Inschepingsgeldenverordening
Inschepingsgeldenverordening
Publicatienummer: |
P.B. 2023, no. 30
|
Categorie: |
Geconsolideerde Tekst
|
Ministerie: |
Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning |
Datum ondertekening: |
08-03-2023 |
Datum inwerktreding: |
Nog niet bekend
|
LANDSBESLUIT van de 8ste maart 2023, no. 23/519, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Inschepingsgeldenverordening
Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht tot en met |
Datum ingetrokken |
Betreft |
Vindplaats |
Zittingsjaar |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
Geconsolideerde tekst |
P.B. 2023, no. 30 (GT) |
n.v.t. |
Artikel 1
- Ten bate van het Land Curaçao is een bijdrage in de kosten van door het Land Curaçao ten behoeve van de havens tot stand gebrachte werken en getroffen voorzieningen genaamd “inschepingsgeld” verschuldigd door vertrekkende reizigers die ingezetenen zijn van Curaçao.
- Onder een vertrekkende reiziger wordt verstaan degene die anders dan als bemanningslid aan boord van een zeeschip, geen zeilschip zijnde, een van de havens van Curaçao verlaten naar een plaats buiten Curaçao.
- Onder ingezetenen van Curaçao worden voor de toepassing van deze landsverordening verstaan, degenen die hun werkelijke woonplaats hebben in Curaçao.
- Onder een zeilschip wordt verstaan een schip dat als zodanig getuigd uitsluitend of hoofdzakelijk door zeilen voortbewogen wordt.
Artikel 1a
Vrijgesteld van de verplichting tot betaling van het inschepingsgeld zijn:
a. de Gouverneur van Curaçao, zijn gezin en zijn gevolg;
b. houders van een diplomatiek paspoort;
c. transitopassagiers, onder wie wordt verstaan zij die op doorreis zijnde binnen 24 uur na aankomst Curaçao verlaten of vertrekken met gebruikmaking van de eerstvolgende aansluiting als vertrekkende reiziger;
d. personen beneden de leeftijd van twee jaar.
Artikel 2
- Het inschepingsgeld bedraagt NAf 10,- per vertrekkende reiziger.
- Het inschepingsgeld is verschuldigd door degene te wiens name het plaatsbewijs is gesteld of die dit in ontvangst neemt en wordt bij de afgifte daarvan geïnd door of vanwege de persoon of onderneming die het vervoer verzorgt.
- Ten bewijze dat het inschepingsgeld is voldaan, voorziet degene die het plaatsbewijs afgeeft dit van een plakzegel, hetwelk terstond daarna door middel van een stempelafdruk onbruikbaar wordt gemaakt. Op een daartoe gedane aanvrage kan onder nader door de Minister van Financiën te stellen voorwaarden vanwege het land ter vervanging van het gebruik van plakzegels een stempelmachine worden gebezigd.
- Indien het inschepingsgeld niet wordt geïnd door de persoon of onderneming die het vervoer verzorgt, is het inschepingsgeld door de persoon of onderneming die het vervoer verzorgt zelf verschuldigd.
- De plakzegels worden tegen contante betaling door de Ontvanger verstrekt.
- De modellen van de plakzegels en de stempelafdrukken worden vastgesteld door of namens de Minister van Financiën.
Artikel 3
- Indien kan worden aangetoond dat inschepingsgeld ten onrechte werd geïnd, wordt het ten onrechte betaalde bedrag, na overlegging van het desbetreffende plaatsbewijs door de Ontvanger gerestitueerd in opdracht van de Minister van Financiën.
Artikel 4
- Indien blijkt dat ten onrechte geen inschepingsgeld werd geïnd, wordt het niet gehevene nagevorderd van degene, ingevolge artikel 2 met de inning belast.
- De na te vorderen bedragen worden met het viervoud daarvan verhoogd, indien niet of niet volledig is voldaan aan een of meer der bij deze landsverordening opgelegde verplichtingen, tenzij de Minister van Financiën van oordeel is dat op grond van dwaling, verschoonbaar verzuim of niet aan betrokkene te wijten oorzaken, beweerde onbekendheid met bepalingen van deze landsverordening daaronder niet begrepen, redenen aanwezig zijn om de verhoging niet of slechts gedeeltelijk toe te passen.
Artikel 5
De invordering van de na te vorderen bedragen geschiedt door de Ontvanger op grond van een hem door de Minister van Financiën verstrekte opdracht.
Artikel 6
Bij landsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen nadere regelen worden gesteld met betrekking tot de bepalingen van deze landsverordening.
Artikel 7
- Deze landsverordening kan worden aangehaald als “Inschepingsgeldenverordening” .
- (vervallen)