| Publicatienummer: | P.B. 2013, no. 3 |
| Categorie: | Landsverordening |
| Ministerie: | Gezondheid, Milieu & Natuur |
| Datum ondertekening: | 30-01-2013 |
| Datum inwerktreding: | 01-09-2015 |
| Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK XII Maatschappelijke zorg; verzekeringswezen)
|
LANDSVERORDENING van de 30ste januari 2013 houdende een wettelijke voorziening ter verzekering van kosten ingeval van ziekte (Landsverordening basisverzekering ziektekosten)
| Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum ingetrokken | Betreft | Vindplaats | Zittingsjaar |
| 03-09-2016 | 01-01-2016 | n.v.t. | art XVI (nieuwe 6.8. lid 7 (nieuw)) | P.B. 2016, no. 37 | 2015–2016-093 |
| 01-01-2015 | n.v.t. | n.v.t. | art 1, onderdeel o | P.B. 2014, no 115 | 2014–2015-061 |
| 01-11-2015
01-01-2015 – art. I, onderdeel A en onderdeel F, onder 1, 4, 6, 7 en 8 |
n.v.t. | n.v.t. | artt. 1, 2.1, 3.1 eerste lid, 5.1, 5.5 (nieuw)., 6.2, 6.3, 6.5, 6.6,6.9, 6.10 en 8.1 | P.B. 2014, no. 94 | 2014–2015-56 |
| 01-02-2013
01-09-2015 – artt. 11.1, onderdelen a, b en d, 11.6, onderdeel D, en 11.7, onderdeel D |
n.v.t. | n.v.t. | Nieuwe regeling | P.B. 2013, no. 3 | 2012-2013-025 |
Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. de Minister : de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur;
b. de Uitvoeringsorganisatie : de organisatie of instantie die belast is met de uitvoering van deze landsverordening, bedoeld in artikel 4.1, eerste lid;
c. het Fonds : het fonds, bedoeld in artikel 6.1, eerste lid;
d. de Beheersorganisatie : de organisatie of instantie die belast is met het beheer van het Fonds, bedoeld in artikel 6.1, derde lid;
e. het Land : de openbare rechtspersoon het land Curaçao;
f. ingezetene : degene die blijkens inschrijving krachtens een rechtsgeldige verblijfstitel in het bevolkingsregister is opgenomen en metterwoon in Curaçao is gevestigd;
g. verzekerde : degene die ingevolge deze landsverordening of de daarop berustende bepalingen verzekerd is;
h. zorgaanbieder : een individuele medische beroepsbeoefenaar, een samenwerkingsverband van medische beroeps-beoefenaren, voor zover deze een duurzame economische eenheid vormen, of een zorginstelling, waarmee de Uitvoeringsorganisatie een zorgcontract heeft gesloten;
i. zorgcontract : een overeenkomst als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid;
j. medisch adviseur : de medisch beroepsbeoefenaar die door de Uitvoeringsorganisatie is aangewezen om als zodanig op te treden bij de uitvoering van deze landsverordening;
k. medisch adviescollege : het college, bedoeld in artikel 8.1, eerste lid.
l. inhoudingsplichtige : degene die voor wat betreft de inkomensafhankelijke premie de afdracht op aangifte doet als bedoeld in artikel 6.8, eerste lid;
m. inkomensafhankelijke premie : de premie bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, onder a;
n. (vervallen)
o. inkomen : het inkomen, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 met uitzondering van rente waarover rentebelasting wordt geheven als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening regelende de inhouding van de inkomstenbelasting op rente-inkomen.
Onverminderd de verplichting tot geheimhouding, bedoeld in artikel 10.1, worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, voor wat betreft het gebruik en beheer van de voor deze landsverordening relevante gegevens, regels gesteld met het oog op bescherming van persoonsgegevens en medische gegevens.
Hoofdstuk 2
Kring van verzekerden
1. Verzekerd ingevolge deze landsverordening is degene, die ingezetene is.
2. In afwijking van het eerste lid zijn niet verzekerd de navolgende categorieën:
a. zij die bij inwerkingtreding van deze landsverordening tegen ziektekosten bij een verzekeringsbedrijf als bedoeld in de Landsverordening Toezicht verzekeringsbedrijf2 of een buitenlands verzekeringsbedrijf met wereldwijde dekking tegen ziektekosten verzekerd zijn, alsmede de met hen meeverzekerde gezinsleden en nagelaten betrekkingen, mits die verzekeringen minstens dezelfde dekking bieden als bij of krachtens deze landsverordening bepaald;
b. zij die werkzaam zijn bij een hier te lande gevestigd bedrijf ten aanzien waarvan de Minister ingevolge het ten tijde van de inwerkingtreding van deze landsverordening geldende artikel 9, eerste lid, van de Landsverordening Ziekteverzekering3 , heeft bepaald dat de werknemer, tegenover de werkgever recht heeft op tegemoetkoming als bedoeld in die landsverordening, alsmede de met hen meeverzekerde gezinsleden en nagelaten betrekkingen, mits die verzekeringen minstens dezelfde dekking bieden als bij of krachtens deze landsverordening bepaald;
c. personen, bedoeld onder a, b, en f, die na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd verzekerd kunnen blijven krachtens de voor hen door hun voormalige werkgever getroffen voorzieningen tegen ziektekosten, alsmede de met hen meeverzekerde gezinsleden en nagelaten betrekkingen indien dezen ook vallen onder voormelde verzekering, mits die verzekeringen minstens dezelfde dekking bieden als bij of krachtens deze landsverordening bepaald;
d. zij die op grond van voor het Land uit internationale overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen, vrijgesteld zijn van de deelname aan de sociale verzekeringen;
e. zij die buiten Curaçao een dienstverband hebben met een elders in het Koninkrijk gevestigde rechtspersoon en daaruit een inkomen genieten en die kunnen aantonen dat zij verzekerd zijn tegen ziektekosten;
f. personen die niet zonder een vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf in Curaçao worden toegelaten, als bedoeld in artikel 6 van de Landsverordening Toelating en Uitzetting;
a. g. minderjarige kinderen die op of na 1 februari 2013 geboren zijn uit een ouder die behoort tot één van de categorieën niet verzekerden vallende onder het tweede lid, onder a, voor zover de particuliere verzekering die kinderen met de ouder meeverzekert.;
3. In afwijking van het tweede lid, zijn de gewezen leden en leden van de Staten alsmede gewezen ministers en ministers verzekerd conform het bepaalde in deze landsverordening.
