Landsbesluit dwangsommen en bestuurlijke boetes trustwezen - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsbesluit dwangsommen en bestuurlijke boetes trustwezen

Publicatienummer: P.B. 2024, no. 52
Categorie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen
Ministerie: Financiën
Datum ondertekening: 24-05-2024
Datum inwerktreding: 04-06-2024


LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 24ste mei 2024 ter uitvoering van artikel 21b, zevende lid, en artikel 22a, tweede lid, van de Landsverordening toezicht trustwezen (Landsbesluit dwangsommen en bestuurlijke boetes trustwezen)

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
04-06-2024 n.v.t. n.v.t. uitvoering art. 21b, lid 7, en art. 22a, lid 2, van de Landsverordening toezicht trustwezen P.B. 2024, no. 52 n.v.t.

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

balanstotaal : het totaal van alle activa of passiva van de onder toezicht staande instelling zoals dat blijkt uit de per 31 december van het voorafgaande jaar bij de Bank ingediende jaarrekening op grond van artikel 17 van de landsverordening, of indien deze niet beschikbaar is, uit de meest recente jaarrekening, op grond van artikel 17 van de landsverordening ;
bestuurlijke boete

 

de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 22 van de landsverordening;
landsverordening : Landsverordening toezicht trustwezen;
last onder dwangsom : de last onder dwangsom, bedoeld in artikel 21a van de landsverordening.

§ 2. Last onder dwangsom

Artikel 2

Het bedrag, bedoeld in artikel 21b, zevende lid, van de landsverordening, bedraagt:
a. NAf 250.000,- voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens de artikelen 15, 17b, vierde lid, 20a, derde lid, 24a, derde lid, 24b, tweede lid van de landsverordening;
b. NAf 500.000,- voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste lid, 4a, 5, zesde en zevende lid, 11, vierde lid, 11c, 11d, eerste lid, 12, eerste en tweede lid, 13, eerste lid, eerste volzin, 16, eerste lid, 17, eerste, tweede en vijfde lid, laatste volzin, 17a, eerste tot en met derde lid, 17c, laatste volzin, 17d, derde lid, onderdeel a, van de landsverordening.

§ 3. Bestuurlijke boete

Artikel 3

Voor de toepassing van de artikelen 4 tot en met 6 van dit landsbesluit onderscheidt de Bank de volgende types verleners van beheersdiensten:
a. natuurlijk persoon met ontheffing;
b. rechtspersoon met ontheffing;
c. vergunninghouders waaronder een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

Artikel 4

1. Ter bepaling van de hoogte van de bestuurlijke boete worden de voorschriften, bedoeld in artikel 22a, eerste lid, van de landsverordening ingedeeld in tariefnummers met een daarbij behorende boetebedrag overeenkomstig artikel 5.
2. Het boetebedrag bestaat uit een vaste en een variabele component.
3. De hoogte van de bestuurlijke boete is afhankelijk van het tariefnummer waarin het overtreden voorschrift overeenkomstig artikel 5, eerste lid, is ingedeeld.
4. De hoogte van het variabele component is afhankelijk van de draagkracht van de overtreder.
5. De draagkracht van de overtreder wordt als volgt bepaald:
a. indien de overtreder een rechtspersoon met een ontheffing is, op basis van het balanstotaal van de rechtspersoon;
b. indien de overtreder een vergunninghouder is, op basis van het aantal buitengaatse onderneming waaraan diensten wordt verleend.
c. indien de overtreder een natuurlijk persoon met ontheffing is, geldt een vast bedrag als maximum op te leggen boete conform het tweede lid van artikel 5.
6. Dit artikel is niet van toepassing op de voorschriften bedoeld in artikel 6.
7. Het tweede tot en met vijfde lid, zijn niet van toepassing bij de bepaling van de bestuurlijke boete die opgelegd wordt aan een natuurlijk persoon als bedoeld in artikel 1:127 van het Wetboek van Strafrecht. In dat geval is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan de vaste component van het boetebedrag dat op grond van artikel 5, tweede lid, behoort bij het tariefnummer waarin het overtreden voorschrift is ingedeeld.

Artikel 5

1. Op overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de hierna te noemen artikelen van de landsverordening, zijn de volgende tariefnummers van toepassing:

Artikel Tariefnummer
15 1
17b, vierde lid 1
20a, derde lid 1
4a 2
5, zesde lid 2
5, zevende lid

5, achtste lid

2
11, vierde lid 2
11c 2
11d, eerste lid 2
12, eerste lid 2
12, tweede lid 2
13, eerste lid, eerste volzin 2
14, eerste lid 2
16, eerste lid 2
17, eerste lid 2
17, tweede lid 2
17, vijfde lid, laatste volzin

17c, laatste volzin

 

2

17d, derde lid, onderdeel a 2

 

2. De boetebedragen behorende bij de tariefnummers, genoemd in het eerste lid, worden als volgt vastgesteld:

Tariefnummer Natuurlijk persoon met ontheffing

 

Rechtspersoon met ontheffing

 

Vergunninghouders
1 NAf 1.500,- NAf. 1500,- vermeerderd met NAf 150,- per elke NAf 10.000,- van het balanstotaal NAf. 3.000,- vermeerderd met NAf 1.200,- per elke 10 buitengaatse ondernemingen waaraan diensten worden verleend.
2 NAf 3.000,- NAf. 3000,- vermeerderd met NAf 300,- per elke NAf 10.000,- van het balanstotaal.

NAf. 6.000,- vermeerderd met NAf 2.400,- per elke 10 buitengaatse ondernemingen waaraan diensten worden verleend.

Artikel 6

De bestuurlijke boete bedraagt:
a. voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 24b, tweede lid, van de landsverordening NAf 10.000,-;
b. voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 23, tweede lid, en 24a, derde lid, van de landsverordening NAf 20.000,-;
c. voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 17a, eerste tot en met derde lid, van de landsverordening NAf 50.000,-;
d. voor overtreding van de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 2, eerste lid, van de landsverordening NAf 100.000,-

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7

Ter zake van overtredingen die hebben plaatsgevonden of zijn aangevangen voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit, blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.

Artikel 8

Het Landsbesluit administratieve boete trustwezen wordt ingetrokken.

Artikel 9

De Bank zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van dit landsbesluit aan de minister een verslag uit over de doeltreffendheid en de effecten van dit landsbesluit, alsmede een verslag over de toepassing van de last onder dwangsom en de bestuurlijke boete.

Artikel 10

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 11

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit dwangsommen en bestuurlijke boetes trustwezen.

Naar boven