Editie no. 18 - Jaargang 2022 - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Landscourant

Jaargang 2022
6 Mei 2022
Editie no. 18
  • Aankondiging

    AANKONDIGING

    Mevrouw Jessica Paola Noor en de heer Jose Luis Matos Canelo, wonende te Curaҫao, heeft zich per verzoekschrift d.d. 28 mei 2020, gewend tot Hare Excellentie de Gouverneur van Curaҫao, met het verzoek om toestemming te verlenen om de geslachtsnaam van het kind Liam Alexander “Matos Canelo” te veranderen in “Matos Noor”.
    Belanghebbende partijen kunnen zich binnen drie maanden na heden middels een bezwaarschrift aan Hare Excellentie de Gouverneur van Curaҫao tegen dit verzoek om geslachtsnaamsverandering verzetten.

                                                                                                                                    Willemstad, 15 maart 2022
    de Secretaris-Generaal, a.i.
    van het Ministerie van Justitie,
    mevr. Mr. D.M.C. Lai- Promes

  • Aankondiging
    A A N K O N D I G I N G

    Bij exploit van de negenentwintigste april 2022, waarvan afschrift is gelaten aan de E.A. Heer Officier van Justitie bij het Gerecht in Eerste Aanleg op het eiland Curaҫao, heb ik, ROBERTICO ALEJANDRIO RAMAZAN, deurwaarder bij het Gerecht op Curaҫao, ten verzoeke van 1. de rechtspersoon naar buitenlands recht VIBAR  TRANSPORT  d.o.o.  en 2. ANDREJ  BARLIC,  gevestigd / wonende in Slovenië, die voor deze zaak domicilie kiezen in  Curaçao aan de Pietermaai no. 23, ten kantore van de advocaat mr. A.C. van Hoof, aan  de vennootschap naar buitenlands recht QUEEN EAGLE SOLUTIONS LTD., zonder bekende vestigingsplaats te Curaçao of daarbuiten,  BETEKEND, de grosse van een vonnis d.d. 25 april 2022, gewezen door het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao.

    De deurwaarder voornoemd,
    R.A. RAMAZAN.

  • Aankondiging

    AANKONDIGING FUSIE

    Ten kantore van het handelsregister te Curaçao, alsmede ten kantore van ieder van de vennootschappen Phoenix Ventures II N.V., een naamloze vennootschap gevestigd te Curaçao, met adres Kaya Richard J. Beaujon z/n, Curaçao, ingeschreven in het handelsregister te Curaçao onder nummer 159644 (de Verdwijnende Vennootschap I), East Point S.R.L., een vennootschap naar het recht van Costa Rica, met adres Centro Empresarial Forum 2, Building L, First Floor, Costa Rica, ingeschreven in het handelsregister te Costa Rica onder nummer 3-102-280100 (de Verdwijnende Vennootschap II), en Corporación de Supermercados Unidos, S.R.L., een vennootschap naar het recht van Costa Rica, met adres Centro Empresarial Forum 2, Building L, First Floor, Costa Rica, ingeschreven in het handelsregister te Costa Rica onder nummer 3-102-7223 (de Verkrijgende Vennootschap), is ter inzage gelegd een voorstel tot grensoverschrijdende juridische fusie met steeds de daarbij vereiste stukken, als bedoeld in titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • Bekendmaking

    De minister van Algemene Zaken,

    in overeenstemming met de minister van Justitie en de minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening (hierna tezamen te noemen: de Ministers).

    Beleidsregel inzake de toelating van vrouwelijke beroepsmilitairen tot de   Curaçaose Militie

    Nieuw beleid

    Met ingang van het opleidingsjaar 2022 worden naast mannen, ook vrouwen als beroepsmilitair toegelaten tot de Curaçaose Militie.

    De na de wervingsprocedure geselecteerde vrouwelijke kandidaten worden, net als de mannelijke kandidaten, benoemd in tijdelijke dienst van het Land Curaçao voor de duur van de opleiding ‘Elementaire Militaire Vorming voor Caribische militairen’, onder gelijktijdige terbeschikkingstelling van de Commandant der Zeestrijdkrachten in het Caribisch gebied. De toelatingseisen en de te behalen eindtermen van de opleiding kennen geen differentiatie naar geslacht. De toepassing van arbeidsvoorwaarden en de inschaling geschieden voor de vrouwelijke beroepsmilitairen evenals voor de mannelijke beroepsmilitairen conform geldend beleid van de minister van Justitie en van de Commandant der Zeestrijdkrachten in het Caribisch gebied, in lijn met het Bezoldigingsbesluit Dienstplichtigen Curaçao 1986 (P.B. 1987, no. 2) en de Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223). Na afronden van bovenbedoelde initiële opleiding wordt de vrouwelijke beroepsmilitairen evenals de mannelijke beroepsmilitairen een periode van minimaal 4 jaar vergund om deel uit te blijven maken van de Curaçaose Militie.