4. Indien de Uitvoeringsorganisatie van oordeel is dat een persoon al dan niet verzekerd is in de zin van dit artikel en dat oordeel op enigerlei wijze wordt betwist, neemt de Uitvoeringsorganisatie een beslissing over het al dan niet verzekerd zijn. De betrokkene dient binnen de eerste drie maanden van elk kalenderjaar aan te tonen dat hij al dan niet verzekerd is. De Uitvoeringsorganisatie neemt die beslissing niet eerder dan nadat de betrokkene gelegenheid is gegeven om aan te tonen dat hij al dan niet verzekerd is. Onverminderd de vorige volzinnen van dit artikellid, geeft de Uitvoeringsorganisatie op verzoek van degene die kan aantonen op grond van dit artikel niet verzekerd te zijn, een verklaring af van het niet verzekerd zijn.
5. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan gehoord de Uitvoeringsorganisatie, in afwijking van het eerste lid, uitbreiding of beperking worden gegeven aan de kring van verzekerden en kunnen nadere regels worden gesteld.
6. Een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als bedoeld in het vijfde lid wordt aan de Staten overgelegd. Het treedt in werking op een tijdstip dat bij landsbesluit wordt vastgesteld, nadat zes weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door de Staten de wens te kennen wordt gegeven dat de uitbreiding of beperking bij landsverordening wordt goedgekeurd. In dat geval wordt een daartoe strekkende ontwerp-landsverordening zo spoedig mogelijk aan de Staten aangeboden.
Hoofdstuk 3
Verstrekkingen
1. De verzekerde heeft aanspraak op de volgende verstrekkingen:
a. huisartsenzorg;
b. tandheelkundige zorg
c. eerstelijns psychologische zorg;
d. medisch-specialistische zorg en ziekenhuiszorg;
e. paramedische zorg;
f. laboratoriumonderzoek;
g. farmaceutische zorg;
h. kunst- en hulpmiddelenzorg;
i. verloskundige zorg en kraamzorg;
j. vervoer in verband met het ontvangen van zorg;
k. medische uitzendingen voor zorg die hier te lande niet verleend wordt;
l. thuiszorg;
m. geïndiceerde en zorggerelateerde preventie ter voorkoming van complicaties van diabetes, hypertensie, hart- en vaatziekten, obesitas en astma/COPD;
n. selectieve preventie zoals individueel gerichte onderzoeken en interventies in het verlengde van de eerste lijnzorg.
2. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt de aard van de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, geregeld en kunnen aan het tot gelding brengen van de aanspraken voorwaarden worden gesteld.
3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan als voorwaarde voor het tot gelding brengen van aanspraken worden bepaald dat de verzekerde aan de zorgaanbieder een bijdrage in de kosten betaalt. Bij bedoeld landsbesluit kan tevens worden bepaald dat bij wijze van eigen risico, een bij dat landsbesluit te bepalen bedrag aan kosten van verstrekkingen bij de verzekerde in rekening wordt gebracht, in welk geval in het landsbesluit ook wordt geregeld de wijze waarop het eigen risico in rekening wordt gebracht en de wijze waarop met betrekking tot het eigen risico een administratie wordt gevoerd.
4. De in het derde lid bedoelde bijdrage en het in dat lid bedoelde eigen risico kunnen verschillen naar gelang de op grond van leeftijd of financiële draagkracht af te bakenen groep waartoe een verzekerde behoort en de verstrekking waarop die bijdrage en dat eigen risico betrekking hebben.
5. Geen aanspraak op verstrekkingen bestaat voor zover de kosten daarvan worden gedekt op grond van de Landsverordening Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten of op grond van de Landsverordening Ongevallenverzekering.
1. Onverminderd de in deze landsverordening geregelde basisverzekering, kan de Uitvoeringsorganisatie aanvullende voorzieningen die uitgaan boven het verstrekkingenpakket ingevolge deze landsverordening aanbieden tegen door hen ter zake vast te stellen tarieven. De Uitvoeringsorganisatie handelt hierbij in overeenstemming met door de Minister te stellen regels.
