Editie no. 16 - Jaargang 2023 - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Landscourant

Jaargang 2023
21 April 2023
Editie no. 16
  • Aankondiging

    INVERSIONES AMERICANA DEL CARIBE (IAC), B.V.
     Capital pagado: USD. 19.984.170,50.

    Convocatoria Asamblea Anual General Ordinaria
    de Accionistas

    Se convoca a los señores accionistas de Inversiones Americana del Caribe (IAC), B.V. para la Asamblea Anual General Ordinaria de Accionistas que tendrá lugar el día lunes, 08 de mayo de 2023, a las 09:00 a.m., en la sala de reuniones de Bancaribe Curaçao Bank, N.V. ubicada en la siguiente dirección: Schottegatweg Oost 54-56, Groot Davelaar, Willemstad, Curaçao, con el propósito de tratar los siguientes puntos:
    Primero: Conocer el Informe de la Junta de Directores Supervisores.
    Segundo: Conocer y deliberar en torno al Balance General y Estado de Ganancias y Pérdidas correspondiente al ejercicio económico concluido el 31 de diciembre de 2022.
    Tercero: Conocer y deliberar acerca de la propuesta de transferir el resultado del ejercicio económico finalizado el 31 de diciembre de 2022 a la cuenta de utilidades retenidas.
    Cuarto: Conocer y deliberar sobre la propuesta para aprobar, ratificar y confirmar todos los actos realizados por la administración de la Compañía durante el ejercicio económico finalizado el 31 de diciembre de 2022 para cumplir con la gestión de todas las funciones realizadas en nombre de la Compañía durante el período antes mencionado.
    Quinto: Conocer y deliberar acerca de la designación de los miembros de la Junta de Directores Supervisores (Board of Supervisory Directors) para el período 2023 al 2025 y determinarles su remuneración.
    Sexto: Conocer y deliberar acerca de la designación del Auditor Independiente de la Compañía para el ejercicio económico que concluirá el 31 de diciembre de 2023.
    Séptimo: Conocer y deliberar acerca de la designación de un experto independiente en materia fiscal de la Compañía para el ejercicio económico que concluirá el 31 de diciembre de 2023.

    Willemstad, Curaçao, veintiuno (21) de abril de 2023.

    P/Inversiones Americana Del Caribe (IAC), B.V.

     Oscar Enrique Alvarado Ramos                     Valentina Martínez Soto
    Directores Gerentes

    Nota: Una copia del Informe de la Junta de Directores Supervisores, y del Balance General y Estado de Ganancias y Pérdidas correspondiente al ejercicio económico concluido el 31 de diciembre de 2022, se encuentra a disposición de los señores accionistas en la siguiente dirección: Schottegatweg Oost 54-56, Groot Davelaar, Willemstad, Curaçao.

  • Aankondiging

    AANKONDIGING

    Mevrouw Jimeen Haydée Abigail Attaf, wonende te Curaçao heeft zich per verzoekschrift d.d. 26 oktober 2022, gewend tot Hare Excellentie de Gouverneur van Curaçao met het verzoek om toestemming te verlenen de geslachtsnaam van zijn minderjarige kind Tyzhir Anthony “de Palm” te veranderen in “de Palm Attaf”. Belanghebbende partijen kunnen zich binnen drie maanden na heden middels een bezwaarschrift aan Hare Excellentie de Gouverneur van Curaçao tegen dit verzoek om geslachtsnaam-verandering verzetten.

  • Bekendmaking

    VERKORTE BALANS VAN DE
    CENTRALE BANK VAN CURAÇAO EN SINT MAARTEN

    In de maand februari 2023 heeft de Bank haar monetaire beleid gericht op het verkrappen van de ruimte op de lokale geldmarkt voortgezet door Certificates of Deposit (CD’s) met langere looptijden in zowel guldens (NAf.) als Amerikaanse dollars aan te bieden aan de commerciële banken. Hierdoor steeg het uitstaande bedrag aan CD’s  met NAf.20,8 miljoen. Tijdens de wekelijkse veilingen hebben de banken daarentegen minder ingeschreven op CD’s met een looptijd van 2 weken. Daarnaast heeft de Bank het percentage van de verplichte reserve op 19,00% gehandhaafd. Niettemin nam het bedrag van de verplichte reserves met NAf.4,8 miljoen toe door een stijging van de basis[1] waarover deze wordt berekend.

    De basisgeldhoeveelheid[2] nam met NAf.10,2 miljoen toe door een toename van de rekening-couranttegoeden van de commerciële banken (NAf.9,7 miljoen) en bankbiljetten en munten in omloop (NAf.0,5 miljoen). De toename van de rekening-couranttegoeden was voornamelijk het gevolg van de netto verkoop van deviezen door de commerciële banken aan de Bank en de overmakingen van pensioenfondsen van hun rekeningen bij de Bank naar hun rekeningen bij de commerciële banken. De toename werd echter gematigd door de netto aankoop van CD’s, de toename van de verplichte reserves en de overmakingen van PSB Bank N.V. (Postspaarbank) naar haar rekening bij de Bank.

    De post “Verplichtingen aan niet-ingezetenen” nam met NAf.2,2 miljoen toe, voornamelijk als gevolg van de toename van de deposito’s van de commerciële banken in Bonaire. De netto positie van de overheden bij de Bank is met NAf.4,5 miljoen verbeterd door een stijging van de deposito’s van Curaçao (NAf.4,6 miljoen). Deze stijging kwam grotendeels door de overmaking van geïnde licentierechten over de maand januari 2023 door de Bank.

