Landsbesluit dwangsommen en bestuurlijke boetes geldtransactiekantoren - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsbesluit dwangsommen en bestuurlijke boetes geldtransactiekantoren

Publicatienummer: P.B. 2023, no. 89
Categorie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen
Ministerie: Financiën
Datum ondertekening: 27-07-2023
Datum inwerktreding: 17-08-2023


LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 27ste juli 2023 ter uitvoering van artikel 29, zevende lid, en artikel 38, tweede lid, van de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats
17-8-2023 n.v.t n.v.t. Uitvoering van artikel 29, zevende lid, en artikel 38, tweede lid, van de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren P.B. 2023, no. 89

1. Algemeen

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

bestuurlijke boete : de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 37 van de landsverordening;
bruto-opbrengst : het totaal bedrag aan bruto-inkomsten zoals dat blijkt uit de per 31 december van het voorafgaande jaar bij de Bank ingediende jaarrekening op grond van artikel 12 van de landsverordening, of indien deze niet beschikbaar is, uit de meest recente, op grond van artikel 12 van de landsverordening, bij de Bank ingediende gegevens;
landsverordening : Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren;
last onder dwangsom : de last onder dwangsom, bedoeld in artikel 28 van de landsverordening.

2. Last onder dwangsom

Artikel 2

Het bedrag, bedoeld in artikel 29, zevende lid, van de landsverordening, bedraagt:
a. NAf 250.000,- voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 8, achtste lid, 14, eerste lid, 15, vierde lid, 18, tweede lid, 20, derde en vierde lid, en 24, derde lid, van de landsverordening;
b. NAf 500.000,- voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste lid, 7, 8, zesde lid, laatste volzin, zevende lid, 9, derde en vierde lid, 10, derde lid, 12, eerste, tweede en vijfde lid, laatste volzin, 13, eerste, tweede en derde lid, 16, 22, 23, eerste lid, laatste volzin, vierde lid, onderdeel a, en 25, tweede en derde lid, van de landsverordening.

3. Bestuurlijke Boete

Artikel 3

  1. Ter bepaling van de hoogte van de bestuurlijke boete, worden de voorschriften, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de landsverordening ingedeeld in tariefnummers met een daarbij behorende boetebedrag overeenkomstig artikel 4.
  2. De hoogte van de bestuurlijke boete is afhankelijk van het tariefnummer waarin het overtreden voorschrift overeenkomstig artikel 4 is ingedeeld en van de draagkrachtfactor, overeenkomstig artikel 5.
  3. De draagkrachtfactor wordt bepaald op basis van de bruto-opbrengst van de overtreder.
  4. De Bank berekent de hoogte van de bestuurlijke boete door het bedrag behorende bij het tariefnummer te vermenigvuldigen met de draagkrachtfactor.
  5. Dit artikel is niet van toepassing op de voorschriften bedoeld in artikel 6.
  6. Het tweede, derde en vierde lid, zijn niet van toepassing bij de bepaling van de bestuurlijke boete die opgelegd wordt aan een natuurlijk persoon als bedoeld in artikel 1:127 van het Wetboek van Strafrecht. In dat geval is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het boetebedrag dat op grond van artikel 4, tweede lid, behoort bij het tariefnummer waarin het overtreden voorschrift is ingedeeld.
  7. Een lagere bestuurlijke boete kan worden opgelegd, indien de overtreder aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is.

Artikel 4

  1. Op overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de hierna te noemen artikelen van de landsverordening, zijn de volgende tariefnummers van toepassing:
Artikel Tariefnummer
7 3
8, zesde lid, laatste volzin 3
8, zevende lid

8, achtste lid

9, derde lid

9, vierde lid

10, derde lid

3

2

3

3

3

12, eerste lid 3
12, tweede en vijfde lid, laatste volzin 3
14, eerste lid

15, vierde lid

2

2

16 3
20, derde en vierde lid

22

1

3

23, eerste lid, laatste volzin

23, vierde lid, onderdeel a

3

3

  1. De boetebedragen behorende bij de tariefnummers, genoemd in het eerste lid, worden als volgt vastgesteld:
Tariefnummers Boetebedrag
1 NAf 5.000,-
2 NAf 10.000,-
3 NAf 15.000,-

Artikel 5

De draagkrachtfactor, bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt als volgt vastgesteld:

Draagkrachtfactor Bruto-opbrengst (in NAf)
1 <    100.000
3 >    100.000 <     500.000
5 >    500.000

 

Artikel 6

  1. De bestuurlijke boete bedraagt:
    a. voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens de artikelen 18, tweede lid, en 24, derde lid, van de landsverordening NAf 20.000,-;
    b. voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens de artikelen 13, eerste tot en met derde lid, en 25, tweede en derde lid, van de landsverordening NAf 50.000,-;
    c. voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2, eerste lid, van de landsverordening NAf 100.000,-.
  2. Een lagere bestuurlijke boete kan worden opgelegd, indien de overtreder aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is.

4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7

Ter zake van overtredingen die hebben plaatsgevonden of zijn aangevangen voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.

Artikel 8

De Bank zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van dit landsbesluit aan de minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dit landsbesluit, alsmede een verslag over de toepassing van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete.

Artikel 9

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.

 

Artikel 10

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit dwangsommen en bestuurlijke boetes geldtransactiekantoren.

Naar boven