2. Voor zover het Land als werkgever van oordeel is dat diens ambtenaren en de met dezen gelijkgestelden recht hebben op aanvullende voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, wordt zulks tezamen met daarop betrekking hebbende voorwaarden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgelegd. In dit landsbesluit wordt tevens bepaald op welke groepen verzekerden met een vergelijkbare rechtspositie als die van de ambtenaren en onder welke voorwaarden de aanvullende voorziening van toepassing is.
Hoofdstuk 4
Uitvoeringsorganisatie
De Uitvoeringsorganisatie zendt jaarlijks vóór 1 april aan de Minister ter goedkeuring een overzicht van geraamde kosten, investeringen en middelen verband houdende met de uitvoering van deze landsverordening in het daaropvolgende jaar.
1. De Uitvoeringsorganisatie zendt jaarlijks vóór 1 juli aan de Minister ter goedkeuring de rekening over het voorafgaande jaar met een daarbij behorende toelichting.
2. Een door de Minister aangewezen externe deskundige als bedoeld in artikel 121, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, is belast met de controle van de jaarrekening. De kosten daarvan komen ten laste van het Fonds. Artikel 121, eerste lid, tweede volzin, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing.
3. Op de controle van de in het tweede lid bedoelde externe deskundige zijn van artikel 121 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek het derde lid, eerste volzin, het vierde lid en het vijfde lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing. De verklaring van de in het tweede lid bedoelde externe deskundige wordt tezamen met de jaarrekening en de toelichting daarop aan de Minister aangeboden.
4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld met betrekking tot:
a. het jaarlijks door de Uitvoeringsorganisatie op te maken overzicht van geraamde kosten, investeringen en middelen verband houdende met de uitvoering van deze landsverordening in het daaropvolgende jaar;
b. de jaarlijks op te maken jaarrekening over het voorafgaande jaar met een daarbij behorende toelichting.
Hoofdstuk 5
Geldend maken van aanspraken
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.4, eerste lid, kunnen verzekerden die reeds gediagnosticeerd zijn met een chronische ziekte en die reeds hiervoor bij of krachtens deze landsverordening in behandeling zijn, de nodige medische behandeling gedurende een tijdelijk verblijf in het buitenland voortzetten, mits:
a. het gaat om een chronische aandoening waarbij achterwege blijven van de behandeling levensbedreigend is voor de verzekerde;
b. het een behandeling betreft die door een medische zorgverlener moet worden verleend of waarbij de hulp van een medische zorgverlener noodzakelijk is; en
c. de Uitvoeringsorganisatie toestemming vooraf heeft verleend.
2. De voorzetting van de behandeling gedurende tijdelijk verblijf in het buitenland wordt tijdig door of namens de verzekerde aangevraagd bij de Uitvoeringsorganisatie. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een motivering van de lokale behandelende arts. Tevens dient een verklaring van de in het buitenland gevestigde medische zorgverlener te worden overgelegd waaruit blijkt dat de behandeling door de medische zorgverlener zal worden verleend en dat die medische zorgverlener de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de behandeling.
3. Alvorens een beslissing op de ingediende aanvraag te nemen, stelt de Uitvoeringsorganisatie vast of een indicatie als bedoeld in het eerste lid bestaat.
4. De Uitvoeringsorganisatie neemt zoveel mogelijk na overleg met de medische zorgverlener een beslissing op de in het tweede lid bedoelde aanvraag. Indien deze beschikking de toestemming van de Uitvoeringsorganisatie inhoudt, wordt bij de beslissing tevens aangegeven wie de verantwoordelijke medische zorgverlener zal zijn.
5. De Uitvoeringsorganisatie kan ingeval het eerste lid van toepassing is, slechts aangesproken worden voor een bedrag gelijk aan het maximale tarief dat geldt voor verstrekkingen die lokaal worden verricht. In het geval er geen lokaal tarief voorhanden is, wordt maximaal de helft van de buitenlandse nota vergoed.
Hoofdstuk 6
Dekking van de kosten
1. De middelen van het Fonds worden verkregen uit:
a. een inkomensafhankelijke premie te betalen door verzekerden;
b. vervallen
c. jaarlijks door het Land te verstrekken bijdragen,
d. overige inkomsten.
2. De hoogte van de jaarlijks verschuldigde inkomensafhankelijke premie wordt als een percentage vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, waarbij dat percentage verschillend kan zijn voor verschillende groepen verzekerden in verband met leeftijd, geringe omvang van het inkomen of soort inkomen. In dat landsbesluit wordt voor wat betreft het inkomen een ondergrens vastgesteld ter bepaling van het deel van het inkomen beneden die grens waarover geen inkomensafhankelijke premie verschuldigd is en een bovengrens ter bepaling van het deel van het inkomen boven die grens waarover geen inkomensafhankelijke premie verschuldigd is.
3. Voorts kan in het landsbesluit, bedoeld in het tweede lid, worden bepaald dat een deel van de inkomensafhankelijke premie niet verschuldigd is. 4. De hoogte van de landsbijdrage, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt vastgesteld in de jaarlijkse landsbegroting. Maandelijks wordt een twaalfde deel van die landsbijdrage, bij vooruitbetaling aan de Uitvoeringsorganisatie voldaan.
