Artikel 1
Voor de toepassing van deze landsverordening en van de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften, wordt verstaan onder:
ambtenaar : elke ambtenaar van de belastingen;
inspecteur : de Inspecteur der Belastingen, alsmede de Adjunct-inspecteurs der Belastingen;
(vervallen)
uitvoerder : degene die de uit te voeren puimsteen ten uitvoer aangeeft.
Artikel 2
Op de uitvoer van puimsteen uit Curaçao is een uitvoerrecht verschuldigd van vijf cent per kubieke meter. Gedeelten van een kubieke meter worden niet in de heffing betrokken.
Artikel 3
- Het uitvoerrecht moet bij de aangifte ten uitvoer, zoals het door de Ontvanger is berekend, te diens kantore worden voldaan, tenzij ten genoegen van de Ontvanger voor de betaling zekerheid is gesteld in welk geval de betaling vóór de 10de van de volgende maand moet geschieden.
- Slechts de uitvoerder is voor de voldoening van de uitvoerrechten tegenover de administratie aansprakelijk.
- Ingeval de uitvoerder een rechtspersoon is zijn de bestuurders of, na de ontbinding, de vereffenaars, alsmede de vertegenwoordigers of gemachtigden in Curaçao hoofdelijk mede aansprakelijk, tenzij deze aantonen dat de niet-voldoening van de uitvoerrechten niet aan hen te wijten is. Onder vorenbedoelde bestuurders, vereffenaars, vertegenwoordigers en gemachtigden zijn begrepen allen, die bij of na het ontstaan van de belastingschuld als zodanig optraden, ook indien zij afgetreden zijn, rekening hebben gedaan of décharge hebben verkregen.
Artikel 4
- Aangifte ten uitvoer kan slechts geschieden door degene die door ontginning de uit te voeren puimsteen heeft gewonnen. Van dit voorschrift kan de Inspecteur in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.
- De aangifte geschiedt onder overlegging van de vrachtbrief vóór de inlading van de puimsteen ten kantore van de Ontvanger.
- De aangifte vermeldt:
a. de dag en het uur waarop de inlading zal plaatsvinden;
b. de naam van het schip waarmee de uitvoer zal plaatsvinden;
c. de naam van de schipper en de bestemming van het schip en de lading;
d. de hoeveelheid van de uit te voeren puimsteen.
Artikel 5
- Alvorens de inlading plaatsvindt stelt de uitvoerder de Ontvanger of de door deze aangewezen ambtenaar in de gelegenheid om de uit te voeren hoeveelheid puimsteen op te nemen en verleent de uitvoerder aan deze alle medewerking om de opname tot een goed einde te brengen.
- De Inspecteur der Belastingen is bevoegd de nodige voorschriften te geven ter uitvoering van het bepaalde in het voorgaande lid.
Artikel 6
De inlading geschiedt op werkdagen tussen zes uur ’s voormiddags en zes uur ‘s namiddags. Van dit voorschrift kan de Inspecteur in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.
Artikel 7
- De inlading geschiedt, ter beoordeling van de Inspecteur, zo nodig, onder toezicht van de ambtenaren.
- De Inspecteur en ambtenaren hebben te allen tijde toegang tot de terreinen waar puimsteen wordt gewonnen en tot de ruimten waar puimsteen wordt bewerkt of verwerkt of opgeslagen, evenals tot de schepen waarin puimsteen wordt ingeladen.
Artikel 8
’s Lands kas heeft voor het uitvoerrecht recht van voorrang, gaande boven alle andere bestaande voorrechten, pand en hypotheek, behalve de voorrechten bij de artikelen 1165 sub 1 en 1175 sub 1, van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen bepaald, op alle op het ontginningsterrein van de uitvoerder aanwezige gebouwen en werktuigen en de op dat terrein of elders aanwezige puimsteen, alsmede op alle roerende en onroerende goederen van de belastingschuldige.
Artikel 9
- Hij die bezwaar heeft tegen de berekening van de uitvoerrechten op de door hem ten uitvoer aangegeven puimsteen kan binnen één maand na betaling van die rechten een bezwaarschrift indienen bij de Inspecteur der Belastingen.
- De Inspecteur der Belastingen brengt binnen één maand na ontvangst van het bezwaarschrift zijn met redenen omklede beslissing ter kennis van de belanghebbende bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangbewijs.
- Van de beslissing van de Inspecteur der Belastingen staat voor belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop deze is gegeven, beroep open bij de Raad van Beroep voor belastingzaken.
- (vervallen)
Artikel 10
De Inspecteur der Belastingen kan binnen één jaar na betaling van het uitvoerrecht gehele of gedeeltelijke teruggave van dat uitvoerrecht verlenen, wanneer blijkt dat door dwaling of anderszins ten onrechte of te veel is betaald.
Artikel 11
Bij regeling van de Minister van Financiën kunnen nadere voorschriften worden gegeven welke voor de uitvoering van deze landsverordening nodig of wenselijk zijn.
Artikel 12
Hij die aan de in artikel 5 genoemde ambtenaren opzettelijk een vals of vervalst geschrift als bewijsstuk overlegt of toont, of opzettelijk misleidende inlichtingen ten behoeve van de in gemeld artikel bedoelde opneming verschaft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of een geldboete van de derde categorie.
Artikel 13
Hij die puimsteen in een schip inlaadt of doet inladen of die inlading toelaat, zonder de in artikel 4 bedoelde aangifte te hebben gedaan, of dit inladen doet, laat doen of toelaat buiten toezicht van de ambtenaren, voor zover zulks ingevolge artikel 7, eerste lid, door de Inspecteur werd bepaald, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 14
Hij die de toegang van de Inspecteur of ambtenaren tot de in artikel 7 bedoelde terreinen, ruimten en schepen belemmert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 15
- Indien een schip, waarin puimsteen geladen is, vertrekt zonder uitgeklaard te zijn, wordt, indien het uitvoerrecht niet is betaald of geen zekerheid daarvoor is gesteld, onverminderd de straf volgens de Algemene Verordening I. U. & D. 1908 op de schipper toe te passen, de uitvoerder van wie blijkt dat het feit met zijn medewerking is gepleegd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de tweede categorie en kunnen schip en lading worden verbeurd verklaard voor zover zij de veroordeelde toebehoren.
- Indien niet blijkt van de medewerking van de uitvoerder, wordt de gemelde straf uitgesproken tegen de schipper.
Artikel 16
- Indien een bij deze landsverordening strafbaar gesteld feit gepleegd wordt door een rechtspersoon, wordt de strafvervolging ingesteld en de straf uitgesproken tegen de in Curaçao gevestigde leden van het bestuur of bij niet aanwezigheid dan wel het niet gevestigd zijn in Curaçao van die leden, tegen de vertegenwoordiger van de rechtspersoon in Curaçao.
- Het bepaalde bij het vorige lid vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van rechtspersonen, optredende als bestuurder of vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon.
- Geen straf wordt uitgesproken tegen het lid van het bestuur of tegen de vertegenwoordiger van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is gepleegd.
Artikel 17
De bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als misdrijven.
Artikel 18
Met het opsporen van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn mede belast de ambtenaren van de belastingen.
Artikel 19
Alle stukken, krachtens deze landsverordening opgemaakt, zijn vrij van zegel.
Artikel 20
Deze landsverordening wordt aangehaald als: Landsverordening uitvoerrecht op puimsteen.
