| Publicatienummer: | P.B. 2024, no. 118 (Geconsolideerde Tekst) |
| Categorie: | Geconsolideerde Tekst Landsbesluit, houdende algemene maatregelen |
| Ministerie: | Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning |
| Datum ondertekening: | 19-09-2024 |
| Datum inwerktreding: | 15-04-2000 |
| Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK IX Verkeer en vervoer)
|
LANDSBESLUIT van de 19de september 2024, no. 24/2140, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van het Landsbesluit radioamateurs
| Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum ingetrokken | Betreft | Vindplaats | Zittingsjaar |
| 15-04-2000 | n.v.t. | n.v.t. | Geconsolideerde tekst | P.B. 2024, no. 118 (GT) | n.v.t. |
§ 1. Definities
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. landsverordening : de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen ;
b. Minister : de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning;
c. Directeur : de Directeur van het Bureau Telecommunicatie en Post;
d. beschikking : de beschikking waarbij een machtiging is verleend;
e. bewijs van
bevoegdheid : het door de Directeur afgegeven bewijs van bevoegdheid als radioamateur uitgereikt na een met goed gevolg afgelegd examen als bedoeld in artikel 6;
f. machtiging : een machtiging voor een radio-elektrische zend- en ontvanginrichting als bedoeld in artikel 15, eerste lid, en artikel 16 van de landsverordening bestemd voor de aanleg, het bezit of het gebruik van een amateurstation;
g. radioamateur : een daartoe bevoegd persoon die uit een zuiver persoonlijk oogmerk en zonder enig geldelijk voordeel proeven neemt op telecommunicatiegebied;
h. amateurstation : een zend- en ontvanginrichting voor radiotelegrafie of radiotelefonie, bestemd voor het nemen van proeven op telecommunicatiegebied;
i. radiotelegrafie : telecommunicatie via de ether door middel van morsetekens;
j. radiotelefonie : telecommunicatie via de ether door middel van spraak;
k. klasse van uitzending : een aanduiding bestaande uit drie symbolen die respectievelijk de modulatievorm van de draaggolf, het type signaal dat de draaggolf moduleert en de soort informatie die wordt uitgezonden, aangeven. De betekenis van de symbolen is aangegeven in bijlage 1 behorende bij dit landsbesluit;
l. bandbreedte : het frequentieverschil tussen de hoogste en de laagste frequentie waarbinnen tijdens modulatie 99% van de uitgezonden energie wordt waargenomen;
m. ongewenste hoog-
frequent uitstralingen : alle hoogfrequente uitstralingen op andere frequenties dan de zendfrequentie en de frequentie in de frequentiebanden die noodzakelijkerwijs in verband met het modulatieproces in beslag worden genomen;
n. zendvermogen:
– bij toepassing van
frequentie- of
fasemodulatie : het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van de zendinrichting afgegeven gemiddelde vermogen;
– bij de overige
modulatie
toepassingen : 25% van het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de hoogfrequent uitgangswisselspanning tijdens het maximum van het modulerende signaal;
o. toegestane
zendvermogen : de waarde van het zendvermogen welke tijdens het gebruik van de zendinrichting niet mag worden overschreden;
p. maximum
zendvermogen : de waarde van het zendvermogen welke als gevolg van de constructie van de zendinrichting niet kan worden overschreden.
§ 2. Algemene bepalingen
Ter zake van telecommunicatievoorzieningen ten behoeve van radioamateurs gelden, onverminderd, tenzij anders is bepaald, de regels die zijn gesteld bij en krachtens het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen en de navolgende bepalingen.
In afwijking van artikel 34, eerste lid, van het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen, worden machtigingen voor radioamateurs verleend voor ten hoogste tien jaar.