    Het bovenstaande vereist een geslacht-neutrale benadering van de Dienstplichtverordening 1961 en het Bezoldigingsbesluit Dienstplichtigen Curaçao 1986, in die zin dat waar ‘man’ staat of bedoeld wordt, ook ’vrouw’ moet worden gelezen of begrepen en waar ‘vrouw’ staat of bedoeld wordt, ook ‘man’ moet worden gelezen of begrepen.

    Voorbereidingen zijn gaande voor een moderne rechtspositieregeling voor lokale beroepsmilitairen (m/v), naast het traject ter professionalisering van de Curaçaose Militie tot een volwaardige lichte infanterie-eenheid voor Curaçaose militairen.

    Voorwaarden

    Er worden geen vrouwen tot de Curaçaose Militie toegelaten zolang niet door de Commandant der Zeestrijdkrachten in het Caribisch gebied schriftelijk melding is gedaan bij de minister van Algemene Zaken dat voldaan is aan de voorwaarden:

    1. dat bij de Curaçaose Militie in ieder geval vrouwelijke vertrouwenspersonen aangesteld zijn en bij voorkeur ook vrouwelijke instructeurs; en
    2. dat op de Kazerne te Sufissant verplicht gescheiden slaap- en sanitaire ruimten voor mannen en voor vrouwen beschikbaar zijn, met toepassing en handhaving van een huisreglement ter waarborging van de veiligheid.

    Bekendmaking

    Deze beleidsregel wordt voor het publiek bekendgemaakt in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden opgenomen oftewel de Landscourant.

    Evaluatie

    De toelating van vrouwelijke beroepsmilitairen zal in het eerste ‘gemengde’ opleidingsjaar tussentijds en na afloop worden geëvalueerd aan de hand van indicatoren en op meetmomenten die gezamenlijk namens de Ministers en namens de Commandant der Zeestrijdkrachten in het Caribisch Gebied worden vastgesteld. In ieder geval zal worden gekeken naar het percentage vrouwelijke militairen van het totale aantal deelnemers aan deze eerste gemengde lichting, het percentage geslaagde vrouwelijke militairen van het totale aantal geslaagden van deze lichting en de gevoelens en ervaringen van de vrouwelijke militairen met betrekking tot bejegening, acceptatie, veiligheid en zorg.


    Toelichting bij de Beleidsregel inzake de toelating van vrouwelijke beroepsmilitairen tot de Curaçaose Militie

    Aanleiding

    In augustus 2022 begint een nieuw opleidingsjaar van de Curaçaose Militie (CurMil). Het betreft de initiële opleiding: ‘Elementaire Militaire Vorming voor Caribische militairen’. De werving voor deze nieuwe lichting aspiranten, neemt in de eerste week van maart 2022 een aanvang. Tot nu toe worden alleen mannelijke kandidaten toegelaten als beroepsmilitair bij de CurMil. De roep uit de samenleving om de CurMil open te stellen voor vrouwelijke deelnemers wordt steeds luider.

    Belangstelling

    Er bestaat veel belangstelling bij jonge vrouwen om deel te nemen aan opleidingen als die van de CurMil. Jaarlijks meldt zich bij elke wervingsronde van de CurMil een grote groep geïnteresseerde vrouwen, tegen wie ‘nee’ verkocht wordt. Andere korpsen in de veiligheidsketen, zoals de politie en de brandweer, zijn wel toegankelijk voor vrouwen. Het Vrijwilligers Korps Curaçao (VKC) kent sinds jaar en dag vrouwelijke leden, ook in het dagelijks managementteam. De Brigada di Seguridat i Formashon  van Bos di Hubentut (jeugdbrigade) heeft een groeiend aantal deelnemende meisjes en jonge vrouwen tussen 15 en 25 jaar oud. De Landsverordening Sociaal Vormingsplicht (P.B.  2005, no. 72), waar het Sociaal Vormingstraject, dat in 2022 gereactiveerd wordt, van is afgeleid, spreekt van jongeren, zonder onderscheid te maken naar geslacht. Het Sociaal Vormingstraject (SVT) is daarmee nadrukkelijk ook opengesteld voor jonge vrouwen. Het SVT en het VKC maken voor zover mogelijk gebruik van dezelfde fysieke infrastructuur als de CurMil op de kazerne te Suffisant. De jeugdbrigade, het VKC en wellicht ook het SVT dienen als perfecte kweekvijvers voor vrouwelijke aspiranten voor de CurMil. Er is met andere woorden al zicht op diverse mentaal en fysiek geschikte dames, die een plek binnen de CurMil ambiëren.