    Voorts is de post “Verplichtingen aan overige ingezetenen” met NAf.6,6 miljoen toegenomen, wat vooral kan worden toegerekend aan de overmakingen van PSB Bank N.V. ten gunste van haar rekening bij de Bank en de betaling van het Nederlandse Ministerie van Financiën aan het Algemeen Pensioenfonds van Curaçao (APC) in verband met een annuïteitenlening die in het kader van de schuldsanering door de Nederlandse Staat was overgenomen. De stijging werd echter gematigd door overmakingen van het APC ten gunste van haar rekeningen bij de commerciële banken.

    Aan de activazijde van de balans nam de post “Deviezen” met NAf.40,8 miljoen toe, wat voornamelijk kan worden toegerekend aan de netto verkoop van deviezen door de commerciële banken aan de Bank, de overmakingen van gelden uit het buitenland door een pensioenfonds en het Nederlandse Ministerie van Financiën en de transacties van de commerciële banken in Bonaire.

    Tenslotte is de post “Goud” aan de activazijde van de balans met NAf.74,8 miljoen gedaald door de lagere marktwaarde op de balansdatum vergeleken met eind januari 2023. De lagere goudprijs is een reactie van de financiële markten op het sterker dan eerder verwachte herstel van de Amerikaanse arbeidsmarkt. Het sterke herstel zou namelijk een indicatie kunnen zijn dat de Federal Reserve haar verkrappende monetaire beleid door middel van renteverhogingen zal voortzetten. De daling van de post “Kapitaal en reserves” aan de passivazijde van de balans was gerelateerd aan de lagere marktwaarde van de goudvoorraad.

    Willemstad, 30 maart 2023
    Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten


    [1] Binnenlandse schuld -/- lange-termijndeposito’s.

    [2] Gedefinieerd als de som van de bankbiljetten en munten in omloop en de rekening-courant tegoeden van de commerciële banken bij de Bank.

  • Bekendmaking

    Richtlijn bij tenuitvoerlegging
    levenslange gevangenisstraf

    1. Algemeen

    Met de periodieke herziening van levenslange gevangenisstraf in 2011 werd in ons Wetboek van Strafrecht, als novum in het Koninkrijk[1] en in lijn met de rechtspraak van het Europese Hof, een controlemoment ingevoerd ter bevordering van een meer humane bestraffing.[2] Dit herzieningsmechanisme geldt ook voor de tenuitvoerlegging van op Curaçao uitgesproken levenslange gevangenisstraffen, waarvan betrokkenen hun straf elders in het Koninkrijk der Nederlanden uitzitten.[3] Hiermee wordt de uitvoering van levenslange gevangenisstraffen in balans gebracht: De naar strafmaat zwaarst op te leggen straf kan levenslang duren, maar het oog op een humane tenuitvoerlegging kan deze worden verkort. In deze richtlijn wordt de basis gelegd voor een Volgprocedure van de levenslanggestrafte die moet uitmonden in een rechtvaardige en rechtmatige tenuitvoerlegging per gedetineerde.

    1. Aanleiding

    De bepaling over de periodieke herziening luidt als volgt:

    Artikel 1:30

    1. De veroordeelde tot levenslange gevangenisstraf wordt nadat de vrijheidsbeneming tenminste twintig jaren heeft geduurd voorwaardelijk in vrijheid gesteld indien naar het oordeel van het Hof verdere onvoorwaardelijkE tenuitvoerlegging geen redelijk doel meer dient.
    2. Het hof neemt daarbij ten minste in zijn beschouwing de positie van het eventuele slachtoffer of directe nabestaanden en het gevaar dat de veroordeelde alsnog zal recidiveren.
    3. In het geval dat het Hof niet tot invrijheidstelling overgaat, beoordeelt het de situatie opnieuw na vijf jaren en zo nodig telkens na vijf jaren.
    4. Het openbaar Ministerie dagvaardt de veroordeelde uiterlijk zes maanden voor verloop van de betrokken periode.
    5. De artikelen 1:26, eerste lid, 1:27, derde tot en met vijfde lid, 1:28 en 1:29 zijn van
      overeenkomstige toepassing.
    6. Met betrekking tot de voorwaarden en de proeftijd zijn voorts de artikelen 1:32, eerste tot en met vierde lid, 1:33 en 1:34 van overeenkomstige toepassing.
    7. Tegen de beslissing van het Hof staat geen rechtsmiddel open.