Geen examen behoeft te worden afgelegd door:
a. Nederlanders die in het bezit zijn van een geldig Nederlands radioamateur machtiging;
b. personen van andere nationaliteit mits zij in het bezit zijn van een geldige machtiging van een land dat is aangesloten bij de Conférence Européenne des Administrations des Postes et des Télécommunications (CEPT);
c. personen van andere nationaliteit die gedurende een periode van ten hoogste drie maanden in Curaçao verblijven mits zij in bezit zijn van een geldige machtiging van het land van herkomst, en dat land radioamateurs afkomstig uit Curaçao op de voet van wederkerigheid gedurende eenzelfde periode zonder aanvullende eisen toelaat.
De Directeur kan op verzoek van de belanghebbende een uittreksel verstrekken uit het register, waaruit blijkt dat de machtiginghouder in het bezit is van een bevoegdheid als radioamateur, dat overeenkomt met de daartoe strekkende internationale eisen, zulks ter verkrijging van een machtiging in landen waarmede het Koninkrijk der Nederlanden laterale of multilaterale overeenkomsten van wederkerigheid heeft ondertekend. Dit uittreksel heeft een geldigheidsduur van één jaar en wordt opgesteld in de Engelse of Spaanse taal.
De uitgifte van roepletters, bedoeld in artikel 40 van het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen, geschiedt voor wat betreft radioamateurs overeenkomstig het bepaalde in bijlage 2 behorende bij dit besluit.
§ 3. Verplichtingen
Zodra een in dit landsbesluit bedoelde zend- of ontvanginrichting voor gebruik gereed is, stelt de machtiginghouder de Directeur daarvan in kennis ten einde de keuring, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderscheidenlijk 69, eerste lid, van het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen te kunnen doen plaatsvinden.
De machtiginghouder mag de navolgende zendinrichtingen aanwezig hebben:
1. Zendinrichtingen die uitsluitend zijn ingericht voor de frequentiebanden waarin frequenties voorkomen welke zijn toegewezen aan de machtiginghouder mits deze voldoen aan de volgende eisen:
a. In de zendinrichting dienen zodanige technische voorzieningen te zijn aangebracht dat het gebruik is geblokkeerd van de niet aan de machtiginghouder toegewezen frequenties, één en ander voor zover de mechanische, elektrische en elektronische uitvoering van de zendinrichting dit toelaat;
b. Het toegestane zendvermogen van de zendinrichtingen bedraagt maximaal 250 Watt, tenzij overeenkomstig artikel 12, achtste en negende lid, toestemming is verleend hiervan af te wijken. Tevens mogen delen of onderdelen van de zendinrichtingen niet meer hoogfrequent zendvermogen kunnen afgeven dan voor de goede werking van deze zendinrichtingen noodzakelijk is;
c. Indien de zendinrichting meer zendvermogen kan afgeven dan het toegestane zendvermogen moet de zendinrichting zijn uitgerust met een niet direct toegankelijke voorziening die ervoor zorgt dat het toegestane zendvermogen niet kan worden overschreden;
d. De zendinrichtingen dienen te voldoen aan de in artikel 20 gestelde technische voorschriften.
2. Andere zendinrichtingen mits deze zodanig zijn gedemonteerd dat de zendinrichtingen niet geschikt zijn of op eenvoudige wijze geschikt gemaakt kunnen worden voor het doen van uitzendingen.
De uitzending van de roepletters dient op één van de hier navolgende wijze te geschieden:
1. Identificatie door middel van spraak.
a. De toegelaten klassen van uitzending zijn:
A3E, H3E, R3E, F3E, G3E of J3E.
b. Het te bezigen spellingsalfabet luidt:
| A | Alfa | N | November |
| B | Bravo | O | Oscar |
| C | Charlie | P | Papa |
| D | Delta | Q | Quebec |
| E | Echo | R | Romeo |
| F | Foxtrot | S | Sierra |
| G | Golf | T | Tango |
| H | Hotel | U | Uniform |
| I | India | V | Victor |
| J | Juliet | W | Whiskey |
| K | Kilo | X | X-ray |
| L | Lima | Y | Yankee |
| M | Mike | Z | Zulu |
2. Identificatie door middel van morse telegrafie:
a. De toegelaten klassen van uitzending zijn:
A1A, F1A, F2A, J2A en G2A.
b. Toegestaan is een seinsnelheid van ten hoogste twintig woorden per minuut. Ingeval van een georganiseerde amateurradiowedstrijd is een seinsnelheid van ten hoogste dertig woorden per minuut toegestaan.
