Publicatienummer: | P.B. 2021, no. 74 |
Categorie: | Landsbesluit, houdende algemene maatregelen |
Ministerie: | Justitie |
Datum ondertekening: | 04-06-2021 |
Datum inwerktreding: | 24-06-2021 |
Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK I Recht)
|
LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de juni 2021 ter uitvoering van artikel 186 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek
Voor een inschrijving in het boedelregister, bedoeld in artikel 186 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, worden de volgende stukken aan de griffier overgelegd, dan wel, in de gevallen bedoeld onder b, d, f, g, h en k, aan de griffier ter beschikking staan:
a. ter inschrijving van de verklaring, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift of uittreksel van de desbetreffende notariële akte alsmede, indien de verklaring in naam van de echtgenoot is afgelegd, een afschrift van de in genoemde bepaling bedoelde uitdrukkelijke voor dit doel afgegeven schriftelijke volmacht;
b. ter inschrijving van de verlenging van de termijnen, bedoeld in de artikelen 27c en 40a en in artikel 185, derde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de beschikking;
c. ter inschrijving van een notaris die betrokken is bij de afwikkeling van een nalatenschap als bedoeld in artikel 186, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: de schriftelijke mededeling terzake van de desbetreffende notaris;
d. ter inschrijving van de verklaring houdende zuivere aanvaarding of aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving dan wel de verwerping van een nalatenschap, bedoeld in artikel 191, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: de in artikel 3, eerste lid, eerste volzin, bedoelde akte, alsmede de volmacht, indien deze akte bij volmacht wordt ondertekend;
e. ter inschrijving van de beschikking, onder vermelding van de daarvan gedane betekening, bedoeld in artikel 192, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de beschikking, alsmede het exploot van betekening;
f. ter inschrijving van de verlenging van de termijnen, bedoeld in de artikelen 192, tweede lid, en 193, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de beschikking;
g. ter inschrijving van de verklaring van beneficiaire aanvaarding of van de verwerping door een wettelijke vertegenwoordiger van een erfgenaam, bedoeld in artikel 193, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: de in artikel 3, eerste lid, tweede volzin, bedoelde akte alsmede de volmacht, indien deze akte bij volmacht wordt ondertekend, en voorts, in het geval van verwerping, een authentiek afschrift van de beschikking houdende machtiging van de rechter in eerste aanleg;
h. ter inschrijving van het verlopen zijn van de termijn waardoor de nalatenschap als door de erfgenaam beneficiair aanvaard geldt, bedoeld in artikel 193, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de beschikking;
i. ter inschrijving van een notaris als boedelnotaris voor een beneficiair aanvaarde nalatenschap als bedoeld in artikel 197, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: de schriftelijke mededeling terzake van de desbetreffende notaris;
j. ter inschrijving van de vervanging van de boedelnotaris, bedoeld in artikel 197, tweede lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de beschikking;
k. ter inschrijving van de benoeming van een vereffenaar of van het eindigen van diens hoedanigheid, bedoeld in artikel 206, zesde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel van de opheffing van de vereffening, als bedoeld in artikel 209, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: een authentiek afschrift van de beschikking;
l. ter inschrijving van de door een vereffenaar aangewezen boedelnotaris als bedoeld in artikel 211, vijfde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek: de schriftelijke mededeling terzake van de desbetreffende notaris.
De feiten, bedoeld in artikel 1, onder b, f, h en k, worden door de griffier ambtshalve in het boedelregister ingeschreven.
De stukken, genoemd in artikel 1, die voor een inschrijving in het boedelregister dienen te worden overgelegd of ter beschikking dienen te staan, maken geen deel uit van het boedelregister. Zij worden ter griffie van het Gerecht in eerste aanleg zodanig bewaard, dat het verband met de op grond daarvan ingeschreven feiten kan worden gelegd.
De griffier is verplicht aan een ieder kosteloos inzage in het boedelregister te verstrekken. Het verzoek daartoe dient op een bepaalde nalatenschap betrekking te hebben. De griffier is, met inachtneming van de tweede volzin, voorts verplicht om met betrekking tot een of meer in het boedelregister ingeschreven en door de verzoeker aangegeven feiten, een uittreksel uit het boedelregister te verstrekken, zulks met inachtneming van het bij of krachtens het Landsbesluit tarieven in burgerlijke zaken bepaalde.
Indien aan de griffier een verzoek als bedoeld in artikel 6 wordt gedaan en de nalatenschap vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit is opengevallen, gaat de griffier ambtshalve na of ter zake van die nalatenschap feiten zijn ingeschreven in het daartoe bestemde register, bedoeld in artikel 1050 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek zoals dat voor genoemd tijdstip gold.
Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.
Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit boedelregister.