5. Artikel 6.3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de vaststelling bedoeld in het vierde lid.
1. Voor de kosten die ten behoeve van de verzekerde krachtens deze landsverordening zijn gemaakt is aansprakelijk jegens het Fonds te wiens laste die kosten komen:
a. degene, die naar burgerlijk recht aansprakelijk is jegens de verzekerde. Van degene die als vorenbedoeld jegens het Fonds aansprakelijk is, kan vergoeding worden gevorderd voor toekomstige te verwachten en voor terugkerende kosten in de vorm van betaling van een bedrag ineens.
b. de verzekerde wiens schade het gevolg is van handelen zijnerzijds in strijd met een wettelijk gebod of verbod. Van degene die als vorenbedoeld jegens het Fonds aansprakelijk is, kan vergoeding worden gevorderd voor toekomstige te verwachten en voor terugkerende kosten in de vorm van betaling van een bedrag ineens;
c. degene die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, aanspraken als verzekerde heeft doen gelden;
d. degene die, wetende of redelijkerwijs kan vermoeden dat betrokkene geen verzekerde is, medewerking verleent aan het toekennen van verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.1;
e. degene die de verplichtingen, bedoeld in artikel 5.2, vierde lid, tweede volzin, niet naleeft.
2. De Uitvoeringsorganisatie oefent haar vorderingrecht als bedoeld in het eerste lid uit, tenzij aanstonds duidelijk is dat de kosten van de incassering die ten laste van het Fonds zullen komen meer zullen bedragen dan de daaruit te verkrijgen opbrengsten.
3. De Uitvoeringsorganisatie komt het in het eerste lid, onder a, bedoelde vorderingsrecht toe tot ten hoogste het bedrag waarvoor de aansprakelijke, bij het ontbreken van de aanspraken krachtens deze landsverordening naar burgerlijk recht aansprakelijk zou zijn.
4. Van een ongeval dat tot kosten voor het Fonds heeft geleid, en waarvoor naar het oordeel van de verzekerde of de zorgaanbieder een derde naar burgerlijk recht aansprakelijk is of gesteld zou kunnen worden, doet de verzekerde alsmede de desbetreffende zorgaanbieder melding aan de Uitvoeringsorganisatie.
(vervallen)
De inkomensafhankelijke premie worden direct na de betaling daarvan rechtstreeks in het Fonds gestort.
Hoofdstuk 7
Zorgaanbieders
1. De Uitvoeringsorganisatie sluit voor de uitvoering van deze landsverordening met medische beroepsbeoefenaren en zorginstellingen een zorgcontract krachtens welke deze gelden als zorgaanbieder in de zin van deze landsverordening.
2. Een zorgcontract wordt voor ten hoogste twee jaar aangegaan. Na het verstrijken van de desbetreffende periode kan opnieuw een zorgcontract worden gesloten telkens voor ten hoogste twee jaar, indien de zorgaanbieder:
a. een daartoe strekkend verzoek aan de Uitvoeringsorganisatie heeft gedaan, en
b. de voorschriften van het aflopende zorgcontract zijn nageleefd.
3. Een zorgcontract wordt schriftelijk vastgelegd en houdt ten minste bepalingen in over:
a. het tijdstip waarop het van kracht wordt en de periode waarvoor het is aangegaan,
b. de soort hulp die verleend wordt en de kwaliteit van de hulpverlening,
c. de vergoedingen die bij de Uitvoeringsorganisatie in rekening kunnen worden gebracht,
d. de verplichtingen van administratieve aard, waartoe partijen zich verbinden,
e. standaardbehandelingsvoorschriften of -protocollen of een verwijzing naar elders bestaande voorschriften of protocollen,
f. de controle op de naleving van het zorgcontract,
g. de gegevensverstrekking ten behoeve van deze controle, en
h. de wijze waarop het zorgcontract – al dan niet tussentijds – kan worden beëindigd.
4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere criteria gesteld waaraan zorgcontracten ten minste moeten voldoen. Deze criteria hebben slechts betrekking op zorgcontracten die na de inwerkingtreding van een zodanig landsbesluit tot stand komen.
5. Partijen kunnen overeenkomen dat de praktijkomvang van een zorgaanbieder een daarbij bepaald maximum niet te boven gaat.
Hoofdstuk 8
Bezwaar en beroep
Hoofdstuk 9
Handhaving
§ 1. Toezicht
1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Curaçaosche Courant.
2. De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:
a. alle inlichtingen te vragen;
b. inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
c. goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
d. alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen.
3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.
4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren.
5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren alle medewerking te verlenen die in het kader van de uitoefening van het toezicht op grond van het tweede lid wordt gevorderd.
§2. Opsporing
§3. Strafrechtelijke handhaving
§4. Bestuursrechtelijke handhaving
1. Het opleggen van een bestuurlijke boete is een beschikking.
2. In de beschikking worden vermeld:
a. de naam van de overtreder;
b. zo nodig een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd;
c. de te betalen boete, een toelichting op de hoogte daarvan, alsmede de termijn waarbinnen en de wijze waarop de boete betaald dient te worden; en
d. het overtreden voorschrift.
3. Op verzoek van de overtreder die de beschikking wegens zijn gebrekkige kennis van de in de beschikking overeenkomstig de Landsverordening officiële talen gebezigde taal onvoldoende begrijpt, draagt de Uitvoeringsorganisatie er zoveel mogelijk zorg voor dat de inhoud van de beschikking aan de betrokkene wordt meegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.