    In de memorie van toelichting op artikel 1:30 van het Wetboek van Strafrecht is te lezen dat dit artikel geen equivalent kent, “noch in ons huiding wetboek, noch in Nederland. De executie van een gevangenisstraf zonder enige hoop op terugkeer in de maatschappij kan een mensonterende situatie opleveren. Te wijzen valt op het oordeel van de Hoge Raad over de Bonairiaanse doodslagpleger van 28 februari 2006, LJN AU9381. Tijdens een lezing aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen op 13 april 2006 stelde de Groningse en Arubaanse hoogleraar strafrecht D.H. de Jong een periodieke toetsing van de levenslange gevangenisstraf voor. Dit zou ook in overeenstemming zijn met de benadering van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens die onder andere in Wynne v. Verenigd Koninkrijk (arrest van 18 juli 1994, NJ 1995, 234 m.nt. Kn en een geval dat overigens niet rechtstreeks met onze levenslange gevangenisstraf overeenkomt) periodieke rechterlijke toetsing noodzakelijk vindt, afhankelijk van “the nature and purpose of the detention in question, viewed in the light of the objectives of the sentencing court”.
    Inspelend hierop wordt in deze regeling de verplichting opgelegd aan de rechter om de positie van de tot levenslang veroordeelde na twintig jaren en zo nodig telkens na vijf jaren daarna opnieuw te toetsen. We zijn ons er van bewust, dat dit lijkt op de regeling van gratiëring, maar stellen met nadruk, dat deze regeling een eventuele gratiëring volgens de normale weg onverlet laat. Doel van de regeling is te voorkomen, dat de executie van de levenslange gevangenisstraf automatisch of op oneigenlijke motieven leidt tot een uitzichtloos bestaan voor de betrokkenen. Uiteraard dienen de belangen van de veroordeelde te worden afgewogen tegenover de belangen van de maatschappij en met name dient daarbij de positie van nabestaanden van de slachtoffers of van de slachtoffers zelf betrokken te worden. In het tweede lid wordt ook het recidivegevaar genoemd: het ligt voor de hand dat het Hof zich daartoe laat voorlichten door een gedragsdeskundige. De procedure voor de totstandkoming van de beslissing van het Hof is geregeld in het vierde en vijfde lid: aangesloten wordt bij de behandeling van de diverse te nemen beslissingen door de rechter in deze zelfde sfeer, zoals bij de behandeling van beslissingen in het kader van de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke invrijheidstelling (artikelen 1:27 tot en met 1:29 en voor minderjarigen artikel 1:187), van de voorwaardelijke invrijheidstelling (artikel 1:40), van de vervangende hechtenis na het niet naar behoren verrichten van de taakstraf (artikel 1:50), en van de verlenging van de ter beschikking stelling (artikel 1:102) en de verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (artikel 1:175). Het Hof kan besluiten de veroordeelde voorwaardelijk in vrijheid te stellen. Aangesloten wordt met betrekking tot het stellen van de voorwaarden bij de voorwaardelijke veroordeling (artikel 1:19 en volgende). Daarmede is ook de procedure voor een eventuele herroeping van de invrijheidsstelling geregeld. Ter voorkoming van misverstanden is apart bepaald, dat tegen de beslissing van het Hof geen cassatie is toegelaten.”

    Op 22 februari 2010 heeft de heer J.C. Murray, levenslang veroordeelde, een verzoek ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) gebaseerd op artikel 34 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Een jaar na in de invoering van de periodieke herziening is de zaak van de levenslanggestrafte Murray ter beoordeling voorgelegd aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het Gemeenschappelijk Hof heeft op grond van de psychologische rapporten geoordeeld dat Murray nog steeds leed aan antisociale persoonlijkheidsstoornis en dat zijn straf na 33 jaar nog altijd het doel diende waarvoor de straf was opgelegd. Op 26 november 2014 is Murray overleden en is de rechtszaak bij het EHRM voorgezet door zijn nabestaanden. De Grote Kamer van het EHRM oordeelde volgens een brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, d.d. 19 mei 2016, “dat het Koninkrijk artikel 3 van het EVRM (het verbod op onmenselijke of vernederende behandeling) heeft geschonden (EHRM Murray t. Nederland, 26 april 2016, nr. 10511/10) “en “dat de levenslange veroordeling van de heer Murray de facto niet reduceerbaar was. Het EHRM overwoog dat, hoewel de heer Murray medisch was onderzocht voorafgaande aan zijn veroordeling tot levenslange detentie, hem nooit enige behandeling voor zijn geestelijke stoornissen is aangeboden gedurende zijn gevangenschap. De opinies van de nationale gerechten, die advies uitbrachten strekkende tegen zijn vrijlating, lieten zien dat er een nauwe samenhang was tussen de persistentie van het risico op recidive aan de ene kant en het gebrek aan behandeling aan de andere kant. Gelet hierop was, op het moment dat de heer Murray zijn klacht indiende bij het Hof, elk verzoek om gratie van hem in de praktijk kansloos.[4]

    1. Doelstelling

    Het land Curaçao beoogt als democratische rechtsstaat de mensenrechten van elke veroordeelde te waarborgen. Bij haar inspanningsverplichting in de naleving van het EVRM  komt het land enige beoordelingsruimte (margins of appreciation) toe.[5][6] Door het een ieder verbindend karakter van de EVRM bepalingen afdwingen. Deze richtlijn loopt vooruit op de vastlegging bij landsverordening van de rechtspositie van de tot levenslang veroordeelde. Met deze vastlegging en het via de rechterlijke toetsing ingebouwde toezicht op de naleving van deze procedures spant de Minister van Justitie zich in om de tenuitvoerlegging van een levenslange gevangenisstraf meer EVRM-compliant te maken.

    Aan het arrest van Murray/Nederland zijn een reeks van arresten voorafgegaan over de verhouding van de tenuitvoerlegging van levenslange gevangenisstraf tot artikel 3 EVRM.[7] In de zaak Murray/Nederland geeft het EHRM voor het eerst aanwijzingen voor de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf aan levenslanggestraften die lijden aan een stoornis.[8][9]

    De relevante wetgeving[10] in het kader van levenslanggestraften in dit kader zijn:

    • Het wetboek van Strafrecht (met name artikel 1:30, e.v.) en de volgende (concept)uitvoeringswetgeving:
    • De Landsverordening beginselen gevangeniswezen; en
    • Het Landsbesluit gevangenismaatregel.

    In deze richtlijn zullen aan de hand van bestaande wetgeving, EHRM-rechtspraak en voorgenomen uitgangspunten in wetsontwerpen het beleid bij de tenuitvoerlegging van een levenslange gevangenisstraf wordt uiteengezet, evenzo wordt uitgeweid over de rechtspositie van de gedetineerde en zal de procedure bij de periodieke herziening worden omschreven. Het vooruitzicht van een levenslanggestrafte op wijziging, verkorting of beëindiging van zijn straf, dan wel de toekenning van een voorwaardelijke invrijheidstelling voor of als gevolg van de periodieke herziening van zijn zaak wordt door deze richtlijn inzichtelijk gemaakt. Daarbij speelt de bereidheid tot of actieve medewerking van een levenslanggestrafte aan zijn rehabilitatieproces en het standpunt van zijn slachtoffers in het herzieningsproces een niet te onderschatten rol. In een aparte handleiding worden de werkprocessen inclusief termijnen vastgelegd.