3. Identificatie door middel van automatische telegrafie:
a. De toegelaten klassen van uitzending zijn:
F1B, F2B of J2B.
b. Toegestaan is het gebruik van:
1°. verreschrijfapparatuur: start-stop systeem met 5 eenheden informatie bits volgens het internationaal telegrafie-alfabet no. 2 (Baudot) met een seinsnelheid van 45, 50, 75, 100 of 200 baud.
2°. verreschrijfapparatuur: start-stop systeem met 7 eenheden informatie bits volgens het internationaal telegrafie-alfabet no. 5 (ASCII) met een seinsnelheid van 110 of 300 baud.
3°. amtor: synchroon systeem met foutencorrectie met 7 eenheden informatie bits volgens het telegrafie-alfabet genoemd in aanbeveling 625 van het Comité Consultatif International de Radio (CCIR) met een seinsnelheid van 100 baud.
4°. systeem Hell: hierbij worden de karakters, als een soort beeldschrift weergegeven in een raster van 7×7 beeldpunten. De seinsnelheid is 122.5 baud.
5°. Packet-radio Ax-25: ARQ-telegrafiesysteem, afgeleid van het transmissieprotocol X.25 genoemd in de aanbevelingen van het Comité Consultatif International de Téléphone et de Télégraphe (CCITT). In het adresveld van het transmissieprotocol X-25 dienen de roepletters van de machtiginghouder, de eventuele tussenstations waarlangs het bericht wordt verzonden (maximaal 8) en de geadresseerde machtiginghouder te zijn opgenomen. De digitale informatie wordt uitgezonden in groepen van acht bits welke in het adresveld een ASCII-karakter vormen.
4. Identificatie door middel van systemen voor beeldoverdracht:
a. Facsimilé en Slow-scan televisie (SSTV)
1°. De toegelaten klassen van uitzending zijn:
A3C, A3F, F3C, F3F, G3C of J3C.
2°. De opbouw van het facsimilé-beeld aantal lijnen per minuut: 60, 90, 120 of 240.
3°. De opbouw van het slow-scan televisiebeeld:
lijnfrequentie: 16 2/3 Hz
beeldfrequentie: 1/7,2 Hz
aantal lijnen per beeld: 120
pulsduur lijnsynchronisatie: 5 ms
pulsduur beeldsynchronisatie: 30 ms
4°. Indien het beeldsignaal via frequentiemodulatie van een hulpdraaggolf de zender moduleert, gelden hiervoor de volgende eisen voor de modulatie van de hulpdraaggolf:
a. Facsimilé:
Zwartniveau: 1500 Hz
Witniveau: 2300 Hz
b. SSTV:
Synchronisatie-impuls (ultra zwart): 1200 Hz
Zwartniveau: 1500 Hz
Witniveau: 2300 Hz
Indien het beeldsignaal de draaggolf direct in frequentie moduleert dient het frequentieverschil tussen de hoogste en de laagste frequentie overeen te komen met het verschil tussen de hierboven genoemde uiterste frequenties.
5°. De roepletters moeten aan de ontvangstzijde na demodulatie in leesbaar schrift zichtbaar zijn.
b. Amateurtelevisie:
1°. De toegelaten klassen van uitzending zijn:
A3F, C3F en F3F.
2°. De opbouw van het beeldsignaal dient zodanig te zijn dat weergave van het beeld na demodulatie mogelijk is met het desbetreffende gedeelte van een televisie-ontvanger geschikt voor CCIR-norm B en G:
lijnfrequentie: 15625 Hz
beeldfrequentie: 25 Hz
rasterfrequentie: 50 Hz
aantal lijnen per beeld: 625
horizontale afbuiging van links naar rechts verticale afbuiging van boven naar beneden.