4. De boete wordt geheven door middel van aanslagen.
Een dwangbevel wordt slechts uitgevaardigd wanneer binnen de overeenkomstig artikel 9.10 gestelde aanmaningstermijn niet volledig is betaald.
1. Het dwangbevel vermeldt in ieder geval:
a. aan het hoofd het woord: dwangbevel;
b. het bedrag van de invorderbare hoofdsom;
c. de beschikking of het wettelijk voorschrift waaruit de geldschuld voortvloeit;
d. het bedrag van de aanmaningsvergoeding;
e. de kosten van het dwangbevel en
f. dat het op kosten van de schuldenaar ten uitvoer kan worden gelegd.
2. Het dwangbevel vermeldt voorts, voor zover van toepassing, de ingangsdatum van de wettelijke rente.
Het bedrag van de aanmaningsvergoeding, bedoeld in artikel 9.10, derde lid, en het bedrag van de kosten van het dwangbevel, worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgesteld.
Hoofdstuk 10
Bijzondere bepalingen
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze landsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
In de gevallen dat de beëindiging of het verlies van het recht op tegemoetkoming van de verzekerde als gevolg van de toepassing van de bepalingen van deze landsverordening tot hardheden leidt, is de Minister bevoegd, hetzij op verzoek, hetzij ambtshalve deze hardheden geheel of gedeeltelijk op te heffen.
Het verstrekken van inlichtingen aan de Uitvoeringsorganisatie krachtens deze landsverordening en het verlenen van medewerking aan het verkrijgen van die inlichtingen, geschieden kosteloos.
Voor zover deze landsverordening niet voorziet in delegatie van wetgeving, maar niettemin in het belang van de uitvoering van deze landsverordening de noodzaak wordt gevoeld tot het treffen van nadere regelen, kunnen deze bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden vastgesteld.
Hoofdstuk 11
Wijziging van andere regelgeving
De volgende landsverordeningen en landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden ingetrokken:
a. de Regeling vergoeding behandelings- en verplegingskosten overheidsdienaren ;
b. de Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden;
c. de Eilandsverordening Bijstand kosten medische hulp ;
d. de Regeling Tarieven huisartsen en medische specialisten, Curaçao, 1986 .
De Landsverordening Ziekteverzekering wordt gewijzigd als volgt:
A. Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:
a. De definities van gewezen werknemer, gezinsleden, kinderen kostwinner, pleegkinderen en inkomen vervallen.
b. De definitie van verzekerde komt te luiden:
verzekerde : de werknemer die krachtens de bepalingen van deze landsverordening tegenover de bank recht heeft op uitkering in geld.
c. In de definitie van loon vervalt de passage “de toeslag op het loon ingevolge artikel 58 van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) en artikel 52 van de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering (PB. 1965, no. 194):”en wordt de passage “hetgeen ingevolge artikel 6, derde lid, onderdelen d tot en met h, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 (P.B. 1975, no. 254) niet tot het loon wordt gerekend”vervangen door: hetgeen ingevolge artikel 6, derde lid, onderdelen c tot en met h, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 (P.B. 1975, no. 254) niet tot het loon wordt gerekend.
B. Artikel 1c vervalt.
C. Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:
1. De werknemer heeft ingeval van ziekte krachtens de bepalingen van deze landsverordening tegenover de Bank recht op een uitkering in geld.
D. Artikel 4 met bijbehorend opschrift vervalt.
E. Het opschrift boven artikel 5 komt te luiden: Uitkering in geld
F. Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:
a. Het tweede lid komt te luiden:
2. De premie voor de werknemer wordt berekend naar een percentage van het dagloon van de werknemer met dien verstande dat over het gedeelte van het dagloon dat boven het dagloon, genoemd in artikel 1, onder “werknemer” ligt, geen premie wordt geheven.
b. Het vijfde lid komt te luiden:
5. De premie van de werknemer is verschuldigd door de werkgever en de werknemer.
c. Het zesde lid komt te luiden:
6. Het percentage bedoeld in de eerste volzin van het tweede lid, alsmede de verdeling van de premie, bedoeld in het vijfde lid, tussen werkgever en werknemer, wordt vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.
d. Het zevende en achtste lid vervallen.
e. Het negende tot en met twaalfde lid worden vernummerd tot respectievelijk zevende tot en met tiende lid.
f. Het zevende lid komt te luiden:
7. De premie wordt ten behoeve van de Bank geheven van:
a. de werknemer, door inhouding op het loon door de werkgever; en
b. de werkgever door middel van afdracht op aangifte.
G. Artikel 8b, derde lid, komt te luiden:
3. De aangifte wordt gelijktijdig met de afdracht gedaan bij de Bank.
H. In artikel 8c, vierde lid, wordt “de Nederlandse Antillen” vervangen door: Curaçao.
I. In artikel 8g, eerste lid, onderdelen a, b en c, en vierde lid, wordt “de Nederlandse Antillen” telkens vervangen door: Curaçao.
J. In artikel 10 wordt “de Nederlandse Antillen” vervangen door: Curaçao.
De Landsverordening Sociale Verzekeringsbank wordt gewijzigd als volgt:
A. Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
Er is een Sociale Verzekeringsbank Curaçao, verder te noemen de Bank. De Bank bezit rechtspersoonlijkheid, is gevestigd te Curaçao en kan bijkantoren of agentschappen hebben.