    1. Werkproces instanties, betrokkenheid van (de) slachtoffer (s) en procedurele
      waarborgen

    In het herzieningsproces is belangrijk dat betrokken instanties op elkaar zijn afgestemd en duidelijk zicht hebben op de oorspronkelijke strafdoelen.[11] De dossiervorming in aanloop naar de herzieningsprocedure wordt gebaseerd op een actuele waardering van de relevante informatieve, omkleed met voldoende procedurele waarborgen en gestoeld op objectieve, van tevoren vastgestelde, criteria.

    Het Land streeft ernaar invulling te geven aan haar positieve verplichting de levenslanggestrafte de kans te bieden om te rehabiliteren, te resocialiseren en te re-integreren in de gemeenschap (verbeterfasen). In deze richtlijn worden de modaliteiten daartoe aangereikt. Het is echter aan de levenslanggestrafte om van deze mogelijkheden gebruik te maken en zich in staat te stellen de herziening van zijn straf met een voor hem positief resultaat af te ronden. Van de gestrafte wordt verwacht dat hij te allen tijde bereid is om inzicht te geven in zijn persoonlijkheid en geestvermogens. Deze richtlijn voorziet ook in gevallen waarin reeds vaststaat dat zonder medische, psychologische of psychiatrische zorg terugkeer van de levenslanggestrafte in de maatschappij niet verantwoord is. In laatstgenoemde gevallen rust op de detentie-inrichting een positieve verplichting om zo nodig hulp in de verbeterfasen (on)gevraagd te bieden om de kans op verbetering realistisch te doen zijn.

    Voorafgaande aan de resocialisatiefase ligt een vergeldingsfase waarin elke mogelijkheid op wijziging, verkorting of beëidinging van de straf, dan wel de toekenning van een voorwaardelijke invrijheidstelling aan de levenslanggestrafte afwezig is. De duur van deze vergeldingsfase varieert per gestrafte en wordt vastgesteld in samenhang met de oorspronkelijke strafdoelen. De vergeldingsfase zal de periode van 15 jaren niet overschrijden. Tijdens de vergeldingsfase vinden op persoonlijke groei gerichte rehabilitatiepogingen[12] plaats in het kader van een humane detentie, zoals zinvolle dagbesteding, onderwijs, intramurale arbeid en in mindere mate resocialisatie.

    Na de vergeldingsfase neemt de resocialisatiefase de overhand. Doel van de resocialisitatie is de levenslanggestrafte op een een veilige en verantwoorde manier (stap voor stap) te laten reintegreren in de samenleving. Zo nodig kan de detentie regime van de levenslanggestrafte worden aangepast, mogelijk naar een minder beveiligde afdeling of van een regime met beperkte gemeenschap naar ene met complete gemeenschap. In deze fase kan de inrichting gebruik maken van een op resocialisatie gerichte detentieprogramma met vooraf bepaalde eindtermen. Terwijl in de vergeldingsfase de nadruk ligt in het op doen van theoretische ervaring, bestaat de resocialisatiefase grotendeels uit praktische (werk)ervaringsmogelijkheden. De gestrafte is zelf verantwoordelijk voor het type arbeid dat hij verricht in deze detentieperiode. Zijn gedrag is bepalend voor de mogelijkheden voor arbeid of het volgen van een vakopleiding. De uitgangspunten hiervoor en de daarbij beschikbare werkniveau’s worden door de detentie inrichting nader uitgewerkt.

    In de re-integratie kunnen complementerende intramurale en extramurale (op re-integratie gerichte) activiteiten, met inbegrip van verlof, aan de levenslanggestrafte worden aangeboden. Deze fase vangt niet eerder aan dan 1 (één) jaar vóór de herzieningszitting. In een herzieningszitting wordt beoordeeld of en voor hoelang de levenslanggestrafte in de reintegratiefase moet zitten, dan wel voorwaardelijk in vrijheid kan worden gesteld met vastlegging van de daarbij behorende proeftijd. De voorwaarden kunnen bestaan uit elektronisch toezicht, meldplicht of dienstverlening. Voorafgaande aan de overgang van de ene fase naar de andere of bij vertraging van de overgang wordt de levenslanggestrafte gehoord.

    Zowel de vergeldings- als de resocialisatiefase staan onder verantwoordelijkheid en regie van de detentie-inrichting. De re-integratiefase staat onder verantwoordelijkheid van de detentieinrichting en regie van het Gemeenschappelijk Hof met ondersteunend advies van de reclasseringinstelling. De voorwaardelijke invrijheidstelling en verlof staan onder regie van het Gemeenschappelijk Hof gecoördineerd met ondersteunend advies van het Centraal College voor de Reclassering. De detentie-inrichting is bevoegd om ter vaststelling van recidiverisico en ter waarborging van de rechten van zowel de gedetineerde als die van slachtoffer(s) in alle uitvoeringsfasen het advies in te winnen van de reclasseringinstelling.

    1. Voortgangsrapportage Openbaar Ministerie en procedurele waarborgen[13]

    Artikel 1:30 lid 4 Wetboek van Strafrecht Curaçao bepaalt dat de Procureur-Generaal de veroordeelde dagvaardt uiterlijk 6 (zes) maanden voor de afloop van voornoemde periode van 20 (twintig) jaren.

    Uiterlijk zes maanden voor de periode van 20 (twintig) jaren zal vanuit de Procureur-Generaal te Curaçao een dagvaarding uitgaan richting de levenslanggestrafte, voor een behandeling die gepland moet worden op een Hof zitting op Curaçao. Deze hof zitting dient zo kort mogelijk na de “20-jaarsdatum” plaats te vinden. Indien betrokkene naar aanleiding van die zitting niet voorwaardelijk in vrijheid is gesteld of als de straf niet via de gratieprocedure kwijtgescholden is, zal dit process zich na 5 (vijf) jaar herhalen.