    De gedachte dat Curaçaose vrouwen (beroeps)militair moeten kunnen zijn, is niet nieuw. In het Plan van aanpak ‘Dienstplicht in verandering. Van kansarm tot kansrijk in Pais Kòrsou’ van 8 maart 2010, refereerde de toenmalige Commissie Dienstplicht País Kòrsou nadrukkelijk naar de wens van het Bestuurscollege in 2009 om toelating van vrouwen mogelijk te maken (p. 6).  Ook deed een in 2013 ingestelde Commissie Aanpassing Dienstplichtverordening 1961 een voorstel voor actualisering van de Dienstplichtverordening, waarin de deelname van vrouwen één van de wijzigingen was.

    Probleemanalyse: dienstplicht

    De wetgeving op grond waarvan militairen thans bij de CurMil worden aangesteld, is geen ‘gender inclusive’ regeling.  De CurMil, althans zijn voorloper(s), waaronder de Antilliaanse Militie, is de militaire eenheid die was opgezet ter implementatie van de dienstplicht. De dienstplicht geldt wettelijk alleen voor mannen. Artikel 1, tweede lid, van de  Dienstplichtverordening 1961 (P.B. 1961, no. 223) sluit vrouwen uit van deelname aan de dienstplicht. De dienstplicht bestaat wettelijk nog steeds, maar de opkomstplicht behorende bij de dienstplicht is per 1 mei 1997 binnen het Koninkrijk opgeschort. De bepalingen in de Dienstplichtverordening 1961 aan de hand waarvan daadwerkelijke oproeping van mannelijke personen en uitoefening van de dienstplicht plaatsvindt, worden dus sindsdien niet uitgevoerd; ook niet op Curaçao. Vanaf die tijd bestaat de krijgsmacht, en dus ook de CurMil, de facto alleen nog uit zogenaamde ‘vrijwillig dienende beroepsmilitairen’ en niet meer uit dienstplichtige militairen. Het Land Curaçao stelt de beroepsmilitairen aan, en is hun werkgever op basis van een benoeming in dienstbetrekking bij het Ministerie van Justitie. De Commandant der Zeestrijdkrachten in het Caribisch Gebied is de operationeel leidinggevende van de CurMil en is verantwoordelijk voor inzet, opleiding en training. Er is echter nog geen rechtspositieregeling tot stand gekomen voor de beroepsmilitairen bij de CurMil. Met de Dienstplichtverordening 1961 in de hand is tot nu toe gewerkt ‘in de geest’ van de rechtspositionele bepalingen behorende bij de dienstplicht, terwijl die bepalingen niet altijd aansluiten op de huidige omstandigheden.

    Eén van de gevolgen hiervan is dat vrouwen, die belangstelling hebben voor een baan als beroepsmilitair bij de CurMil, tussen wal en schip vallen omdat bij de toelating tot de CurMil nog steeds wordt uitgegaan van één van de wettelijke voorwaarden behorende bij de dienstplicht, namelijk dat alleen mannen daarvoor in aanmerking komen.

    Het Land Aruba heeft zeer recentelijk besloten vrouwelijke beroepsmilitairen tot de Arubaanse Militie toe te laten. In Nederland staan alle militaire eenheden in principe ook open voor vrouwelijke beroepsmilitairen.

    Beleidsdoelen: gelijke behandeling en sociaal perspectief

    Het Land Curaçao streeft als goed werkgever een moderne werkrelatie na, waarin de gelijkwaardigheid van man en vrouw tot uitdrukking komt in gelijke rechten en plichten, zonder discriminatie op grond van geslacht. In het kader  van dat streven is het wenselijk om naast mannen ook vrouwen als beroepsmilitair in dienst te nemen en tot de Curaçaose Militie toe te laten, vooruitlopend op de aanpassing van de relevante wet- en regelgeving.