3°. De roepletters moeten aan de ontvangstzijde na demodulatie in leesbaar schrift zichtbaar zijn.
5. Afwijkingen:
Indien bij automatische telegrafie of beeldoverdracht niet aan de voorgeschreven wijze van identificatie kan worden voldaan, dient de identificatie te geschieden door middel van spraak of morse-telegrafie.
De machtiginghouder mag, behoudens ingeval van nood, uitsluitend radioverbindingen maken met radioamateurs alsmede met gebruikers van andere stations die bevoegd zijn op amateurfrequenties radioverbindingen te maken.
De bandbreedte van de uitzendingen dient beperkt te worden tot een voor de te nemen proeven noodzakelijke grens.
De stabiliteit van de frequentie van het uitgezonden signaal moet voldoen aan – naar de stand van de techniek – redelijk te stellen eisen.
Het vermogen van ongewenste hoogfrequent-uitstralingen mag per component niet meer bedragen dan in de navolgende tabel is aangegeven:
| Frequentieband waarin de ongewenste hoogfrequent uitstraling plaatsvindt | Zendvermogen | Maximaal vermogen per hoogfrequent component |
| 9 kHz-40 MHz | ≤ 1 Watt | 100 microWatt |
| > 1 Watt | – 40 dB (*1) | |
| 40 MHz-960 MHz | ≤ 10 Watt | 10 microWatt |
| > 10 Watt | -60 dB (*1 | |
| 960 MHz-17.7 GHz | ≤ 10 Watt | 100 microWatt |
| -50 dB (*1) | > 10 Watt | |
| > 17.7 GHz | Naar de stand van de techniek |
(*1) t.o.v. het zendvermogen.
De machtiginghouder moet er voor zorgdragen dat door de uitzendingen van de zendinrichting de grenzen van de hem toegewezen frequentiebanden en het toegestane zendvermogen niet worden overschreden.
§ 4. Bijzondere voorschriften
I. Amateurradio zendmachtiging A
1. De machtiginghouder mag het amateurstation uitsluitend gebruiken in overeenstemming met de in het navolgende schema weergegeven combinaties:
| Band (MHz) | Status | Klassen van uitzending | ||
| 1.8 | – | 2.0 | (S) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J3C J3E R3E. |
| 3.5 | – | 4.0 | (S) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J2B J3C J3E R3E. |
| 7.0 | – | 7.3 | (P) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J2B J3C J3E R3E. |
| 10.1 | – | 10.15 | (S) | A1A F1B. |
| 14.0 | – | 14.35 | (P) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J2B J3C J3E R3E. |
| 18.068 | – | 18.168 | (P) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J2B J3C J3E R3E. |
| 21.0 | – | 21.45 | (P) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J2B J3C J3E R3E. |
| 24.89 | – | 24.99 | (P) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J2B J3C J3E R3E. |
| 28.0 | – | 29.7 | (P) | A1A F1B A3E F3E G3E A3C A3F F3C F3F H3E J2B J3C J3E R3E. |
| 50.0 | – | 54.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 144.0 | – | 148.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 220.0 | – | 225.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 430.0 | – | 440.0 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C F1B F2A F2B H3E J3E R3E F3E G3E J2B G2A C3F. |
| 902.0 | – | 928.0 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F.
|
| Band (GHz) | Status | Klassen van uitzending | ||
| 1.24 | – | 1.3 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2C G3C C3F. |
| 2.32 | – | 2.45 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 3.3 | – | 3.5 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 5.65 | – | 5.925 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 10.00 | – | 10.50 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 24.00 | – | 24.50 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 47.00 | – | 47.10 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 75.50 | – | 81.00 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 142.00 | – | 149.00 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 241.00 | – | 250.00 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2C G3C C3F. |
(P) = Primaire status.
(S) = Secundaire status.