    Conform de instructie van de Procureur-Generaal zal er een jaarlijks terugkerend process gevolgd moeten worden van rapportage-momenten over de levenslanggestrafte, welk repeterend process idealiter 2 (twee) jaar vóór de eerste toets ex art. 1:30 van het Wetboek van Strafrecht start. Door de directeur wordt team van functionarissen –uit resp. de Unit detentie en de Unit correctie bij de detentie-inrichting- aangewezen voor het opstellen van de nodige rapportage. De rapportage bevat als separaat onderdeel een milieu onderzoek opgesteld door de Reclassering alsook door de Reclassering vastgelegde standpunten van (nabestaanden van slachtoffers.

    Een tussentijds herboordelingsmoment na 2 (twee) jaar is belangrijk doordat het tot doel heeft de balans na verloop van tijd opnieuw op te maken en te bestuderen of er met het voortduren van de levenslange gevangenisstraf nog een legitiem strafdoel wordt gediend. Ook wordt de levenslanggestrafte in staat gesteld zichzelf te verbeteren gedurende zijn gevangenisstraf voor een mogelijke terugkeer in de samenleving.

    1. Review zitting

    Het herzieningsproces geschiedt door het Gemeenschappelijk Hof, zijnde een politiek-neutrale instantie, en biedt daardoor voldoende waarborgen voor objectieve afhandeling. In zijn rapportage geeft de Procureur-Generaal de periode aan die nodig is om uitvoering te geven aan (naar aanleiding van requisitoir te nemen) beslissing van het Hof. Bij de behandeling van de zaak zal worden onderzocht hoe de Staat de levenslanggestrafte voorzien heeft in mogelijkheden tot resocialisatie. Het Hof zal toetsen of met de tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing of de voorzetting daarvan een met de strafrechtstoepassing na te streven doel in redelijkheid wordt gediend. Het Hof neemt daarbij, conform de wettekst, minimaal in beschouwing:

    –        De positie van het eventuele slachtoffer of de directe nabestaanden;

    –        Het gevaar dat de veroordeelde alsnog zal recidiveren.

    In de advisering richting het Hof hanteert het OM en de deskundigen de volgende criteria:

    a. de impact op de slachtoffers en nabestaanden en
    b. de behoefte aan vergelding;
    c. het recidiverisico van de veroordeelde;
    d. de delict gevaarlijkheid van de veroordeelde;
    e. het gedrag en de ontwikkeling van de levenslanggestrafte tijdens detentie;
    f. de ernst van het bewezenverklaarde feitencomplex;
    g. de person van de levenslanggestrafte.

    Een deugdelijke administratie van alle, zowel ten gunste als ten nadele van de levenslanggestrafte, opgestelde rapporten zal bijdragen bij de beoordeling van het gedrag van de betrokkene gedurende de detentieperiode. Zowel voor de reviewzitting als voor de voortgangsrapportages (elke 5 (vijf) jaren) dient afzonderlijk door de detentie-inrichting, Reclassering, psycholoog, psychiater en eventueel andere experts een (multidisciplinair) verslag te worden opgesteld en ingeleverd te worden bij het Openbaar Ministerie. Het door de gevangenis, de reclassering en de gedragskundig onderzoekers uitgebrachte rapporten documenteren-gedurende een lange aanloopfase- zo uitvoerig en concrete mogelijk in hoeverre het verantwoord is de levenslanggestrafte- al dan niet gefaseerd- terug te laten keren in de maatschappij en aan welke randvoorwaarden hierbij moet zijn voldaan (een delict analyse en risicotaxatie wordt in het rapport inbegrepen). Daarbij wordt ingegaan op de verdere criteria beschreven in het werkplan review levenslanggestraften.

    1. Vervolg procedure en de voorwaardelijke invrijheidstelling

    De voornaamste taak van het Centraal College voor de Reclassering (college) is om een objectief oordeel aan het Gemeenschappelijk Hof van Justitie te verstrekken bij de advisering over eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling van levenslanggestraften. Voorafgaande aan het uitbrengen van dit advies ontvangt het College een advies van de Strafgevangenis en het Huis van Bewaring alsook van de Reclassering. In dit kader wordt het College als een zelfstandig (strafvordelijk) adviesorgaan beschouwd en maakt het geen onderdeel uit van het team belast met het opstellen van een multidisciplinair verslag (onderdeel 6, reviewzitting). Indien de herziening niet ten voordele van de levenslanggestrafte wordt beloven, wordt zijn straf na 5 (vijf) jaar opnieuw beoordeeld door het Gemeenschappelijk Hof. In dit geval wordt de gedetineerde telkens na 1 (één) jaar volgens de Volgprocedure intern beoordeeld. Bij het 4de jaar wordt het volledige dossier onder verantwoordelijkheid van het OM samengesteld. De levenslanggestrafte dient echter de mogelijkheid geboden te worden door de detentie-inrichting om zijn re-integratietraject daadwerkelijk ten uitvoer te leggen. Mocht de re-integratie niet mogelijk zijn, dan dient dit ook te worden aangegeven.

    De duur van de proeftijd van de algemene voorwaarde bij de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt door het Gemeenschappelijk Hof bepaald. Voor het overige wordt verwezen naar het eerdere citaat uit de memorie van toelichting op het Wetboek van Strafvordering.