    De huidige situatie waarin de sollicitatie van een vrouw om beroepsmilitair te worden niet in aanmerking wordt genomen en die van een man wel, is door het verschil in behandeling alleen al op grond van het verbod op seksediscriminatie tussen mannen en vrouwen rechtens onhoudbaar en maatschappelijk onwenselijk. Nu er in de praktijk geen sprake is van dienstplicht, maar van vrijwillige aanmelding, geldt – los van de vraag of de uitsluiting van vrouwen in de Dienstplichtverordening 1961 de constitutionele toets kan doorstaan – dat gendergelijkheid aan vrouwen in beginsel het recht geeft om als beroepsmilitair bij de CurMil aan de slag te gaan. Het niet toelaten van vrouwen druist in tegen het principe van gelijkheid, dat als verdragsrechtelijke norm expliciet is neergelegd in het discriminatieverbod van artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en ook in artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Dit is bovendien constitutioneel verankerd in artikel 3 van de Staatsregeling van Curaçao. Voorts blijkt uit artikel 5 van de Staatsregeling en artikel 25, onderdeel c, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten de waarborg, dat bij de benoeming in overheidsdienst, ondanks dat er eisen mogen worden gesteld, niet gediscrimineerd mag worden tussen Nederlanders.

    Net als voor jonge mannen is de deelname van jonge vrouwen in CurMil een manier om landskinderen sociaal perspectief te bieden: een kans op een loopbaan in de veiligheidsketen, of een gedegen opleiding met aansluiting op de arbeidsmarkt. Dit versterkt de zelfredzaamheid van deze jongeren, voorkomt langdurige (jeugd)werkloosheid en minimaliseert de risico’s en kwetsbaarheden uit de eigen omgeving om af te glijden naar de criminaliteit.

    Beleidsregel: praktisch alternatief, niet contra legem

    De beslissing dat vrouwen met ingang van het opleidingsjaar 2022 ook in aanmerking kunnen komen om beroepsmilitair te worden bij de CurMil, vindt geen wettelijke basis in de Dienstplichtverordening 1961. Dat hoeft ook niet omdat de aanstelling van beroepsmilitairen niet door die verordening wordt geregeld. Gelet op het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod, welke verdragsrechtelijk en constitutioneel zijn vastgelegd, is het tot nu toe gevoerde restrictieve toelatingsbeleid bij de CurMil niet langer houdbaar. Deze beleidsregel is een begunstigende correctie daarop.

    Het krappe tijdsbestek tot aan de start van de opleiding, en de reeds geplande werving- en selectieprocedure, maken dat andere oplossingen in de sfeer van wetgeving thans niet haalbaar zijn. Zo zijn in het kader van het Landenpakket binnen het hoofdstuk Versterking Rechtstaat voorbereidingen gaande om een geheel nieuwe, moderne rechtspositieregeling te introduceren voor lokale beroepsmilitairen (m/v). Dit traject wordt ondersteund maar biedt geen onmiddellijke oplossing voor de urgentie om vrouwelijke kandidaten te mogen werven voor het aanstaande opleidingsjaar bij de CurMil.

    Wijziging van de Dienstplichtverordening 1961 door de invoering van vrouwendienstplicht naast de bestaande dienstplicht voor mannen is ook mogelijk. Die keuze kan als legitiem standpunt voortvloeien uit een fundamenteel politiek debat over de dienstplicht. Zo’n wijziging biedt echter weinig soelaas in een situatie waar die verordening niet de juiste grondslag biedt voor de rechtspositie van diegenen die zich als vrijwillig dienende beroepsmilitair bij de CurMil aansluiten. Bovendien is deze exercitie van wijziging van de wetgeving tijdrovend, onder meer omdat ingevolge de Defensiewet voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten ook de Koninkrijksregering moet worden geconsulteerd. Voorts is reactivering van de dienstplicht binnen het Koninkrijk momenteel niet aan de orde.

    Gelet op al het voorgaande, biedt deze beleidsregel een passend instrument om het in afwachting van de aangekondigde nieuwe rechtspositieregeling mogelijk te maken dat vrouwen met ingang van het opleidingsjaar 2022 beroepsmilitair kunnen worden bij de CurMil. De werving van vrouwelijke kandidaten kan als gevolg van deze beleidswijziging per direct starten.