2. In de frequentiebanden 10.1 – 10.15 MHz, 18.068 – 18.168 MHz en 24.89 – 24.99 MHz is het houden van amateurradiowedstrijden niet toegestaan. In de frequentieband 10.1 – 10.15 is het maximum zendvermogen 250 Watts.
3. In de frequentiebanden tussen 1.8 MHz en 148.0 MHz zijn uitsluitend smalbandige uitzendingen toegestaan.
4. Het gebruik van het amateurstation voor amateurtelevisie is uitsluitend toegestaan in frequentiebanden vanaf 430 MHz en hoger. In de frequentiebanden 430 – 440 MHz is hiervoor uitsluitend de klasse van uitzending C3F toegestaan.
II. Amateurradio machtiging B
1. De machtiginghouder mag het amateurstation uitsluitend gebruiken in overeenstemming met de in het navolgende schema weergegeven combinaties:
| Band (MHz) | Status | Klassen van uitzending | ||
| 3.675 | – | 3.72 | (S) | A1A. |
| 7.1 | – | 7.1 | (P) | A1A. |
| 1.1 | – | 21.2 | (P) | A1A. |
| 8.1 | – | 28.3 | (P) | A1A F1B J2B |
| 8.3 | – | 28.5 | (P) | H3E J3E R3E A3E. |
| 50.0 | – | 54.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A 2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 144.0 | – | 148.0 | (P) | 1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 220.0 | – | 225.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 430.0 | – | 440.0 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C F1B F2A F2B H3E J3E R3E F3E G3E J2B G2A C3F. |
| 902.0 | – | 928.0 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| Band (GHz) | Status | Klassen van uitzending | ||
| 1.24 | – | 1.3 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 2.32 | – | 2.45 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 3.3 | – | 3.5 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 5.65 | – | 5.925 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 10.00 | – | 10.50 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 24.00 | – | 24.50 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 47.00 | – | 47.20 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 75.50 | – | 81.00 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 142.00 | – | 149.00 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 241.00 | – | 250.00 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2C G3C C3F. |
(P) = Primaire status.
(S) = Secundaire status.
2. In de frequentiebanden tussen 28.1 MHz en 148.0 MHz zijn alleen smalbandige uitzendingen toegestaan.
3. Het gebruik van het amateurstation voor amateurtelevisie is uitsluitend toegestaan in frequentiebanden vanaf 430 MHz en hoger. In de frequentieband 430 – 440 MHz, is hiervoor uitsluitend de klasse van uitzending C3F toegestaan.
III. Amateurradio machtiging C
De machtiginghouder mag het amateurstation uitsluitend gebruiken in overeenstemming met de in het navolgende schema weergegeven combinaties:
| Band (GHz) | Status | Klassen van uitzending | ||
| 50.0 | –
|
54.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 144.0 | – | 148.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 220.0 | – | 225.0 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C. |
| 430.0 | – | 440.0 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C F1B F2A F2B H3E J3E R3E F3E G3E J2B G2A C3F |
| 902.0 | – | 928.0 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| Band (GHz) | Status | Klassen van uitzending | ||
| 1.24 | – | 1.3 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 2.32 | – | 2.45 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 3.3 | – | 3.5 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 5.65 | – | 5.925 | (S) | A1A A2A A2B A3EA3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 10.00 | – | 10.50 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 24.00 | – | 24.50 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 47.00 | – | 47.20 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 75.50 | – | 81.00 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2A G2C G3C C3F. |
| 142.00 | – | 149.00 | (P) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2C G3C C3F. |
| 241.00 | – | 250.00 | (S) | A1A A2A A2B A3E A3C A3F F1B F2A F2B F3F H3E J3C J3E R3E F3E G3E A1C A2C J2A J2B J2C J3C F2C F3C G1C G1A G2C G3C C3F. |
(P) = Primaire status.
(S) = Secundaire status.