    1. Verkorting van een levenslange gevangenisstraf
      a. Bestuurlijke en strafvordelijke procedure

    Artikel 43 Wetboek van Strafvordering bepaalt dat in alle gevallen, waarin het belang van een goede strafrechtsbedeling een voorziening dringend noodzakelijk maakt en het wetboek zelf wat dat betreft geen regeling bevat, een verzoek om zodanige voorziening kan worden gedaan door de verdachte of degene die daarbij een rechtstreeks hem bepaaldelijk aangaand belang heeft. Deze bevoegdheid om voorziening te vorderen komt ook toe aan het openbaar ministerie. De bevoegdheid van een levenslanggestrafte om van deze procedure gebruik te maken getuigt dat ons rechtssysteem genoegzame waarborgen biedt voor zijn rechtsbescherming. Aan de andere kant is beroep op de bestuurlijke procedure uitgesloten.[14]

    b. Gratie verzoeken en ambtshalve gratie toekenning

    Gratie is een gunst. Het gratierecht, verankerd is artikel 93 van de Staatsregeling en artikelen 611 e.v. van het Wetboek van Strafvordering, is een aangelegenheid van het Land Curaçao in handen gesteld van de Gouverneur als constitutioneel hoofd van de regering. Gratieverlening vindt dan ook plaats onder ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie. De mogelijkheid van gratie aan een levenslanggestrafte is eerder een vrijlating in termen van “compassie” dan een vrijlating in termen van “reclassering en rehabilitatie”. Hierdoor past gratie niet in het resocialisatiebeginsel dat het EHRM ten grondslag legt aan zijn overweging dat de veroordeelden vanaf de oplegging van hun straf een “prospect of release” behoren te hebben.

    Niettemin wordt in dit beleid aandacht besteed aan de gratie door het op de levenslange gevangenisstaf verkortend karakter. Indien bijzondere omstandigheden de Minister van Justitie aanleiding geven om, zonder dat een daartoe strekkend verzoekschrift is ingediend, een voorstel tot gratieverlening in overweging te nemen, wordt het advies ingewonnen, zoals gebruikelijk in een regulier gratieverzoek.[15]

    1. Juridische bijstand aan de levenslanggestrafte en het recht op contra-expertise

    De periodieke herziening van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf valt niet onder een daad van vervolging als bedoeld in artikel 6 EVRM. Hierdoor bestaat er enerzijds geen verplichting van het Land Curaçao om een advocaat kosteloos ter beschikking te stellen indien de levenslanggestrafte on- of minvermogend is.

    Het Land Curaçao hanteert anderzijds, volgens vergoedingsbeleid van de Commissie toevoeging in strafzaken, een standaardtarief voor herzieningszaken. Dit blijkt uit de bijlage bij de brief van de Minister van Justitie van 17 januari 2017.

    Uiterlijk 6 (zes) maanden vóór de herzieningszitting dan wel kort na diens dagvaarding door de Procureur-Generaal, zal de Commissie toevoeging in strafzaken een advocaat toewijzen aan de on- of minververmogende levenslanggestrafte voor bijstand in de voorbereiding op het proces en tijdens het proces.

    1. Evaluatie van de richtlijn

    Deze richtlijn wordt jaarlijks, na onderzoek onder leiding van de Beleidsorganisatie Ministerie van Justitie, door de minister geëvalueerd. In het onderzoek wordt de afstemming van de instanties op elkaar meegenomen, de effectiviteit van de verbeterfasen, de duur van de herzieningsmomenten, alsook de uitvoering van de Volgprocedure in samenhang met de ontwikkeling in de rechtspraak.