B. Artikel 2 komt te luiden:
Artikel 2
De Bank is, voorzover niet bij of krachtens landsverordening anders is bepaald, belast met de uitvoering van:
a. de Landsverordening Ziekteverzekering;
b. de Landsverordening Ongevallenverzekering;
c. de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering;
d. de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering;
e. de Cessantialandsverordening;
f. de Landsverordening basisverzekering ziektekosten;
g. de Landsverordening Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten;
h. de Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden;
alsmede van andere sociale verzekeringen of verzekeringen met een overwegend sociaal karakter, voorzover die bij of krachtens landsverordening aan haar zal worden opgedragen en het beheer van de daaraan verbonden fondsen.
C. Aan artikel 3 wordt het volgende toegevoegd:
Het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten: het fonds, waarin aan de Bank krachtens de Landsverordening Algemene Verze-kering Bijzondere Ziektekosten toeko-mende gelden worden gestort.
Het Cessantiafonds: het fonds, waarin aan de Bank krachtens de Cessantialandsverordening toeko-mende gelden worden gestort.
Het Fonds Basisverzekering Ziektekosten: het fonds, waarin aan de Bank krachtens de Landsverordening basisverzekering ziektekosten toekomende gelden worden gestort.
Het Fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden: het fonds, waarin aan de Bank krachtens de Regeling tegemoetkoming ziekte-kosten overheidsgepensioneerden toeko-mende gelden worden gestort.
D. Artikel 14 komt als volgt te luiden:
Artikel 14
1. Voor elke sociale verzekering en ziektekosten regeling, waarvan de uitvoering aan de Bank is opgedragen, wordt een afzonderlijke administratie gevoerd.
2. Behoudens het bepaalde in het derde lid mogen de middelen, welke beschikbaar zijn gesteld voor de uitvoering van een bepaalde sociale verzekering voor geen ander doel dan voor die verzekering worden aangewend.
3. Voor zover de gelden van het Ziektefonds, het Ongevallenfonds, het Algemene Weduwen- en wezenfonds, het Ouderdomsfonds, het Fonds Basisverzekering Ziektekosten, het Fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden en het Algemene Fonds Bijzondere Ziektekosten op het einde van enig kalenderjaar meer bedragen dan in dat kalenderjaar benodigd was voor de tegemoetkomingen, de uitgekeerde pensioenen, de kosten en reserves als in de desbetreffende landsverordeningen bedoeld, worden zij gestort in een door de Bank afzonderlijk te beheren fonds, genaamd Schommelfonds Sociale Verzekeringen. De gelden van dat schommelfonds worden gebruikt voor aanvulling van de afzonderlijke fondsen voor zover de gelden van die fondsen niet toereikend blijken te zijn voor de bestrijding van de tegemoetkomingen, pensioenuitkeringen, kosten en reserves van de desbetreffende fondsen.
De Landsverordening Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten wordt gewijzigd als volgt:
A. Artikel 1wordt gewijzigd als volgt:
a. Onderdeel a komt te luiden:
a. Minister: de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur.
b. Onderdeel b komt te luiden:
b. Uitvoeringsorgaan: de organisatie of instantie bedoeld in artikel 10, eerste lid.
c. Onderdeel e komt te luiden:
e. Bank: de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten
d. Onderdeel f vervalt.
e. Onderdeel h komt te luiden:
h. ingezetene: degene die blijkens inschrijving krachtens een rechtsgeldige verblijfstitel in het bevolkingsregister is opgenomen en metterwoon in Curaçao is gevestigd;
f. onderdeel n vervalt.
B. Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:
a. Het eerste lid vervalt.
b. De nummering van het tweede lid vervalt. Na “Aruba” wordt vermeld: , Sint Maarten en “de Nederlandse Antillen” wordt vervangen door: Curaçao.
C. Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:
a. Het eerste lid komt te luiden:
1. Met de uitvoering van deze landsverordening is belast de Sociale Verzekeringsbank, bedoeld in de Landsverordening Sociale Verzekeringsbank.
b. Het tweede lid vervalt.
D. Na artikel 19 wordt een ingevoegd artikel 19a dat luidt als volgt:
Artikel 19a
1. De Algemene landsverordening Landsbelastingen is van overeenkomstige toepassing op de heffing van de premie. De heffing geschiedt door de Inspecteur en de inning geschiedt door de Ontvanger.
2. De Landsverordening op de invordering van directe belastingen 1943 is van overeenkomstige toepassing op de inning van de verschuldigde premie en de administratieve boete.
3. De Landsverordening houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften alsmede van de rechtspleging inzake van belastingen, bijdragen en vergoedingen is van overeenkomstige toepassing op de dwanginvordering van de verschuldigde premie en de administratieve boete.
E. Artikel 20 komt te luiden:
Artikel 20
1. De verschuldigde premie wordt geheven bij wege van aanslag naar de maatstaf van het door de verzekerde in een kalenderjaar genoten premie-inkomen. Ten aanzien van degene, die slechts een gedeelte van een kalenderjaar verzekerd is geweest, treedt dit gedeelte voor het kalenderjaar in de plaats. Ten behoeve van de toepassing van de tweede volzin kunnen bij ministeriële regeling, met algemene werking, nadere regels worden gesteld.