    Randvoorwaarden

    Belangrijke randvoorwaarde om vrouwen toe te laten tot de CurMil is in ieder geval het aanstellen van vrouwelijke vertrouwenspersonen en bij voorkeur ook vrouwelijke instructeurs.  CurMil kent op dit moment wel vrouwelijke vertrouwenspersonen maar nog geen vrouwelijke militaire instructeurs. Defensie wil hier vrouwelijke instructeurs van eigen bodem kweken. Kandidaten voor die functie moeten eerst toegelaten worden tot de initiële opleiding en vervolgens opgeleid worden tot instructeur. Dat duurt minimaal 5 jaar.

    Voorts zijn gescheiden slaap- en sanitaire ruimten met toepassing en handhaving van een huisreglement een vereiste. Op de kazerne te Sufissant zijn op dit moment gescheiden slaap- en sanitaire ruimtes beschikbaar voor mannen en vrouwen waarbij deze in voorkomende gevallen in één gebouw zijn ondergebracht, maar wel gescheiden zijn door een wand.

    Het bovenstaande betreft randvoorwaarden waarover het Land schriftelijke bevestiging van de zijde van Defensie verlangt.

    Het Ministerie van Defensie heeft in Nederland tientallen jaren ervaring met ‘gemengd’ opleiden. Bij de selectie en de opleiding van Caribische militairen zullen de Nederlandse richtlijnen, ‘lessons learnt’ en ‘best practices’ worden ingezet, uiteraard met de nodige sensitiviteit voor lokale cultuur- en omgevingsverschillen. De toelatingseisen voor de initiële opleiding ‘Elementaire Militaire Vorming Caribische militairen’ zijn voor zowel mannen als vrouwen gelijk. De selectie van kandidaten zal plaatsvinden conform de normen bij lichte infanterie-eenheden in Nederland. Zoals gebruikelijk bij militaire opleidingen zijn ook de eindtermen van het curriculum, om de opleiding te behalen, voor mannen en vrouwen gelijk. In het bovenstaande zal dus geen differentiatie zijn naar sekse, waarbij wordt aangesloten bij de Nederlandse maatstaven.

    Financiële gevolgen

    Defensie draagt de extra kosten, zoals personele en verbouwingskosten, die de uitvoering van dit nieuwe beleid met zich meebrengt. Salariskosten van deelnemende militairen, welke door het Land worden betaald en achteraf met Defensie verrekend, zullen gelijk blijven, aangezien het totale aantal kandidaten dat met de initiële opleiding start, hoewel de samenstelling naar geslacht nu anders zal zijn, min of meer hetzelfde blijft in vergelijking met voorgaande jaren. Voor de beoogde professionalisering van CurMil als organisatie is financiering vanuit het Landenpakket voorzien, hetgeen geen gevolgen heeft voor de begroting van het Land.

    Evaluatie

    Tussentijds en na afloop van het opleidingsjaar waarin voor het eerst vrouwen als beroepsmilitair hebben deelgenomen, zullen evaluaties plaatsvinden waarbij naast objectieve indicatoren ook subjectieve resultaten gemeten zullen worden op basis van ervaringen en waarderingen van respondenten.

    De Minister van Algemene Zaken,
    G.S. PISAS

  • Liquidatie

    ADVERTENTIE

    Almond B.V. in liquidatie

    In de op 28 april 2022 gehouden buitengewone vergadering van aandeelhouders is besloten om tot ontbinding van de vennootschap over te gaan.

    De rekening en verantwoording en het plan van uitkering van de vennootschap i.l. zijn neergelegd ten kantore van het handelsregister en ten kantore van de vennootschap en liggen ter inzage gedurende een termijn van 30 dagen.

    De Vereffenaar

  • Liquidatie

    Tahoe Holdings Private Foundation (in liquidatie)

    In een Bestuursvergadering van 15 maart 2022 werd besloten de Stichting per 15 maart 2022 te ontbinden.

    Slotverantwoording met betrekking tot de liquidatie van de Stichting, opgericht naar het recht van Curacao: Tahoe Holdings Private Foundation (in liquidatie), statutair gevestigd te Curacao, en kantoorhoudende aan de Pareraweg 45 te Curacao, hierna genoemd: de “Stichting”;

    De vereffenaar heeft terstond bij zijn aantreden vastgesteld dat geen aan hem bekende baten [meer] aanwezig zijn en dat derhalve ingevolge artikel 2:31 lid 7 BWNA de vereffening van de Stichting is beëindigd.

