Hondenverordening 1952
Hondenverordening 1952
Publicatienummer: |
P.B. 2023, no. 1
|
Categorie: |
Landsverordening
Geconsolideerde Tekst
|
Ministerie: |
Justitie |
Datum ondertekening: |
08-12-2022 |
Datum inwerktreding: |
Nog niet bekend
|
Geregistreerd in: |
|
LANDSBESLUIT van de 8ste december 2022, no. 22/2290, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Hondenverordening 1952
Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht tot en met |
Datum ingetrokken |
Betreft |
Vindplaats |
Zittingsjaar |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
Geconsolideerde tekst |
P.B. 2023, no. 1 (GT) |
n.v.t. |
Artikel 1
- Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen:
a. op of aan de weg zonder dat die hond aangelijnd is;
b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door de Minister van Justitie aangewezen plaats;
- De eigenaar of houder van een hond als bedoeld in het eerste lid, is verplicht de hond van een halsband te voorzien.
Onder halsband wordt verstaan een band om de hals van een hond om hem daaraan te kunnen leiden.
- Honden die in strijd met het in het eerste lid gestelde worden aangetroffen kunnen door de politie, bijgestaan door de dierenbescherming, te allen tijde worden gevangen.
- Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de plaatsen waar het bepaalde in het eerste lid, onder a, niet van toepassing is.
Artikel 2
Honden, die zich tussen tien uur des namiddags en vijf uur des voormiddags zonder toezicht op de in artikel 1 genoemde plaatsen bevinden, kunnen eveneens door of vanwege de politie worden gevangen.
Artikel 3
- Gevangen honden, die naar het oordeel van een bevoegde dierenarts, gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid, worden onmiddellijk, op een efficiënte, snelle en ndien enigszins mogelijk pijnloze wijze afgemaakt.
- Honden, verdacht van hondsdolheid worden onmiddellijk door de politie afgemaakt.
Artikel 4
- De gevangen honden worden ten hoogste vier dagen in bewaring gehouden, binnen welke termijn de houders deze honden kunnen terugkrijgen tegen betaling van een door de Minister van Justitie te bepalen bedrag voor onderhoudskosten.
- Na het verstrijken van genoemde termijn van vier dagen kan door de politie over de honden worden beschikt.
Artikel 5
- Honden als bedoeld in artikel 1 kunnen, indien naar het oordeel van de Minister van Justitie het vangen moeilijk blijkt of dit bezwaren oplevert, buiten de door de Minister van Justitie aangegeven bebouwde kommen te allen tijde en binnen deze bebouwde kommen tussen twaalf uur des namiddags en vijf uur des voormiddags op last van de Minister van Justitie door of vanwege de politie worden gedood.
- De Minister van Justitie maakt in een of meer der plaatselijke dagbladen tijdig bekend in welke omgeving zal worden overgegaan zwervende honden ingevolge het eerste lid van dit artikel te doden.
Hij draagt zorg dat dit op efficiënte, snelle en indien enigszins mogelijk op pijnloze wijze geschiedt en dat de gedode honden, voorzover dit mogelijk is, terstond worden weggehaald.
Artikel 6
- Honden, die zich zonder toezicht bevinden op erven en plantages van derden, gelegen buiten de door de Minister van Justitie aangegeven bebouwde kommen kunnen door of vanwege de gebruikers dier erven of plantages straffeloos worden gedood.
- De politie verleent zoveel mogelijk haar medewerking om de op de in het voorgaande lid bedoelde erven en plantages aangetroffen honden af te maken.
Artikel 7
- Houders van honden zijn verplicht te zorgen, dat deze honden tussen tien uur des namiddags en vijf uur des voormiddags geen overlast of hinder aan de omgeving veroorzaken door aanhoudend blaffen, huilen of janken of het maken van enig ander hinderlijk geluid.
- Het is verboden aan houders van honden deze zonder toezicht te laten lopen op de in artikel 1 genoemde plaatsen.
Artikel 10
Deze landsverordening kan worden aangehaald als ,,Hondenverordening 1952”.
Artikel 11
1. (vervallen)
2. (vervallen)
***