Geplaatst op 27 10 2025
Nederland, Curaçao en Sint Maarten hebben formeel besloten om de Voogdijregeling, die sinds 10 oktober 2010 in werking was, per 1 november 2025 in te trekken. Deze beslissing is genomen in afstemming met de Voogdijraden in de drie landen en de Raad voor de Kinderbescherming in Nederland, en na uitgebreide overwegingen tijdens het Justitieel Vierlanden Overleg.
De Voogdijregeling, oorspronkelijk bedoeld om minderjarigen uit de voormalige Nederlandse Antillen te beschermen terwijl ze zich in Europees Nederland vestigden, is niet langer noodzakelijk gebleken. Dankzij technologische vooruitgang is het nu mogelijk om ouderlijk gezag op afstand uit te oefenen zonder dat fysieke aanwezigheid van een voogd essentieel is. Verder voldoet de regeling niet meer aan de hedendaagse normen voor objectieve rechtvaardiging om dit alleen voor de landen van het voormalig Nederlands Antillen te laten gelden.
De intrekking van de Voogdijregeling betekent een verschuiving naar een aanpak waarin de ouders van minderjarigen uit het Caribisch deel van het Koninkrijk hun verantwoordelijkheid voor zorg en begeleiding zelf weer volledig opnemen. Bovendien zullen minderjarigen uit deze regio voortaan op dezelfde manier behandeld worden als minderjarigen uit andere landen.
Met de intrekking van de Voogdijregeling zal de Beschikking houdende richtlijnen van 1 februari 2006 en de Werkwijze voogdijregeling minderjarigen uit het Caribisch deel van het Koninkrijk niet meer van toepassing zijn. Het ministerie van Justitie op Curaçao zal ervoor zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is zodat ouders weten welke stappen ze moeten nemen om de verantwoordelijkheid te dragen als hun minderjarig kind voor onder anderen studiedoeleinden of medische redenen naar Nederland of andere landen binnen het Koninkrijk moet immigreren. In de maand oktober zal het ministerie met een uitgebreid communicatiecampagne aandacht hieraan besteden.
Deze belangrijke beleidswijziging onderstreept de inzet van de minister van Justitie om een modern en rechtvaardig jeugdbeschermingsbeleid te voeren, waarbij technologie ten volle wordt benut om familiebanden te ondersteunen en te versterken.