2. In de frequentiebanden 50.0 – 54.0 en 144.0-148.0 MHz zijn alleen smalbandige uitzendingen toegestaan.
3. Het gebruik van het amateurstation voor amateurtelevisie is uitsluitend toegestaan in frequentiebanden vanaf 430 MHz en hoger. In de 430-440 MHz frequentieband is uitsluitend de klasse van uitzending C3F toegestaan.
IV. Radioamateur machtiging N
1. De machtiginghouder mag het amateurstation uitsluitend gebruiken in overeenstemming met de in het navolgende schema weergegeven combinaties:
| Band (MHZ) | Status | Klassen van uitzending: | ||||||
| 145.000 | – | 145.500 | (P) | F2B G2B. | ||||
| 146.000 | – | 148.000 | (P) | F3E G3E. | ||||
| 220.000 | – | 225.000 | (P) | F2B G2B F3E G3E. | ||||
| 430.000 | – | 433.000 | (S) | F2B G2B F3E G3E. | ||||
| 438.000 | – | 444.000 | (S) | F2B G2B F3E G3E. | ||||
2. Het maximum toegestane zendvermogen bedraagt 25 Watt.
§ 5. Internationale communicatie
Ingeval van internationale communicatie gelden mede de voorschriften opgenomen in bijlage 4 behorende bij dit landsbesluit. Indien de voorschriften opgenomen in de artikelen 22, 23, 24 en 25 daarvan afwijken, hebben de voorschriften opgenomen in bijlage 4 voorrang.
§ 6. Strafbepaling
Het is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 35, vierde lid, van de landsverordening om:
a. een verbod als omschreven in artikel 12, tweede lid, te overtreden; en
b. de verplichtingen opgenomen in de artikelen 1, onderdeel o, 12, eerste, tweede en zesde lid, 15, 20, 22, 23, 24 en 25 niet na te leven.
§ 7. Overgangs- en slotbepalingen
(vervallen)
(vervallen)
Dit besluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit radioamateurs.
Bijlage 1 behorende bij het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 14de oktober 1999 ter uitvoering van de artikelen 13 tot en met 16, 19, 31 en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen met betrekking tot radioamateurs. (Landsbesluit radioamateurs).
|
Symbolen van de klassen van uitzending
|
||
| – | Eerste symbool (modulatie van de draaggolf) | |
| N = | ongemoduleerde draaggolf | |
| A = | dubbelzijband (*1) | |
| B = | onafhankelijke zijbanden | |
| H = | enkelzijband, volledige draaggolf (*1) | |
| R = | enkelzijband, gereduceerde of variabele draaggolf (*1) | |
| J = | enkelzijband, onderdrukte draaggolf (*1) | |
| C = | restzijband (rudimentaire zijband) (*1) | |
| G = | fasemodulatie (*2) | |
| F = | frequentiemodulatie (*2) | |
| D = | de uitzending waarvan de draaggolf zowel in amplitude- als in frequentiefase gemoduleerd is, hetzij tegelijk dan wel in een van tevoren vastgestelde volgorde | |
| P = | ongemoduleerde pulstrein | |
| K = | pulstrein, amplitude-gemoduleerd | |
| L = | pulstrein, gemoduleerd in lengte of duur | |
| M = | pulstrein, gemoduleerd in positie of fase | |
| Q = | pulstrein, waarbij de draaggolf frequentie- of fase-gemoduleerd is gedurende de pulstijd | |
| V = | pulstrein, welke een combinatie is van het bovenstaande of op een andere wijze tot stand is gekomen | |
| W = | gevallen, welke door bovenstaande symbolen niet worden gedekt en waarbij een uitzending bestaat uit een draaggolf, die tegelijk dan wel in een van tevoren vastgestelde volgorde wordt gemoduleerd met een combinatie van twee of meer van de volgende wijzen: amplitude, frequentie of fase, puls | |
| X = | gevallen waarin niet is voorzien.
