Landsbesluit avondscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsbesluit avondscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o.

Publicatienummer: P.B. 2024, no. 149 (Geconsolideerde Tekst)
Categorie: Geconsolideerde Tekst Landsbesluit, houdende algemene maatregelen
Ministerie: Onderwijs, Wetenschap, Cultuur & Sport
Datum ondertekening: 28-10-2024
Datum inwerktreding: 20-06-1987
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK XIII Volksontwikkeling en opvoeding, erediensten)


LANDSBESLUIT van de 28ste oktober 2024, no. 24/2308, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van het Landsbesluit avondscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o.

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
20-06-1987 01-08-1984 n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2024, no. 149 (GT) n.v.t.

Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen

Artikel 1

Dit landsbesluit verstaat onder:
minister : de Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport;
inspecteur : de inspecteur van het onderwijs, belast met het toezicht op de school;
school : een avondschool voor voorbereidend wetenschappelijke onderwijs — v.w.o., hoger algemeen voortgezet onderwijs — h.a.v.o., of middelbaar algemeen voortgezet onderwijs — m.a.v.o., waaraan ’s avonds dan wel ’s avonds en overdag onderwijs wordt gegeven;
bevoegd gezag : voor wat betreft:
a. een openbare school: de Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport;
b. een bijzondere school: het schoolbestuur.

Artikel 2

Het onderwijs aan een school omvat in ieder geval een opleiding in zovele en zodanige vakken gedurende een zodanig tijdvak dat aan het einde daarvan de voorbereiding op het afleggen van een eindexamen overeenkomstig de desbetreffende eindexamenvoorschriften volledig heeft plaatsgevonden. De voorbereiding kan plaatsvinden in één of meer afzonderlijke vakken.

Hoofdstuk II
Toelichting en verwijdering

Artikel 3

  1. Het bevoegd gezag beslist over de toelating.
  2. Het bevoegd gezag kan die beslissing delegeren aan de directeur of rector van de school dan wel aan een door het bevoegd gezag in te stellen toelatingscommissie, waarvan in ieder geval de directeur of rector en twee leraren deel uitmaken.

Artikel 4

  1. Tot een school voor v.w.o. kan worden toegelaten hij die in het bezit is van het diploma vierjarig m.a.v.o. dan wel een opleiding heeft genoten of kennis en ontwikkeling bezit die naar het oordeel van het bevoegd gezag gelijkwaardig kan worden geacht aan die van de bezitter van genoemd diploma.
  2. Tot een school voor h.a.v.o. kan worden toegelaten hij die in het bezit is van het diploma vierjarig m.a.v.o. dan wel een opleiding heeft genoten of kennis en ontwikkeling bezit die naar het oordeel van het bevoegd gezag gelijkwaardig kan worden geacht aan die van de bezitter van genoemd diploma.
  3. Tot een school voor m.a.v.o. kan slechts worden toegelaten hij die basisonderwijs of een andere opleiding heeft genoten of kennis en ontwikkeling bezit die naar het oordeel van het bevoegd gezag voldoende is.
  4. In bijzondere gevallen kan in overleg met de inspecteur worden afgeweken van het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 5

  1. Een tot een school toegelaten leerling dient zich bij de school te laten inschrijven voor één of meer van de eindexamenvakken waarin het bevoegd gezag hem in de gelegenheid stelt onderwijs te ontvangen.
  2. De overeenkomstig het eerste lid ingeschreven leerling laat zich aan de school eveneens inschrijven voor één of meer van de niet-eindexamenvakken bedoeld in artikel 11, waarin het bevoegd gezag hem in de gelegenheid stelt onderwijs te ontvangen.

Artikel 6

  1. Het bevoegd gezag kan onder opgaaf van redenen tot definitieve verwijdering van een leerling overgaan nadat deze, indien hij meerderjarig is, dan wel nadat deze en zijn ouders, voogden of verzorgers, indien hij minderjarig is, in de gelegenheid zijn gesteld hierover te worden gehoord. Een leerling wordt op grond van onvoldoende vorderingen niet in de loop van een schooljaar verwijderd.
  2. Het bevoegd gezag stelt de inspecteur en de ouders, voogden of verzorgers schriftelijk in kennis van een definitieve verwijdering.

Hoofdstuk III
Inrichting van het onderwijs

§ 1. Cursusduur

Artikel 7

Aan een school wordt ten minste onderwijs gegeven ter voorbereiding op het afleggen van een eindexamen gedurende een cursus met een duur van:
a. vier jaar, voor zover het een school voor v.w.o. betreft;
b. drie jaar, voor zover het een school voor h.a.v.o. dan wel voor m.a.v.o. betreft.

§ 2. Vakken

Artikel 8

1. Aan scholen voor v.w.o. wordt onderwijs gegeven in de volgende eindexamenvakken:
twee van de vakken: Nederlandse taal en letterkunde;
Engelse taal en letterkunde;
Spaanse taal en letterkunde;
Franse taal en letterkunde;
Duitse taal en letterkunde;
en bovendien vier andere vakken uit de vakken:
Nederlandse taal en letterkunde, Engelse taal en letterkunde, Spaanse taal en letterkunde, Franse taal en letterkunde, Duitse taal en letterkunde, Latijnse taal en letterkunde, Griekse taal en letterkunde, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, wiskunde I, wiskunde II, natuurkunde, scheikunde, biologie, economische wetenschappen I en recht, economische wetenschappen II en recht, computerkunde, informatica.
2. Het onderwijs kan mede studielessen omvatten.

