Bezoldigingsregeling Onderwijspersoneel Curaçao 2008 - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Bezoldigingsregeling Onderwijspersoneel Curaçao 2008

Publicatienummer: P.B. 2025, no. 212 (Geconsolideerde Tekst)
Categorie: Geconsolideerde Tekst Landsbesluit
Datum ondertekening: 15-10-2025
Datum inwerktreding: 10-12-2025
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( XIII. Volksontwikkeling en opvoeding erediensten)


LANDSBESLUIT van de 15de oktober 2025, no. 25/2414, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Bezoldigingsregeling onderwijspersoneel Curaçao 2008

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
08-01-2009 01-08-2002 voor directie en onderwijzend personeel;
01-08-2005 voor niet onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel
    n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2025, no. 212 (GT) n.v.t.

Hoofdstuk I
Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:
a. het bevoegd gezag : de Minister van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport;
b. landsverordening : de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht, zoals gewijzigd;
c. ambtenaar : de ambtenaar in dienst van het Land Curaçao:

  1. de directie: de ambtenaar dat in de functie van directeur of adjunct-directeur verbonden is aan het van overheidswege gegeven openbaar onderwijs;
  2. .het onderwijzend personeel: het onderwijspersoneel dat in de functie van leerkracht of docent verbonden is aan het van overheidswege gegeven openbaar onderwijs;
  3. het onderwijsondersteunend personeel: het personeel dat in een onderwijs assisterende functie verbonden is aan het van overheidswege gegeven openbaar onderwijs;
  4. het niet-onderwijzend personeel: het personeel dat in een organisatie ondersteunende functie verbonden is aan het van overheidswege gegeven openbaar onderwijs;

d. functie : het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar in zijn ambt te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door of namens het bevoegd gezag uitdrukkelijk of impliciet is opgedragen;
e. bezoldigingsschaal : een als zodanig in de bij dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, horende bijlage vermelde reeks genummerde bedragen;
f. bezoldiging : het over een kalendermaand berekende loon van de ambtenaar voor het vervullen van zijn functie, met inachtneming van de bepalingen van dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan de hand van een bezoldigingsschaal vastgesteld;
g. bezoldigingstrede : elk afzonderlijk binnen een bezoldigingsschaal opgenomen bezoldigingsbedrag;
h. maximum bezoldiging : het bedrag behorende bij de hoogste bezoldigingstrede van een bezoldigingsschaal

Artikel 2

  1. De bezoldiging wordt maandelijks aan of tegen het einde van de kalendermaand waarop het vervullen van de functie door de ambtenaar betrekking heeft aan deze uitbetaald.
  2. Wanneer de bezoldiging moet worden uitbetaald over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het uit te betalen bedrag berekend door het voor een kalendermaand vastgestelde bedrag te vermenigvuldigen met het aantal dagen gedurende welke de betrokken ambtenaar in die kalendermaand in dienst is geweest, en het product te delen door dertig.
  3. Van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan worden afgeweken, ingeval daartoe het naar het oordeel van het bevoegd gezag op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding bestaat.

Hoofdstuk II

Bepalingen betreffende de bezoldiging

Artikel 3

  1. Bij de indiensttreding of bij de overgang naar een andere functie wordt de op de ambtenaar toepasselijke bezoldigingsschaal vastgesteld door het bevoegd gezag, met inachtneming van de aard en het niveau van de functie waarmede de ambtenaar wordt belast.
  2. De aard en het niveau van de functie zijn bepaald aan de hand van de vastgestelde functiebeschrijvingen en functie eisen, welke in het Functieboek Onderwijspersoneel zijn vastgesteld.
  3. Van het eerste lid kan worden afgeweken, indien niet voldaan wordt aan de bevoegdheidseisen. In dit geval kan de bezoldigingsschaal door het bevoegd gezag vastgesteld worden op ten hoogste twee bezoldigingsschalen beneden de schaal die krachtens het eerste lid toepasselijk is.
  4. Anders dan bij wijze van disciplinaire straf als bedoeld in hoofdstuk VIII van de landsverordening dan wel anders dan bij wijze van artikel 7 van dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan tenzij ontslag voorafgegaan is, voor de ambtenaar geen bezoldiging worden vastgesteld in een bezoldigingsschaal welke een lagere maximum bezoldiging bevat dan die in de schaal volgens welke hij bezoldigd wordt.