|
|
| – | Tweede symbool (type signaal dat de draaggolf moduleert) | |
| 0 = | Geen modulatie aanwezig | |
| 1 = | één enkel kanaal met niet-analoge informatie waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een modulerende hulpdraaggolf | |
| 2 = | één enkel kanaal met niet-analoge informatie waarbij gebruik wordt gemaakt van een modulerende hulpdraaggolf | |
| 3 = | één enkel kanaal met analoge informatie | |
| 7 = | twee of meer kanalen met niet-analoge informatie | |
| 8 = | twee of meer kanalen met analoge informatie. | |
| 9 = | samengesteld systeem, waarbij één of meer kanalen met niet-analoge informatie tezamen met één of meer kanalen met analoge informatie | |
| X = | gevallen waarin niet is voorzien.
|
|
| – | Derde symbool (soort informatie welke uitgezonden wordt) | |
| N = | geen informatie (hierbij inbegrepen informatie van een constante, niet variabele aard, zoals b.v. bij standaardfrequentie, radarpulsen etc.) | |
| A = | morse-telgrafie bestemd om op het gehoor opgenomen te worden | |
| B = | telegrafie bestemd voor automatische ontvangst | |
| C = | facsimilé | |
| D = | datatransmissie | |
| E = | telefonie | |
| F = | televisie | |
| W = | combinatie van bovenstaande | |
| X = | gevallen waarin niet is voorzien | |
| – = | aanduiding dat één dan wel een combinatie van de hierboven vermelde codes van toepassing zijn
|
|
(*1) Deze codes hebben betrekking op uitzendingen waarbij de draaggolf amplitude gemoduleerd wordt, inclusief uitzendingen waarbij de subcarrier (hulpdraaggolf) frequentie- of fasegemoduleerd wordt.
(*2) Indien niet bekend is of fase- dan wel frequentiemodulatie wordt toegepast, wordt symbool “F” gebruikt.
Bijlage 2 behorende bij het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 14de oktober 1999 ter uitvoering van de artikelen 13 tot en met 16, 19, 31 en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen met betrekking tot radioamateurs. (Landsbesluit radioamateurs).
|
De uitgifte van roepletters als bedoeld in artikel 40 van het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen voor wat betreft radioamateurs geschiedt overeenkomstig de navolgende tabel.
|
||
| Land | Prefixen reeks | Gebruik
|
| Curaçao | PJ2x *) | Clubstations, relaisstations en tijdens internationale wedstrijden**)
|
| Curaçao | PJ2xx of PJ2xxx | Personen van Nederlandse nationaliteit of vreemdelingen die in Curaçao hun radioamateur examen hebben afgelegd en die op het eiland Curaçao woonachtig zijn. |
Bijlage 3 behorende bij het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 14de oktober 1999 ter uitvoering van de artikelen 13 tot en met 16, 19, 31 en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen met betrekking tot radioamateurs. (Landsbesluit radioamateurs).
| Register amateurstation | |||
| Roepletters machtiginghouder: | |||
| Zender | IN/VAN | UIT/AAN | OPMERKINGEN |
| fabrikaat : | naam : | naam : | no. 1 |
| type : | adres : | adres : | |
| serienr. : | woonplaats : | woonplaats : | |
| freq.band : | eventuele roepletters : | eventuele roepletters : | |
| vermogen : | datum : | datum : | |
| fabrikaat : | naam: | naam: | no. 2 |
| type : | adres : | adres : | |
| Serienr. : | woonplaats : | woonplaats : | |
| freq.band : | eventuele roepletters : | eventuele roepletters : | |
| vermogen : | datum : | datum : | |
| fabrikaat : | naam : | naam : | no. 3 |
| type : | adres : | adres : | |
| serienr. : | woonplaats: | woonplaats : | |
| freq.band : | eventuele roepletters : | eventuele roepletters : | |
| vermogen : | datum : | datum : | |
Bijlage 4 behorende bij het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 14de oktober 1999 ter uitvoering van de artikelen 13 tot en met 16, 19, 31 en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen met betrekking tot radioamateurs. (Landsbesluit radioamateurs).