Artikel 9

1. Aan de scholen voor h.a.v.o. wordt onderwijs gegeven in de volgende eindexamenvakken:
twee van de vakken: Nederlandse taal en letterkunde;
Engelse taal en letterkunde;
Spaanse taal en letterkunde;
Franse taal en letterkunde;
Duitse taal en letterkunde;
en bovendien vier andere vakken uit de vakken Nederlandse taal en letterkunde, Engelse taal en letterkunde, Spaanse taal en letterkunde, Duitse taal en letterkunde, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, wiskunde, computerkunde, scheikunde, biologie, economie, handelswetenschappen en recht, informatica.
2. Het onderwijs kan mede studielessen omvatten.

Artikel 10

1. Aan de scholen voor m.a.v.o. wordt onderwijs gegeven in de volgende eindexamenvakken:
twee van de vakken: Nederlandse taal;
Engelse taal;
Spaanse taal;
Franse taal;
Duitse taal;
en bovendien vier andere vakken uit de vakken Nederlandse taal, Engelse taal, Spaanse taal, Franse taal. Duitse taal, geschiedenis en staatsinrichting, aardrijkskunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, handelskennis, computerkunde, informatica.
2. In de Franse en Duitse taal kan aan een school voor m.a.v.o. overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, derde lid van de Landsverordening voortgezet onderwijs, slechts met toestemming van de minister onderwijs worden gegeven.
3. Het onderwijs kan mede studielessen omvatten.

§ 3. Niet-examenvakken

Artikel 11

Aan de scholen voor v.w.o., voor h.a.v.o. en voor m.a.v.o. kan naast het onderwijs in de vakken, genoemd in de artikelen 8 tot en met 10, onderwijs worden gegeven in de vakken, in de onderstaande tabel voor de desbetreffende soort school met het teken X aangegeven.

Vakken

v.w.o.

h.a.v.o.

m.a.v.o.

Papiamentse taal …………..

X

X

X

Andere, in de

landsverordening v.o.

niet genoemde talen ………

 

 

X

 

 

X

 

 

X

Sterrenkunde……………….

X

X

X

Filosofie …………………….

X

X

X

Toneelkunde ……………….

X

X

X

Voordrachtkunst …………..

X

X

X

Inleiding antieke cultuur ….

X

X

X

Kunstgeschiedenis …………

X

X

X

Gezondheidszorg …………..

X

X

X

Machineschrijven …………..

X

X

X

Stenografie ………………….

X

X

X

Kinderverzorging ………….

X

X

X

Zorg voor de woning, de

voeding en kleding ……..

 

X

 

X

 

X

Cultuurgeschiedenis van

het Christendom ……………

 

X

 

X

 

X

Algemene technieken ………

X

X

X

Maatschappijleer ……………

X

X

X

Muzikale vormen …………..

X

X

X

Lichamelijk opvoeding …….

X

X

X

Beeldende expressie ………..

X

X

X

Textiele werkvormen ………

X

X

X

Handvaardigheid …………..

X

X

X

Godsdienst ………………….

X

X

X

 

§ 4. Minimum-aantal lessen voor leerlingen

Artikel 12

1. De school richt het onderwijs zodanig in, dat leerlingen in elk van de eindexamenvakken waarvoor zij zijn ingeschreven, ten minste het volgende aantal lessen kunnen volgen:
voor zover het een school voor v.w.o. betreft : 320 lessen;
voor zover het een school voor h.a.v.o. betreft : 240 lessen;
voor zover het een school voor m.a.v.o. betreft : 240 lessen.
2. De school richt het onderwijs voorts zodanig in dat leerlingen in elk van de niet-eindexamenvakken waarvoor zij zijn ingeschreven ten minste 40 lessen kunnen volgen.

§ 5. Leerlingenlessen

Artikel 13

  1. De leerlingen van een school voor v.w.o. volgen gedurende de vierjarige cursus in alle vakken te zamen ten minste 48 en ten hoogste 72 wekelijkse lessen, met inbegrip van de studielessen en niet-eindexamenvakken.
  2. De leerlingen van een school voor h.a.v.o. of voor m.a.v.o. volgen gedurende de driejarige cursus in alle vakken tezamen ten minste 36 en ten hoogste 54 wekelijkse lessen, met inbegrip van de studielessen en niet-eindexamenvakken.

§ 6. Vorming van klassen en groepen

Artikel 14

Vorming van klassen en groepen van leerlingen kan slechts geschieden voor zover het totaal aantal leraarlessen niet groter wordt dan 15 n + c. In deze formule stelt n het aantal groepen voor en c ten hoogste drie leraarlessen per groep.
Een groep wordt gevormd door ten minste 8 leerlingen bij alle vakken die per leerjaar op de lesrooster voorkomen en ten hoogste 30 leerlingen.

§ 7. Duur van de lessen en van de studielessen

Artikel 15

  1. De duur van de lessen en van de studielessen is 45 minuten.
  2. Het bevoegd gezag kan van het eerste lid afwijken, mits de totale tijd, te besteden aan elk vak, niet daalt beneden de minima, aangegeven in artikel 12.

§ 8. Vakanties

Artikel 16

De tijd die per cursusjaar ten hoogste aan vakantie van de leerlingen mag worden besteed is in overeenstemming met het totaal aantal vakantiedagen per jaar van de dagscholen voor v.w.o., h.a.v.o. en m.a.v.o.

§ 9. Slotbepaling

Artikel 17

1. Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit avondscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o..
2. (vervallen)

Naar boven