Artikel 4

  1. De bezoldiging van de ambtenaar wordt verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de naast hogere bezoldigingstrede in de voor de ambtenaar geldende schaal, indien hij volgens de formele beoordeling van het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de landsverordening, zijn functie naar behoren vervult. Deze beoordeling vindt voor de ambtenaar ten laatste een jaar na zijn indiensttreding of overgang naar een andere functie en vervolgens ten minste aan het einde van elk schooljaar plaats.
  2. De bezoldiging van de ambtenaar kan worden verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de eerste bezoldigingstrede volgend op de naast hogere bezoldigingstrede in de voor de ambtenaar geldende schaal, indien hij volgens de formele beoordeling van het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de landsverordening, zijn functie zeer goed of uitstekend verricht.
  3. Vervult de ambtenaar zijn functie naar het oordeel van het bevoegd gezag niet naar behoren, dan wordt zijn bezoldiging niet verhoogd.
  4. De in het eerste en tweede lid bedoelde verhogingen van de bezoldiging worden met ingang van l augustus van een jaar toegekend, zolang de ambtenaar de maximum bezoldiging van de voor hem geldende bezoldigingsschaal nog niet heeft bereikt, doch voor de eerste maal niet eerder dan zes maanden na zijn aanstelling.
  5. De in dit artikel genoemde beoordelingsvoorschriften worden bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geregeld.

Artikel 5

De bezoldiging van de ambtenaar met een onvolledige werktijd wordt vastgesteld op een evenredig deel van de op hem toepasselijke bezoldiging bij een volledige werktijd.

Artikel 6

  1. In geval de ambtenaar belast wordt met een andere functie waaraan een bezoldigingsschaal is verbonden, die een hogere maximum bezoldiging bevat dan die welke voorkomt in de schaal volgens welke hij tot dusver is bezoldigd, wordt hem de bezoldigingstrede in de bij de andere functie behorende bezoldigingsschaal toegekend waarvan het bedrag een trede hoger is dan de laatstgenoten bezoldiging.
  2. In het geval dat de in het eerste lid bedoelde ambtenaar behoort tot het onderwijzend personeel en de in het eerste lid bedoelde andere functie de functie betreft van leerkracht of docent B dan wel C dan wordt hem de bezoldigingstrede in de bij de andere functie behorende bezoldigingsschaal toegekend waarvan het bedrag twee treden hoger is dan de laatst genoten bezoldiging.
  3. In het geval dat de in het eerste lid bedoelde ambtenaar behoort tot het onderwijzend personeel en de in het eerste lid bedoelde andere functie de functie betreft van adjunct­ directeur dan wordt hem de bezoldigingstrede in de bij de andere functie behorende bezoldigingsschaal toegekend waarvan het bedrag drie treden hoger is dan de laatst genoten bezoldiging.
  4. In het geval dat de in het eerste lid bedoelde ambtenaar behoort tot het onderwijzend personeel en de in het eerste lid bedoelde andere functie de functie betreft van directeur dan wordt hem de bezoldigingstrede in de bij de andere functie behorende bezoldigingsschaal toegekend waarvan het bedrag vier treden hoger is dan de laatst genoten bezoldiging.

Artikel 7

  1. In geval de ambtenaar belast wordt met een andere functie waaraan een bezoldigingsschaal is verbonden, die een lagere maximum bezoldiging bevat dan die welke voorkomt in de schaal volgens welke hij tot dusver is bezoldigd, wordt de betrokkene bezoldigd volgens de bij die functie behorende bezoldigingsschaal.
  2. De inpassing geschiedt op zodanige wijze dat hij niet in bezoldiging achteruit gaat ten opzichte van de bezoldiging die hij laatstelijk voor het overgaan naar de lagere bezoldigingsschaal genoot, tenzij zijn bezoldiging hoger is dan de maximum bezoldiging van de lagere schaal, in welk geval hij deze laatstelijk genoten bezoldiging behoudt.
  3. De in het tweede lid bedoelde bezoldiging blijft gehandhaafd tot hij deze bezoldiging door toekenning van de in artikel 4 bedoelde verhogingen in deze andere functie zou hebben behaald.