2. Bij de toepassing van het eerste lid wordt de ingevolge artikel 22 afgedragen premie als voorheffing verrekend.
3. Artikel 41B, eerste en tweede lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de in dat artikel 41B, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, genoemde bedragen telkens worden gesteld op NAF 50,00.
4. Onder premie-inkomen wordt verstaan het belastbaar inkomen in de zin van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 (PB. 1956, no. 9) met dien verstande dat dit inkomen wordt vermeerderd met de krachtens de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 als persoonlijke last in aftrek toegelaten premies algemene ouderdomsverzekering ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) en algemene weduwen weduwnaars- en wezenverzekering ingevolge de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering (P.B. 1965, no. 194).
5. Premie is verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand volgende op het bereiken van de vijftienjarige leeftijd.
6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen met betrekking tot het bepaalde in het eerste en tweede lid nadere regelen worden gesteld.
F. Artikel 21 wordt gewijzigd als volgt:
a. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het in het eerste lid bedoelde percentage kan voor een premie-inkomen dat minder bedraagt dan het bedrag berekend door de basiskorting van artikel 24A, eerste lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 te delen door het laagste percentage vermeld in de vierde kolom van artikel 24, eerste lid van de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 en te vermenigvuldigen met 100, afwijkend worden vastgesteld doch niet meer dan de helft minder bedragen.
In het derde lid wordt “zuiver inkomen” vervangen door: belastbaar inkomen.
Het zesde lid vervalt.
b. In het zevende lid wordt “derde lid” vervangen door: vierde lid.
c. In het achtste lid wordt “zesde lid” vervangen door: zevende lid.
G. Artikel 22 komt te luiden:
Artikel 22
1. Indien de verzekerde een werknemer is in de zin van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 , wordt de verschuldigde inkomensafhankelijke premie geheven bij wege van afdracht op aangifte door degene die voor wat betreft die verzekerde onder de werking van artikel 4 van die landsverordening valt.
2. Bij de toepassing van het eerste lid is de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 van overeenkomstige toepassing voor zover bij deze landsverordening niet anders bepaald is.
3. Bij de toepassing van het eerste lid wordt de inkomensafhankelijke premie geheven over het zuiver voljaarsloon, bedoeld in artikel 5 van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976. Daarbij wordt geen rekening gehouden met de in artikel 7, vierde lid, van die landsverordening bedoelde vermindering met de bijdragen van de verzekerde in de verschuldigde premies ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering en de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering. Artikel 6.7, eerste lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.
4. Bij de toepassing van het eerste lid, zijn de op grond van het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, voor wat betreft het inkomen ter bepaling van de verschuldigde inkomensafhankelijke premie gegeven regels, van overeenkomstige toepassing.
5. De inhoudingsplichtige die onder de werking van artikel 4, eerste lid, onder a, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 valt, betaalt aan elke verzekerde die tot die inhoudingsplichtige in dienstbetrekking staat, een toeslag ter compensatie van de door die verzekerde verschuldigde inkomensafhankelijke premie. De hoogte van de toeslag komt ten minste overeen met een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen deel van die verschuldigde inkomensafhankelijke premie.
6. Het is de inhoudingsplichtige verboden om de voor hem uit de bepalingen van deze landsverordening voortvloeiende kosten geheel of gedeeltelijk op de hem betreffende verzekerde of verzekerden te verhalen.
H. De artikelen 24, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 39, eerste en derde lid, 49, 57, 58, 61, 63, 64 en 65 vervallen.
I. In artikel 39, vierde lid, wordt “zuiver inkomen” vervangen door: belastbaar inkomen.
J. Boven artikel 47 wordt “Hoofdstuk VIII Strafbepalingen” vervangen door: Hoofdstuk VIII Administratieve boeten.
K. Artikel 47 komt te luiden:
Artikel 47
1. Op overtreding van artikel 21, negende lid, en het niet of niet tijdig nakomen van een van de verplichtingen gesteld bij artikel 45, eerste lid, en in krachtens deze landsverordening gegeven regels wordt een administratieve boete geheven van ten hoogste vijfduizend gulden.
2. Onder het niet voldoen aan de verplichtingen, genoemd in artikel 45, eerste lid, wordt mede verstaan het verstrekken van onjuiste inlichtingen.
3. Indien er sprake is van herhaling van eenzelfde overtreding binnen twee jaar wordt het maximum van de boete, genoemd in het eerste lid, verdubbeld.
4. De boete wordt geheven door middel van een beschikking.
L. Boven artikel 48 wordt geplaatst de tekst: Hoofdstuk VIIIA Strafrechtelijke bepalingen.
M. Artikel 50 komt te luiden:
Artikel 50
1. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze verordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
2. Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van de strafbare feiten omschreven in de artikelen 198 en 200 van het Wetboek van Strafvordering .
3. De Minister kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid vervatte verbod.
4. Degene die opzettelijk de hem ingevolge het eerste lid opgelegde geheimhoudingsplicht schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of een geldboete van de vijfde categorie dan wel met beide straffen.
5. Degene aan wiens schuld schending van de geheimhouding te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vijfde categorie.
6. Vervolging inzake schending van de geheimhouding wordt slechts ingesteld op klacht van hem, te wiens aanzien de geheimhouding is geschonden.
N. Artikel 54 komt te luiden:
Artikel 54
De in de artikelen 50, derde lid, 51 en 52 bedoelde strafbare feiten zijn misdrijven, de in de artikelen 48, 50, vierde lid, en 53, bedoelde strafbare feiten zijn overtredingen.
