Landsbesluit arbeid vreemdelingen - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsbesluit arbeid vreemdelingen

Publicatienummer: P.B. 2022, no. 86 (Geconsolideerde Tekst)
Categorie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen Geconsolideerde Tekst
Ministerie: Sociale Ontwikkeling, Arbeid & Welzijn
Datum ondertekening: 20-06-2022
Datum inwerktreding: 01-01-2008
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK XI Arbeid)


LANDSBESLUIT van de 20ste juni 2022, no. 22/787, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van het Eilandsbesluit arbeid vreemdelingen

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
01-01-2008 n.v.t. n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2022, no. 86 n.v.t.

§ 1. Begripsbepaling

Artikel 1

In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. landsverordening : Landsverordening arbeid vreemdelingen;
b. tewerkstellingsvergunning : vergunning als bedoeld in artikel 1, onder c, van de landsverordening;
c. werkgever : degenen, bedoeld in artikel 1, onder b, van de landsverordening;
d. vreemdeling : degene, bedoeld in artikel 1, onder e, van de landsverordening;
e.crib-nummer: identificatienummer, bedoeld in artikel 43, achtste lid, van de Algemene Landsverordening Landsbelastingen.

§ 1. Begripsbepaling§ 2. Aanvraag tewerkstellingsvergunning

Artikel 2

  1. Een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning wordt ingediend bij een door de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn aan te wijzen dienst of instelling.
  2. De aanvrager ontvangt een schriftelijk bewijs dat hij de aanvraag heeft ingediend, onder vermelding van de datum van indiening.

Artikel 3

Bij een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning verstrekt de werkgever de volgende gegevens:
a. naam, adres, telefoon- en faxnummer, crib-nummer van de werkgever en diens inschrijvingsnummer bij de Kamer van Koophandel;
b. naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, burgerlijke staat, huidig en toekomstig adres op Curaçao van de vreemdeling;
c. beschrijving van de te vervullen functie en de plaats waar de door de vreemdeling te verrichten arbeid zal geschieden;
d. aangeven of en welke diploma’s zijn vereist, welke ervaring nodig is dan wel welke andere eisen worden gesteld aan de vreemdeling voor het verrichten van de arbeid;
e. de noodzaak voor het aantrekken van de vreemdeling ter vervulling van de arbeidsplaats wordt aangegeven evenals de inspanningen die zijn verricht om zelf voor vervulling daarvan zorg te dragen;
f. aanvullende gegevens voorzover deze naar het oordeel van de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn van belang zijn voor de behandeling van de aanvraag.

Artikel 4

Bij de aanvraag worden de volgende stukken overgelegd:
a. het concept van de overeenkomst tot het verrichten van arbeid die met de betrokken vreemdeling zal worden aangegaan;
b. een kopie van het volledige paspoort van de vreemdeling welk paspoort in Curaçao geldig is;
c. het bewijs dat de in artikel 7, eerste lid, genoemde vergoeding is betaald;
d. twee goed gelijkende pasfoto’s van de vreemdeling;
e. kopieën van diploma’s van de vreemdeling, gewaarmerkt door de bevoegde instantie van het land waar de diploma’s zijn behaald, indien deze zijn vereist conform de opgave van artikel 3, onder d, en referenties omtrent diens opgedane relevante werkervaring;
f. een kopie van het voorblad van het arbeidsregister, bedoeld in artikel 9, sub 1, onder a, van de Landsverordening tot inschrijving van arbeidskrachten;
g. een kopie van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Vestigingsregeling voor bedrijven, indien van toepassing;
h. aanvullende stukken voorzover deze naar het oordeel van de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn van belang zijn voor de behandeling van de aanvraag.

Artikel 5

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 en 4 verstrekt de werkgever de volgende gegevens of overlegt hij de volgende stukken in geval de vreemdeling arbeid zal verrichten:
a. in de horeca: de koffiehuis- of restaurantvergunning van de werkgever;
b. als inwonend huishoudelijk personeel of in de landbouw: een situatietekening van het vertrek en bijbehoren waar de vreemdeling zal verblijven;
c. in de landbouw: een beschrijving van de infrastructuur van het landbouwterrein, een weergave van hetgeen op dit terrein wordt verbouwd en het bewijs dat het terrein in eigendom toebehoort aan de werkgever danwel door deze wordt gebruikt op grond van een met de eigenaar of de zakelijk- of persoonlijk gerechtigde gesloten overeenkomst.

Artikel 6

  1. Onverminderd de in de landsverordening en dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, gestelde vereisten voor het verkrijgen van een tewerkstellingsvergunning wordt deze vergunning voor het verrichten van arbeid door inwonend huishoudelijk personeel slechts verleend, indien de inwonende persoon op het moment van de besluitvorming de 21-jarige leeftijd heeft bereikt maar de 50-jarige leeftijd nog niet heeft overschreden, en de arbeid wordt verricht ten behoeve van:
    a. een echtpaar met inwonende minderjarige kinderen, waarvan zowel de man als de vrouw werkzaam is;
    b. een alleenstaande met inwonende minderjarige kinderen;
    c. een echtpaar waarvan één der echtelieden door ziekte of ouderdom hulpbehoevend is;
    d. een alleenstaande die bejaard of anderszins hulpbehoevend is;
    e. een echtpaar, waarvan de man of/en de vrouw wegens zijn/haar positie in een bedrijf of in een gemeenschap regelmatig uithuizig is/zijn.
  2. Ten bewijze van het gestelde in het eerste lid onder c en d, wordt een medische verklaring overgelegd.
  3. De leden 1, onder a, c, en e, en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op niet-huwelijkse partners die duurzaam samenleven en mede ter onderbouwing daarvan een samenlevingsovereenkomst, opgemaakt bij notariële akte, overleggen.