    [1] In Nederland werd destijds nog het beleid “levenslang is levenslang” gehanteerd, zie o.a. Verslag van een vaste commissie wetgevingsoverleg van 1 juni 2004, Kamerstukken !! 2003/04, 28 484, nr. 34, p. 31; Brief van de minister van Justitie Hirsch Ballin en staatssecretaris van Justitie Albayrak, ‘Gratieprocedure en tenuitvoerlegging levenslange gevangenisstraf’, Kamerstukken !! 2009/10, 32 123V!, nr. 10, p. 3; Kamerstukken !! 2011/12, 24 587, nr. 464 (brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 16 april 2012); zoo ok pag. 220 van Hattum, W.F. (2013). De rechter, de minister en de levenslange gevangenisstraf. Trema, 2013(7), 220-225.
    [2] De landsverordening beginselen gevangeniswezen (P.B. 1996, no. 73) bepaalt, zonder onderscheid in strafmaat, in artikel 17: Met de handhaving van het karakter van de vrijheidsstraf of de maatregel van terbeschikkingstelling van de Regering, wordt de tenuitvoerlegging hiervan mede dienstbaar gemaakt aan de voorbereiding van de terugkeer van de gedetineerde in de maatschappij.
    [3] ECLI:NL:HR:2016:1361 en Onderlinge Regeling detentie op grond van artikel 38, Statuut.
    [4] Case of Murray v. The Netherlands- application no. 10511/10
    [5] Artikel 2, onderdeel b, van de Staatsregeling van Curaçao kent aan een Verdrag de status van wettelijke regeling binnen ons staatsbestel. Buitenlandse betrekkingen (waarvan verdragen een onderdeel vormt) is een koninkrijk aangelegenheid, zoals bepaald in artikel 3, onderdeel b van het Statuut. Volgens artikel 5, eerste lid, van het Statuut is de wetgevende macht in aangelegenheden van het Koninkrijk, voor zover het Statuut hierin niet voorziet, geregeld in de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden. Artikelen 93 en 94 van de Grondwet geven het kader voor de beoordelingsruimte voor EVRM bepalingen.
    [6] Zie P.B. 2008, 76; BESLUIT van de 8ste oktober 2008 tot opneming van het Besluit van 22 augustus 2008 (Stb. 348) ter bekendmaking van de tekst van de herziende Grondwet.
    [7] Volgens deze jurisprudentie zal een levenslange gevangenisstraf de jure en de facto te reduceren moeten zijn.
    [8] Zie W.F. van Hattum, “De beleidswijziging levenslange gevangenisstraf (of: de nieuwe kleren van de staatssecretaris)” ; NJB 24-6-2016, pag. 1767
    [9] Volledigheidshalve wordt hierbij vermeld dat in het algemeen behoudens ontzetting van bepaalde rechten en verbeurdverklaring geen andere straf of maatregel naast levenslange kan worden opgelegd (artikel 1:11, vijfde lid, Wetboek van Strafrecht). In het bijzonder bepaalt artikel 1:79 Wetboek van Strafrecht dat naast een levenslange gevangenisstraf de maatregelen plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis en terbeschikkingstelling (vanzelfsprekend) niet kunnen worden opgelegd. De maatregelen onder curatele stelling en strafrechtelijke opvang van verslaafden verdragen zich (volgens artikel 1:104) evenmin met een levenslange gevangenisstraf.
    [10] De voorstellen voor wetgeving ter uitvoering van het nieuwe Wetboek van Strafrecht (P.B. 2011, 48) zijn nog niet afgekondigd. Intussen wordt de wetgeving ter uitvoering van het oude Wetboek van Strafrecht gehanteerd.
    [11] Voor zover doelen niet in het vonnis zijn aangegeven kan bij uitvoering worden uitgegaan van o.a. vergelding van began onrecht, de beveiliging van de maatschappij (special preventie) en de demonstratie van de norm.
    (generale preventive), zoals geconcludeerd door A-G Jörg voor HR 17 november 2009, ECLI:HR:2009:BI2315 onder punt 77 e.v. (bron: Hoe te reageren op de allerergste misdaden?; mr. T. de Bont & mr. dr. S. Meijer, nt. 8, p. 120);
    [12] Artikel 33 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen omschrijft het recht van de gestrafte op sociale zorg en hulpverlening als volgt: Het behoort tot de taak van de directeur de gedetineerden te helpen bij het zoeken naar een oplossing van de maatschappelijke moeilijkheden die met het feit van hun detentie of met de omstandigheden, die tot het plegen van het strafbare feit hebben geleid, in verband staan.
    [13] Review Procedure (uitwerking vindt plaats in een “werkplan review levenslanggestraften”).
    [14] Volgens artikel 7, tweede lid, aanhef en onder i, van de Landsverordening administratieve rechtspraak staat geen beroep open tegen een beschikking die is gegeven op grond van bepalingen van strafrechtelijke aard.
    [15] Deze ambtshalve toekenning van gratie aan een levenslanggestrafte wordt overwogen in gevallen waarin er sprake is van een evidente misslag zijdens het Land.

  • Echtscheiding

    EC H T S C H E I D I N G

    Bij exploit van de zeventiende april tweeduizenddrieëntwintig, waarvan afschrift is gelaten aan de Edelachtbare Heer Officier van Justitie bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao, die het oorspronkelijk voor “Gezien” heeft getekend, heb ik, PATRICK ELOGIO KIRINDONGO, deurwaarder voor burgerlijke zaken bij Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao, wonende te Curaçao en  kantoorhoudende aan de Winston Churchillweg No. 72-L, ten verzoeke van Jean-Claude CHARLES, wonende te Curaçao, BETEKEND aan Sharna Ann Marie WRIGHT, laatstelijk gewoond hebbende te Curaçao aan de Sumatrastraat No. 20, thans zonder verder bekend woon- of verblijfplaats, de grosse van een beschikking door de E.A. Heer/Vrouwe Rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg te Curaçao, welke beschikking ter terechtzitting van het Gerecht voormeld de 21ste maart 2023 in het openbaar is uitgesproken, waarbij de echtscheiding tussen partijen op de 9de juni 2015 te St. James, Jamaica, in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd, is uitgesproken.

    De Gerechtsdeurwaarder,
    P.E. Kirindongo.
                   

     

     

  • Liquidatie

    De vereffenaar van de naamloze vennootschap Wala Realty N.V. in liquidatie, statutair gevestigd te Curaçao, met adres Kaya Flamboyan 9, (de “Vennootschap”) geeft te kennen dat de slotverantwoording als bedoeld in artikel 2:31 lid 7 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van de uitkering van het vermogen van de Vennootschap, voor een ieder ter inzage ligt ten kantore van de Vennootschap en ten kantore van het handelsregister te Curaçao en dat de vereffening van de Vennootschap met ingang van 21 april 2023 is geëindigd.

  • Liquidatie

    Variano Corporation N.V. (in liquidatie)

    SLOTVERANTWOORDING
    VAN VARIANO CORPORATION N.V. (IN LIQUIDATIE)

    Slotverantwoording met betrekking tot de liquidatie van de N.V., opgericht naar het recht van Curacao: Variano Corporation N.V. (in liquidatie), statutair gevestigd te Curacao, en kantoorhoudende aan Pareraweg 45, Curacao;

    De vereffenaar heeft terstond bij zijn aantreden vastgesteld dat geen aan hem bekende baten (meer) aanwezig zijn en dat derhalve ingevolge artikel 2:31 lid 6BWNA de vereffening van de N.V. is beeindigd.

    De Vereffenaar.

  • Liquidatie

    Long Life Private Foundation (in liquidatie)

    Bij bestuursbesluit van 7 Maart 2023 werd besloten de stichting per 7 Maart 2023 te ontbinden.

    PLAN VAN UITKERING
    Hetgeen van het vermogen van de rechtspersoon na voldoening van de vorderingen der schuldeisers resteert zal aan de aandeelhouders of andere rechthebbenden van de rechtspersoon worden uitgekeerd in verhouding tot hun gerechtigheid in de rechtpersoon, zulks in overeenstemming met de statuten van de rechtspersoon. Het plan van uitkering ligt ter inzage van alle belanghebbenden ten kantore van de rechtspersoon.

