Landsbesluit bemanningssamenstelling zeeschepen - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsbesluit bemanningssamenstelling zeeschepen

Publicatienummer: P.B. 2023, no. 123
Categorie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen Geconsolideerde Tekst
Ministerie: Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning
Datum ondertekening: 11-09-2023
Datum inwerktreding: 01-03-2008
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK IX Verkeer en vervoer )


LANDSBESLUIT van de 11de september 2023, no. 23/1915, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van het Landsbesluit bemanningssamenstelling zeeschepen

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
01-03-2008 n.v.t. n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2023, no. 123 (GT) n.v.t.

Artikel 1

  1. Bij het samenstellen van de bemanning van een zeeschip neemt de scheepsbeheerder de bijlage bij dit landsbesluit in acht.
  2. Onder de scheepsbeheerder wordt in dit landsbesluit verstaan de vertegenwoordiger van de eigenaar, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten, onderscheidenlijk de vertegenwoordiger van de rompbevrachter, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van genoemd Besluit.

Artikel 2

De bijlage is van toepassing op zeeschepen uitgerust met een automatische stuurinrichting en die tevens zijn ingericht voor een nul-mans wachtbezetting in de machinekamer.

Artikel 3

  1. Ingeval het zeeschip niet is uitgerust met een automatische stuurinrichting of niet is ingericht voor een nul-mans wachtbezetting in de machinekamer, schrijft de Directeur Maritieme Autoriteit Curaçao een daartoe strekkende aanvulling van de bemanning voor.
  2. Indien de inrichting, de uitrusting, de aard van de voortstuwing of het gebruik van het zeeschip hem daartoe aanleiding geven, kan de Directeur Maritieme Autoriteit Curaçao een aanvulling van de bemanning voorschrijven. Deze aanvulling blijft beperkt tot hetgeen redelijkerwijs noodzakelijk is ter verzekering van een veilige en milieuvriendelijke vaart ter zee.

Artikel 4

  1. Op aanvraag van de scheepsbeheerder kan de Directeur Maritieme Autoriteit Curaçao een geringere bemanningsomvang voorschrijven dan die voorgeschreven in de bijlage indien:
    a. een of meer maritieme officieren deel uitmaken van de bemanning, of
    b. naar zijn redelijk oordeel, gelet op de bijzonderheden van de reis of de reizen, het zeeschip zonder gevaar voor de opvarenden, de scheepvaart, het zeeschip zelf, de lading of het mariene milieu deze reis of de reizen kan ondernemen.
  2. De Directeur Maritieme Autoriteit Curaçao kan, in het belang van het voorkomen van gevaar als bedoeld in het eerste lid, onder b, beperkende voorschriften verbinden aan zijn beslissing.

Artikel 5

Beslissingen genomen ingevolge artikel 3 of artikel 4 worden gemotiveerd aan de belanghebbende meegedeeld.

Artikel 6

De Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijk planning kan nadere regels stellen ter uitvoering van het gestelde in artikel 3 en artikel 4.

Artikel 7

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit bemanningssamenstelling zeeschepen.

Artikel 8

(vervallen)

Artikel 9

(vervallen)

Bijlage

Bijlage bij het Landsbesluit bemanningssamenstelling zeeschepen

Model 1

  1. Aan boord van een zeeschip, anders dan een passagierschip, met een brutotonnage van minder dan 500 GT dat uitsluitend bestemd is voor reizen nabij de kust en dat is voorzien van een voortstuwingsvermogen van minder dan 750 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    twee gezellen.
  2. Ingeval een zeeschip als bedoeld onder sub 1., is voorzien van een voortstuwingsvermogen van 750 kW of meer maar minder dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    twee gezellen.

Model 2

  1. Aan boord van een zeeschip, anders dan een passagierschip, met een brutotonnage van minder dan 3000 GT dat is voorzien van een voortstuwingsvermogen van minder dan 750 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    drie gezellen.
  2. Ingeval een zeeschip als bedoeld in het eerste lid is voorzien van een voortstuwingsvermogen van 750 kW of meer maar minder dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    drie gezellen.
  3. Ingeval een zeeschip als bedoeld onder sub 1., is voorzien van een voortstuwingsvermogen van meer dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    Tweede werktuigkundige
    drie gezellen.

Model 3

  1. Aan boord van een zeeschip, anders dan een passagierschip, met een brutotonnage van 3000 GT of meer maar minder dan 9000 GT dat is voorzien van een voortstuwingsvermogen van 750 kW of meer maar minder dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    drie gezellen.
  2. Ingeval een zeeschip als bedoeld onder sub 1., is voorzien van een voortstuwingsvermogen van meer dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    Tweede werktuigkundige
    Derde werktuigkundige
    drie gezellen.

Model 4

Aan boord van een zeeschip, anders dan een passagierschip, met een brutotonnage van meer dan 9000 GT doet de volgende bemanning dienst:
Kapitein
Eerste stuurman
Tweede stuurman
Derde stuurman
Hoofdwerktuigkundige
Tweede werktuigkundige
Derde werktuigkundige
vier gezellen

Model 5

  1. Aan boord van een passagierschip met een brutotonnage van minder dan 500 GT dat uitsluitend bestemd is voor reizen nabij de kust en dat is voorzien van een voortstuwingsvermogen van minder dan 750 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    twee gezellen
  2. Ingeval een schip als bedoeld onder sub 1., is voorzien van een voortstuwingsvermogen van 750 kW of meer maar minder dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    Tweede werktuigkundige
    twee gezellen.

Model 6

  1. Aan boord van een passagierschip met een brutotonnage van minder dan 3000 GT dat is voorzien van een voortstuwingsvermogen van minder dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    Tweede werktuigkundige
    vier gezellen.
  2. Ingeval een passagiersschip als bedoeld onder sub 1., is voorzien van een voortstuwingsvermogen van 3000 kW of meer doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    Tweede werktuigkundige
    Derde werktuigkundige
    vier gezellen.

Model 7

  1. Aan boord van een passagierschip met een brutotonnage van 3000 GT of meer maar minder dan 9000 GT dat is voorzien van een voortstuwingsvermogen van minder dan 3000 kW doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    Derde stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    Tweede werktuigkundige
    vier gezellen.
  2.  Ingeval een passagiersschip als bedoeld onder sub 1., is voorzien van een voortstuwingsvermogen van 3000 kW of meer doet de volgende bemanning dienst:
    Kapitein
    Eerste stuurman
    Tweede stuurman
    Derde stuurman
    Hoofdwerktuigkundige
    Tweede werktuigkundige
    Derde werktuigkundige
    vier gezellen.

Model 8

Aan boord van een passagierschip met een brutotonnage van 9000 GT of meer doet de volgende bemanning dienst:
Kapitein
Eerste stuurman
Tweede stuurman
Derde stuurman
Vierde stuurman
Hoofdwerktuigkundige
Tweede werktuigkundige
Derde werktuigkundige
Vierde werktuigkundige
vijf gezellen.

Naar boven