                                                                                        De Vereffenaar

  • Liquidatie

    CURAÇAO RENTALS AND MANAGEMENT B.V. IN LIQUIDATIE

    IN DE OP 30 DECEMBER 2021 GEHOUDEN ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS IS BESLOTEN OM MET INGANG VAN 30 DECEMBER 2021 TOT ONTBINDING EN ALGEHELE LIQUIDATIE VAN  CURAÇAO RENTALS AND MANAGEMENT B.V. OVER TE GAAN.

    DE VEREFFENAAR HEEFT VASTGESTELD DAT OP VOORNOEMDE DATUM ER GEEN AAN HAAR BEKENDE BATEN AANWEZIG ZIJN. OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 31 Lid 6 jo. Lid 7 VAN BOEK 2 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN, HEEFT DE VEREFFENAAR HAAR SLOTVERANTWOORDING SAMENGESTELD EN DEZE TER KENNISNEMING VAN EEN IEDER NEERGELEGD TEN KANTORE VAN HET HANDELSREGISTER VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL TE CURAÇAO, ALSMEDE TEN KANTORE VAN DE VENNOOTSCHAP.

    DE VEREFFENAAR

  • Liquidatie

    STARBILO PRIVATE FOUNDATION. IN LIQUIDATIE

    IN DE OP 30 DECEMBER 2021 GEHOUDEN ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS IS BESLOTEN OM MET INGANG VAN 30 DECEMBER 2021 TOT ONTBINDING EN ALGEHELE LIQUIDATIE VAN  STARBILO PRIVATE FOUNDATION OVER TE GAAN.

    DE VEREFFENAAR HEEFT VASTGESTELD DAT OP VOORNOEMDE DATUM ER GEEN AAN HAAR BEKENDE BATEN AANWEZIG ZIJN. OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 31 Lid 6 jo. Lid 7 VAN BOEK 2 VAN HET BURGERLIJK WETBOEK VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN, HEEFT DE VEREFFENAAR HAAR SLOTVERANTWOORDING SAMENGESTELD EN DEZE TER KENNISNEMING VAN EEN IEDER NEERGELEGD TEN KANTORE VAN HET HANDELSREGISTER VAN DE KAMER VAN KOOPHANDEL TE CURAÇAO, ALSMEDE TEN KANTORE VAN DE STICHTING.

    DE VEREFFENAAR

  • Liquidatie

    Medical Telectronics N.V.
    in liquidatie

    Bij een schriftelijk besluit van de aandeelhouders werd besloten bovengenoemde vennootschap te ontbinden per 15 maart 2022.

    De rekening en verantwoording en het plan van uitkering als bedoeld in artikel 2:31 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van de vereffening van het vermogen van de vennootschap werden op 28 maart 2022 ten kantore van de vennootschap alsmede ten kantore van het handelsregister te Curaçao gedeponeerd, alwaar deze documenten tot 3 mei 2022 voor een ieder ter inzage lagen.

    Daar gebleken is dat er geen schuldeisers in aanmerking zijn gekomen voor de verdeling van de aanwezige baten, zal de vereffenaar tot overdracht van het liquidatie-overschot overgaan.

    De Vereffenaar

  • Liquidatie

    De vereffenaar van de stichting Correia Private Foundation in liquidatie, statutair gevestigd te Curaçao, met adres Kaya Flamboyan 9, (de “Stichting”) geeft te kennen dat de Stichting op 13 december 2021, is ontbonden, dat hem niet is gebleken van enige baten of schulden, en dat de Vennootschap is opgehouden te bestaan per 6 Mei 2022.

  • Liquidatie

    Baljon Pensioen N.V.
    (in liquidatie)

    Besluit tot ontbinding:

    Bij besluit van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de vennootschap is besloten de vennootschap per 29 april 2022 te ontbinden (zie bijgaand kopie notulen).

    Rekening en verantwoording:

    De vereffenaar heeft vastgesteld wat de omvang van de rechten en verplichtingen van de vennootschap zijn en heeft daarvan een balans opgemaakt die voor alle belanghebbenden ten kantore van de vennootschap ter inzage ligt.

    Plan van Uitkering:

    De vennootschap zal op korte termijn al haar schulden voldoen, waarna het resterend liquidatiesaldo aan de aandeelhouders zal worden voldaan overeenkomstig de bepalingen van de statuten van de vennootschap.

    De Vereffenaar