§ 3. Vergoeding tewerkstellingsvergunning

Artikel 7

  1. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning is de volgende vergoeding verschuldigd voor een tijdvak van:
    a. 0 tot 6 maanden NAf 500,-
    b. 6 tot 12 maanden NAf 1.000,-
    c. 12 tot 24 maanden NAf 2.000,-
    d. 24 tot en met 36 maanden NAf 3.000,-.
  2. Met betrekking tot een aanvraag door een in artikel 1, onderdeel b sub 2°, van de landsverordening bedoelde werkgever om een tewerkstellingsvergunning voor inwonend huishoudelijk personeel als bedoeld in artikel 6, wordt aan deze werkgever ontheffing verleend van 75% van de in het eerste lid genoemde bedragen.

Artikel 8

De vergoedingen, genoemd in artikel 7, eerste lid, worden als volgt voldaan:
a. bij de kassa van een door de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn aan te wijzen dienst of instelling;
b. door storting of overschrijving op de girorekening van een door de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn aan te wijzen dienst of instelling.

Artikel 9

Teruggave van vijftig procent (50%) van de betaalde vergoeding wordt verleend indien de aanvraag door de werkgever wordt ingetrokken binnen vier weken na de datum van indiening als bedoeld in artikel 2, tweede lid, tenzij binnen deze termijn reeds een beslissing is genomen op de aanvraag.

§ 4. Functies waarvoor geen tewerkstellingsvergunning is vereist

Artikel 10

  1. Het verbod van artikel 2, eerste lid, van de landsverordening is niet van toepassing op een vreemdeling die in Curaçao arbeid verricht op grond van een arbeidsovereenkomst en:
    a. in het bezit is van een vergunning tot verblijf voor onbepaalde tijd in Curaçao, of
    b. gehuwd is met een Nederlander, of
    c. de ongehuwde partner is van een Nederlander:
    1° met wie deze Nederlander sinds Nederland in een duurzame relatie samenleeft en mede ter onderbouwing daarvan een in Nederland bij notariële akte opgemaakte samenlevingsovereenkomst overlegt, of
    2° ten aanzien van wie direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geen verbod tot het verrichten van arbeid gold op grond van een bij notariële akte opgemaakte samenlevingsovereenkomst met deze Nederlander, voorzover en zolang de samenwoning voortduurt,
    mits deze vreemdeling in het bezit is van een geldig werkboekje als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Landsverordening tot inschrijving van Arbeidskrachten 1945.
  2. De in het eerste lid, onder b en c, bedoelde vreemdelingen dienen over een geldige verblijfstitel te beschikken.

§ 5. Aanvullende weigeringsgronden

Artikel 11

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de landsverordening wordt een tewerkstellingsvergunning geweigerd indien:
a. op grond van de gegevens uit de aanvraag of na controle blijkt dat de bedrijfsvoering zodanig is dat niet kan worden gesproken van een normale bedrijfsvoering of van normale bedrijfsactiviteiten;
b. niet is aangetoond dat de vreemdeling beschikt over de opleiding dan wel de werkervaring die is vereist voor het verrichten van de arbeid;
c. aan de vereisten gesteld in artikel 6 niet zijn voldaan in geval van het verrichten van arbeid door inwonend huishoudelijk personeel;
d. de vreemdeling arbeid zal verrichten die behoort tot een categorie van beroepen of functies ten aanzien waarvan de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn in het kader van de regulering van de arbeidsmarkt uitdrukkelijk heeft besloten geen tewerkstellingsvergunningen te verlenen aan vreemdelingen;
e. de vreemdeling zonder of zonder geldige tewerkstellingsvergunning in de aan de aanvraag voorafgaande periode van minimaal vier weken reeds arbeid verrichtte voor de werkgever die de aanvraag heeft ingediend;
f. de geldigheidsduur van het paspoort van de vreemdeling is verstreken.

Artikel 12

Onverminderd het bepaalde in artikel 9 van de landsverordening kan een tewerkstellingsvergunning worden geweigerd indien:
a. de vreemdeling arbeid zal verrichten die behoort tot een categorie van beroepen of functies waarvan aan het aantal arbeidsplaatsen ten behoeve van vreemdelingen een maximum is gesteld door de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn en dit maximum ten tijde van de aanvraag is bereikt;
b. het vertrek en bijbehoren, bedoeld in artikel 5, onder b, naar het oordeel van de Minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn ongeschikt is gebleken;
c. overige aan de vreemdeling gestelde eisen voor het verrichten van de arbeid als bedoeld in artikel 3, onder d, kennelijk onredelijk zijn, met dien verstande dat zij te hoog zijn gesteld of kennelijk onjuist zijn.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 13

(vervallen)

Artikel 14

Dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt aangehaald als: Landsbesluit arbeid vreemdelingen .

***

 

 

 

Naar boven