Hoofdstuk III

Administratief beroep

Artikel 8

  1. De ambtenaar kan binnen een maand nadat hij van de beslissing inzake de vaststelling van een bezoldiging of inzake de toekenning van een verhoging, gratificatie of andere beloning en van de weigering om hem een verhoging, gratificatie of andere beloning toe te kennen in kennis is gesteld of nadat hij geacht kan worden op een andere wijze daarmee bekend te zijn geworden, zijn bezwaren ertegen aan het bevoegd gezag kenbaar te maken door de indiening van een bezwaarschrift.
  2. Het bezwaarschrift wordt door de ambtenaar of namens hem door een gemachtigde ondertekend. Indien het bezwaarschrift door een gemachtigde is getekend, worden stukken naar welke naar aanleiding door het bevoegd gezag tot de ambtenaar worden gericht aan deze gemachtigde of in elk geval mede aan deze toegezonden.
  3. De indiening van een bezwaarschrift schorst niet de uitvoering van de beslissing waartegen bezwaar wordt gemaakt.
  4. Tenzij het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond is, wordt de ambtenaar in gelegenheid gesteld over zijn bezwaren te worden gehoord door één of meer personen die het bevoegd gezag daartoe aanwijst; degene die aangewezen is, onderscheidenlijk de meerderheid van degenen die aangewezen zijn, mag niet bij de totstandkoming van de beslissing of weigering waartegen het bezwaar is ingebracht betrokken zijn geweest. De ambtenaar kan tijdens de zitting waarin hij gehoord wordt, gebruik maken van de diensten van een raadsman.

Artikel 9

  1. Het bevoegd gezag deelt aan de ambtenaar zijn beslissing op het door dit ingediende bezwaar zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand na de ontvangst van het bezwaarschrift of, indien een gehoor heeft plaatsgevonden, na de datum van dat gehoor, mede. Het tijdvak van een maand kan door het bevoegd gezag bij gemotiveerde beschikking eenmaal met ten hoogste een maand worden verlengd.
  2. De mededeling omtrent de beslissing bevat de overwegingen waarop deze steunt en, indien het bezwaar geheel of gedeeltelijk ontvankelijk is gebleken, de wijzigingen van de oorspronkelijke beslissing of weigering waartoe een heroverweging op grond van deze ontvankelijkheid het bevoegd gezag heeft geleid.
  3. De beslissing op het bezwaar is een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951[1]. Indien met deze beslissing niet of niet geheel aan het bezwaar van de ambtenaar wordt tegemoetgekomen, wordt hem in de mededeling, bedoeld in het voorgaande lid, tevens medegedeeld dat hij bij het gerecht in ambtenarenzaken in beroep kan komen en het termijn waarbinnen dit dient te geschieden.

Hoofdstuk IV

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10

Voor de gevallen, waarin dit besluit niet of niet naar billijkheid voorziet, wordt door het bevoegd gezag een bijzondere regeling getroffen.

Artikel 11 tot en met artikel 18

(vervallen)

Artikel 19

  1. (vervallen)
  2. (vervallen)
  3. (vervallen)
  4. (vervallen)
  5. Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als: Bezoldigingsregeling Onderwijspersoneel Curaçao 2008.

BIJLAGE

behorende bij de Bezoldigingsregeling Onderwijspersoneel Curaçao 2008

 

 

10

 

11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
1 1324 1691 1835 2159 2540 2755 3071 3517 3815 4370 4740 5142 5430
2 1361 1737 1884 2218 2609 2831 3156 3614 3920 4490 4871 5284 5578
3 1398 1785 1937 2278 2681 2909 3242 3714 4029 4613 5005 5430 5731
4 1437 1835 1989 2341 2755 2989 3331 3815 4140 4740 5142 5578 5889
5 1476 1884 2044 2406 2831 3071 3423 3920 4253 4871 5284 5731 6051
6 1517 1937 2101 2472 2909 3156 3517 4029 4370 5005 5430 5889 6217
7 1558 1989 2159 2540 2989 3242 3614 4140 4490 5142 5578 6051 6390
8 1602 2044 2218 2609 3071 3331 3714 4253 4613 5284 5731 6217 6565
9 1645 2101 2278 2681 3156 3423 3815 4370 4740 5430 5889 6390 6745
10 1691 2159 2341 2755 3242 3517 3920 4490 4871 5578 6051 6565 6930
11 1737 2218 2406 2831 3331 3614 4029 4613 5005 5731 6217 6745 7122
12 1785 2278 2472 2909 3423 3714 4140 4740 5142 5889 6390 6930 7317
13 1835 2341 2540 2989 3517 3815 4253 4871 5284 6051 6565 7025 7417
14 1884 2406 2609 3071 3614 3920 4370 5005 5430 6217 6654 7122 7518
15 1910 2438 2681 3156 3714 4029 4490 5142 5578 6303 6745 7218 7621
16 1937 2472 2755 3242 3815 4140 4553 5213 5655 6390 6837 7317 7725
17 1963 2506 2793 3286 3868 4253 4613 5284 5731 6477 6930
18 1989 2540 2831 3331 3920 4312 4677 5356 5810 6565
19 2870 3378 3974 4370 4740 5430 5889
20 2909 3423 4029 4430
21 4490

 

 

 

 

Naar boven