O. De artikelen 18, tweede lid, onder c, en 32 vervallen.
De Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden wordt gewijzigd als volgt:
A. Artikel 1, wordt gewijzigd als volgt:
a. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. degene die op arbeidsovereenkomst in dienst is van het Curaçao;
b. Het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
3. de werknemer in dienst van een rechtspersoon, die in Curaçao is gevestigd en bindingen heeft met de overheid, voor zover bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, of bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, van het voormalige eilandgebied Curaçao, is bepaald, dat deze landsverordening overeenkomstige toepassing op hem vindt.
c. Het tweede lid, komt te luiden:
2. Tevens wordt als overheidsdienaar in de zin van deze landsverordening aangemerkt de werknemer in overheidsdienst, die niet behoort tot de categorie bedoeld in lid 1, onder a, b of c, doch op wie deze landsverordening van overeenkomstige toepassing is verklaard door de Gouverneur of het bestuurscollege van het voormalige eilandgebied Curaçao.
B. De artikelen 3, 4, 6, 8, 9, 10, 11, 12 en 14 vervallen.
C. Artikel 7, eerste en tweede lid, komt te luiden:
1. Er is een “Fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden”, dat door de Sociale Verzekeringsbank van Curaçao wordt beheerd.
2. De ingevolge artikel 5 ingehouden premie wordt in fonds, bedoeld in het eerste lid, gestort.
De Landsverordening op de Loonbelasting 1976 wordt gewijzigd als volgt:
A. Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd luidende:
6. Onder loon uit vroegere dienstbetrekking van hemzelf of van een ander worden tevens verstaan de uitkeringen die de Sociale Verzekeringsbank doet op grond van:
a. de Landsverordening Ziekteverzekering en de Landsverordening Ongevallenver-zekering voor zover die niet door tussenkomst van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat, worden uitbetaald;
b. de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering;
c. de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering ;
d. de Cessantia-landsverordening .
B. In artikel 4 wordt het zevende lid vernummerd tot achtste lid en wordt na het zesde lid een lid ingevoegd luidende:
7. Inhoudingsplichtige voor het loon genoemd in artikel 3, zesde lid, is de Sociale Verzekeringsbank.
C. Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:
a. Aan het eerste lid, worden een derde en vierde volzin toegevoegd, luidende:
Tot het loon behoren mede de stortingen van de werkgever ten name van de werknemer in een spaar- of voorzieningsfonds, alsmede de op het tegoed bijgeschreven rente. Bij ministeriële regeling, met algemene werking, kunnen regels gegeven worden waaraan spaar- of voorzieningsfondsen moeten voldoen.
b. Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de premies door de werkgever betaald ingevolge de Landsverordening Ongevallen-verzekering, de Landsverordening Ziekteverzekering en de Cessantialandsverordening;
c. Het derde lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. de toeslagen van de werkgever op het loon van de werknemer, ter compensering van de door de werknemer verschuldigde premies ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering, de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenver-zekering, de Landsverordening Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten en de Landsverordening basisverzekering ziektekosten.
D. In artikel 7, vierde lid, onderdeel a, vervalt “premies als bedoeld in artikel 5 van de Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden (P.B. 1975, no. 249)”.
De Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 wordt gewijzigd als volgt:
A. In artikel 6, tweede lid, vervallen de onderdelen f tot en met h.
B. In artikel 8 vervallen de onderdelen h tot en met k.
C. In artikel 9, zevende lid, komt de tweede volzin te luiden als volgt:
Bij de vermindering met de bijdragen voor pensioenen en pensioenfondsen en de premies verschuldigd op grond van de Landsverordening Ziekteverzekering mogen slechts de werknemersbijdragen onderscheidenlijk de werknemerspremies in aftrek worden gebracht.
D. Artikel 16, eerste lid, onderdeel g, vervalt.
De tekst van de Landsverordening Ziekteverzekering, de Landsverordening Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten, de Landsverordening Sociale Verzekeringsbank en de Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden zoals deze luiden na de inwerkingtreding van deze landsverordening wordt door de Gouverneur in het Publicatieblad geplaatst.
Hoofdstuk 12
Overgangs- en slotbepalingen
Voor zover de heffing en inning van de premie die verschuldigd was ingevolge de in verband met de inwerkingtreding van deze landsverordening vervallen wettelijke voorschriften, nog niet is voltooid, geschiedt die voltooiing krachtens deze landsverordening met dien verstande dat de berekening van het bedrag van die verschuldigde premie geschiedt met toepassing van de desbetreffende vervallen wettelijke voorschriften. Invordering, restitutie en verrekening komen ten goede aan onderscheidenlijk ten laste van het Fonds.
In afwijking van artikel 2.1 zijn overheidsdienaren en de met hen gelijkgestelden als bedoeld in de Regeling vergoeding behandelings- en verplegingskosten overheidsdienaren[1] niet verzekerd ingevolge deze landsverordening.
Op het tijdstip dat wordt vastgesteld bij het landsbesluit, bedoeld in artikel 12.9, tweede lid, vervalt in artikel 6.8, derde lid, de passage “en de premies, bedoeld in artikel 5 van de Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden” en vervalt tevens artikel 12.5.
Deze landsverordening wordt aangehaald als: Landsverordening basisverzekering ziektekosten.