  • Liquidatie

    Good Luck Private Foundation (in liquidatie)

    Bij bestuursbesluit van 7 Maart 2023 werd besloten de stichting per 7 Maart 2023 te ontbinden.

    PLAN VAN UITKERING
    Hetgeen van het vermogen van de rechtspersoon na voldoening van de vorderingen der schuldeisers resteert zal aan de aandeelhouders of andere rechthebbenden van de rechtspersoon worden uitgekeerd in verhouding tot hun gerechtigheid in de rechtpersoon, zulks in overeenstemming met de statuten van de rechtspersoon. Het plan van uitkering ligt ter inzage van alle belanghebbenden ten kantore van de rechtspersoon.

  • Liquidatie

    U & A LIQUIDATORS N.V.
    (in liquidatie)

    Besluit tot ontbinding:
    Bij besluit van de Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de vennootschap is beslo-ten de vennootschap per 31 maart 2023 te ontbin- den.

    Rekening en verantwoording:
    De vereffenaar heeft vastgesteld wat de omvang van de rechten en verplichtingen van de vennootschap zijn en heeft daarvan een balans opgemaakt die voor alle belanghebbenden ten kantore van de vennootschap ter inzage ligt.

    Plan van Uitkering:
    De vennootschap zal op korte termijn al haar schulden voldoen, waarna het resterend liquidatiesaldo aan de aandeelhouders zal worden voldaan overeenkomstig de bepalingen van de statuten van de vennootschap.

    De Vereffenaar

  • Liquidatie
    Direx N.V.
    (in liquidation)

    The liquidator has determined that there are no more known assets and has made the final statement available for inspection at the offices of the Trade Register.

    The Liquidator

  • Liquidatie

    Notice of Appointment of a Liquidator under Section 204
    of the BVI Business Company Act.

    ADWELL HOLDINGS LTD.
    (“the Company”)
    (In Voluntary Liquidation)
    Company No. 159057

    NOTICE is hereby given pursuant to section 204 (1) (b) of the BVI Business Companies Act, 2004 that the Company is in voluntary liquidation.
    The voluntary liquidation commenced on the 28th day of March 2023.
    The Liquidator is Mrs. Corine George of Saba Hill, Tortola BVI.

    Liquidator

  • Liquidatie
    FAILLISSEMENT

    Bij vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao d.d. 14 april 2023 is de besloten vennootschap METIS Adviseurs Installatie- en Energietechniek B.V., statutair gevestigd te Curaçao en kantoorhoudende aan de Kaya Enkanto 5, Willemstad, Curaçao in staat van faillissement verklaard met benoeming van de heer mr. O. Nijhuis tot rechter-commissaris en aanstelling van ondergetekende tot curator. Crediteuren van METIS Adviseurs Installatie- en Energietechniek B.V. worden hierbij uitgenodigd hun vordering ter verificatie in te dienen bij de curator.

    Curator,
    Danilo C. Narvaez
    Pietermaai 123, P.O. Box 504
    Tel.: +599 9 461 3400 ext. 155
    Mobiel: +599 9 670 8099
    E-mail: Narvaez@vaneps.com
    Website: www.vaneps.com

  • Liquidatie
    W.B.A. HOLDING & fINANCE B.V.
    (in liquidatie)

    Besluit tot ontbinding:
    Bij besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de vennootschap is besloten de vennootschap per 5 april 2023 te ontbinden.

    Rekening en verantwoording:
    De vereffenaar heeft vastgesteld wat de omvang van de rechten en verplichtingen van de vennootschap zijn en heeft daarvan een balans opgemaakt die voor alle belanghebbenden ten kantore van de vennootschap ter inzage ligt.

    Plan van Uitkering:
    De vennootschap zal op korte termijn al haar schulden voldoen, waarna het resterend liquidatiesaldo aan de aandeelhouders zal worden voldaan overeenkomstig de bepalingen van de statuten van de vennootschap.

    De Vereffenaar

     

  • Liquidatie
    Stichting Particulier Fonds Nevo
    in liquidatie
    Gevestigd te Curaçao

    Slotverantwoording:
    De vereffenaar deelt mede dat alle schuldeisers zijn voldaan en dat er aan hem geen bekende baten meer aanwezig zijn in het vermogen van de Stichting Particulier Fonds Nevo in liquidatie. De vereffenaar is overgegaan tot het opstellen van de slotverantwoording, welke ter inzage ligt ten kantore van het handelsregister.

    De Vereffenaar, Gronivé B.V.

  • Liquidatie
    Stichting Particulier Fonds Cammax
    in liquidatie
    Gevestigd te Curaçao

    Slotverantwoording:
    De vereffenaar deelt mede dat alle schuldeisers zijn voldaan en dat er aan hem geen bekende baten meer aanwezig zijn in het vermogen van de Stichting Particulier Fonds Cammax in liquidatie. De vereffenaar is overgegaan tot het opstellen van de slotverantwoording, welke ter inzage ligt ten kantore van het handelsregister.

    De Vereffenaar, Gronivé B.V.

  • Liquidatie

    Handelskade Real Estate N.V.
    In liquidatie

    De vereffenaar heeft vastgesteld dat er geen bekende baten meer aanwezig zijn en heeft de slotverantwoording ter inzage gelegd ten kantore van het handelsregister.

    De Vereffenaar

  • Liquidatie

    DR. Maalweg Real Estate N.V.
    In liquidatie

    De vereffenaar heeft vastgesteld dat er geen bekende baten meer aanwezig zijn en heeft de slotverantwoording ter inzage gelegd ten kantore van het handelsregister.

    De Vereffenaar