met de goede zeden of de openbare orde, voor openbare vertoning zijn toegelaten.
- Bij openbare bioscoopvoorstellingen worden geen films vertoond dan indien en voor zover de keuringscommissie die toelaatbaar heeft bevonden voor het vertonen aan:
a. alle personen, ongeacht de leeftijd;
b. personen boven de leeftijd van veertien jaren of
c. personen boven de leeftijd van achttien jaren.
- Het is aan personen van achttien jaren of ouder, die vergezeld zijn van kinderen beneden de leeftijd van achttien jaren, verboden met deze kinderen, een openbare bioscoopvoorstelling te bezoeken, indien tijdens die voorstelling een film zal worden vertoond, die door de keuringscommissie ontoelaatbaar is bevonden voor kinderen van de leeftijd van het betrokken kind.
4. De keuringscommissie kan een film, die in een openbare bioscoopvoorstelling zal worden getoond, toelaten onder de voorwaarde dat zij voor elke kunne afzonderlijk wordt gedraaid.
Artikel 15
- De houder van de vergunning kan de Minister van Economische Ontwikkeling herkeuring van een film verzoeken, indien en voor zover de film niet door de keuringscommissie voor openbare vertoning is toegelaten.
- De herkeuring geschiedt binnen twee maal vierentwintig uren na de aanvrage door of namens de Minister van Economische Ontwikkeling. Hij, die de herkeuring verricht, kan zich daarbij door een of meer personen later bijstaan.
Artikel 16
- Op duidelijk waarneembare wijze wordt aan de ingang van de plaats, waar de voorstelling gegeven wordt, vermeld voor welke personen naar onderscheiding van leeftijd en -zo nodig- van kunne de voorstelling toegankelijk is.
- Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op de openlijke aankondiging van de voorstelling.
Artikel 17
- Indien van de openbare vertoning van een door de keuringscommissie toegelaten film stoornis van de openbare orde is te duchten, is de minister van Justitie of een door hem aan te wijzen ambtenaar bevoegd de openbare vertoning van zulk een film te verbieden.
- De Minister van Economische Ontwikkeling is bevoegd om andere redenen de openbare vertoning van een door de keuringscommissie toegesloten film te verbieden, na daaromtrent overleg te hebben gepleegd met die commissie.
Algemene bepalingen
Artikel 18
- Hij, die in strijd handelt met, of niet nakomt de voorwaarden, verbonden aan een vergunning, als bedoeld in artikel 1 eerste lid, wordt geacht gehandeld te hebben zonder vergunning.
- Onder handelen wordt in dit artikel tevens begrepen nalaten.
Strafbepalingen
Artikel 19
Overtreding van artikel 1, eerste en derde lid, artikel 6, artikel 14 eerste lid en artikel 17 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste drie duizend gulden.
Artikel 20
Overtreding van artikel 14, tweede en derde lid, en het niet voldoen aan de voorwaarde, als bedoeld in artikel 14, vierde lid, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden.
Artikel 21
Indien een overtreding wordt begaan door of vanwege een naamloze vennootschap, een coöperatieve of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of een stichting, wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de leden van het bestuur. Geen straf wordt uitgesproken tegen de bestuurder, van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is geschied.
Artikel 22
Indien tijdens het plegen van een overtreding als bedoeld in artikel 14, vierde lid, nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan de in artikel 20 bedreigde straf worden verdubbeld.
Artikel 23
De voorwerpen, waarmee het feit is gepleegd, kunnen, voor zover zij de veroordeelde toebehoren, bij veroordeling wegens overtreding van het bepaalde in artikel 6, sub c en artikel 14, eerste lid, worden verbeurd verklaard.
Artikel 24
De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten worden als overtredingen beschouwd.
Artikel 25
- Met het toezicht op de naleving van de bepalingen van en het opsporen van de feiten bij deze verordening strafbaar gesteld zijn belast de ambtenaren, genoemd in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering.
- Zij hebben te allen tijde vrije toegang tot alle plaatsen, waar redelijkerwijze vermoed kan worden, dat in strijd met deze verordening wordt gehandeld.
- Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die zo nodig met inroeping van de sterke arm.
- Is de plaats tevens een woning, of alleen door een woning toegankelijk, dan treden zij deze tegen de wil van de bewoner niet binnen dan in het bijzijn van een hulpofficier van Justitie. Van dit binnentreden wordt door de hulpofficier proces-verbaal opgemaakt en binnen twee maal vierentwintig uren aan degene, wiens woning is binnengetreden, in afschrift medegedeeld.
Artikel 26
Nadere bepalingen, welke ter uitvoering van deze verordening nodig blijken, worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.
Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 27
Deze verordening kan worden aangehaald als “Bioscoopverordening Curaçao 1952”.