| Publicatienummer: | P.B. 2025, no. 181 (Geconsolideerde Tekst) |
| Categorie: | Geconsolideerde Tekst Ministeriële regeling met algemene werking |
| Ministerie: | Justitie |
| Datum ondertekening: | 14-10-2025 |
| Datum inwerktreding: | 13-08-1999 |
| Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK XV Justitie)
|
MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 14de oktober 2025, no. 2023/029364, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Aanwijzingsbeschikking Gestichten 1999
| Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum ingetrokken | Betreft | Vindplaats | Zittingsjaar |
| 13-08-1999 | n.v.t. | n.v.t. | Geconsolideerde tekst | P.B. 2025, no. 181 (GT) | n.v.t. |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
a. minister : de Minister van Justitie;
b. gedetineerde : de persoon ingesloten in een gevangenis, huis van bewaring of landsinrichting voor ter beschikking gestelden;
c. directeur : de locatie-directeur of bij zijn afwezigheid, degene die hem vervangt.
1. Als gevangenis bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, worden aangewezen:
a. de Strafgevangenis Koraal Specht;
b. (vervallen)
2. Als huis van bewaring bedoeld in artikel 5 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, worden aangewezen:
a. het Huis van Bewaring Curaçao, verbonden aan de Strafgevangenis Koraal Specht;
b. (vervallen)
c. (vervallen)
d. (vervallen)
e. (vervallen)
3. Als landsinrichting voor ter beschikking gestelden bedoeld in artikel 6 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, worden aangewezen:
a. de daartoe bestemde afdeling van de Caprileskliniek.
b. de daartoe bestemde afdeling van de Strafgevangenis Koraal Specht.
De Strafgevangenis Koraal Specht en het Huis van Bewaring Curaçao, verbonden aan de Strafgevangenis Koraal Specht, worden aangeduid als: Sentro di Detenshon i Korekshon di Kòrsou.
Als gevangenis bedoeld in de artikelen 7, 8, 9, 10 en 11 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, worden aangewezen de Strafgevangenis Koraal Specht.
1. Als huis van bewaring, als gevangenis en als landsinrichting voor ter beschikking gestelden bestemd voor de opneming van vrouwelijke gedetineerden, wordt, onverminderd artikel 6 van deze regeling juncto artikel 11 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, aangewezen de als vrouwenafdeling bestemde afdeling van de Strafgevangenis Koraal Specht.
2. Vrouwelijke gedetineerden bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, kunnen door de Directeur gevangeniswezen tevens voor een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden worden opgenomen in:
a. het Huis van Bewaring Curaçao;
b. (vervallen)
c. (vervallen)
3. Vrouwelijke gedetineerden die opgenomen zijn of behoren te worden in de landsinrichting voor ter beschikking gestelden bedoeld in het eerste lid, kunnen door de Directeur Gevangeniswezen, indien de voorzieningen of opnamemogelijkheden aldaar niet toereikend zijn, tevens voor een aaneengesloten periode van maximaal zes maanden worden opgenomen in de landsinrichting voor ter beschikking gestelden bedoeld in artikel 2, derde lid.
4. De periode bedoeld in het tweede en derde lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.
1. Een veroordeelde gedetineerde bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, kan door de Directeur Gevangeniswezen voor een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden worden opgenomen in een huis van bewaring, onverminderd artikel 4, eerste en tweede lid, van deze regeling, indien:
a. de opnamecapaciteit in de gevangenis niet toereikend is; of
b. de gedetineerde een bedreiging vormt voor de orde, veiligheid of goede gang van zaken in de gevangenis; of
c. de persoonlijke veiligheid van de gedetineerde in het geding is; of
d. zulks met het oog op een zo optimaal mogelijke reclassering van de gedetineerde wenselijk is;
2. De periode bedoeld in het eerste lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.