Internationale status van de amateurdienst
De verdeling van de frequentiebanden waarin de amateurdienst kan worden toegestaan alsmede de daaraan verbonden internationale status van de verschillende diensten zijn in de onderstaande schema opgenomen. Er komen afwijkingen voor tussen de internationale en nationale status en frequentiebanden.
| Frequentieband in MHz | Toewijzingen
Status *) |
Bijzonderheden
**)
|
| 1.8 – 1.85 | AMATEUR | |
| 1.85 – 2.00 | VASTE EN MOBIELE DIENSTEN, AMATEUR, RADIONAVIGATIE, RADIOLOCATIE |
2 |
| 3.5 – 4.0 | VASTE en MOBIELE DIENSTEN, AMATEUR |
1 en 3 |
| 7.0 – 7.1 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | 1 |
| 7.1 – 7.3 | AMATEUR | 1 |
| 10.1 – 10.15 | VASTE DIENSTEN, amateur | 1 |
| 14.0 – 14.25 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | 1 |
| 18.068 – 18.168 | AMATEUR | |
| 21.0 – 21.45 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | 1 |
| 21.0 – 21.45 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | 1 |
| 24.89 – 24.99 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | 1 |
| 28.0 – 29.7 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | |
| 50.0 – 54.0 | AMATEUR | |
| 144.0 – 146.0 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | 1 en 4 |
| 146.0 – 148.0 | AMATEUR | |
| 220.0 – 225.0 | AMATEUR, VASTE DIENSTEN, radiolocatie | |
| 430.0 – 440.0 | RADIOLOCATIE, amateur, | 5 |
| 902.0 – 928.0 | VASTE DIENSTEN, amateur, radiolocatie |
6 |
| Frequentie in MHz. | Toewijzingen
Status *) |
Bijzonderheden
**)
|
| 1240.0 – 1260.0 | RADIOLOCATIE, RADIONAVIGATIESATELLIET, amateur | |
| 1260.0 – 1300.0 | RADIOLOCATIE, amateur | 5 |
| 2300.0 – 2450.0 | VASTE DIENSTEN, MOBIELE DIENSTEN, RADIOLOCATIE, amateur |
5 en 7 |
| 3300.0 – 3400.0 | RADIOLOCATIE, amateur, vaste diensten, mobiele diensten | |
| 3400.0 – 3500.0 | VASTE DIENSTEN, SATELLIET, amateur, mobiele diensten, radiolocatie | 5 |
| 5650.0 – 5725.0 | RADIOLOCATIE, space research (deepspace) amateur | 5 |
| 5725.0 – 5850.0 | RADIOLOCATIE, amateur | 5 en 8 |
| 5850.0 – 5925.0 | VASTE en MOBIELE DIENSTEN, SATELLIET, amateur, radiolocatie | 8 |
| 10000.0 – 10450.0 | RADIOLOCATIE, amateur | 9 |
| 10450.0 – 10500.0 | RADIOLOCATIE, amateur, amateursatelliet | |
| 24000.0 – 24050.0 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | 10 |
| 24050.0 – 24250.0 | RADIOLOCATIE, amateur, earth exploration satellite |
10 |
| 47000.0 – 47200.0 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | |
| 75500.0 – 76000.0 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | |
| 76000.0 – 81000.0 | RADIOLOCATIE, amateur, amateursatelliet |
11 |
| 142000.0 – 144000.0 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET | |
| 144000.0 – 149000.0 | RADIOLOCATIE, amateur, amateursatelliet |
12 |
| 241000.0 – 248000.0 | RADIOLOCATIE, amateur,
amateursatelliet |
13 |
| 248000.0 – 250000.0 | AMATEUR, AMATEURSATELLIET |
*) Toelichting op de kolom Toewijzingen Status
In de kolom toewijzing zijn de diensten opgenomen die tot het gebruik van de in de kolom frequentieband vermelde band zijn toegelaten.
Bij deze toewijzing wordt onderscheid gemaakt tussen de primaire en secundaire status van de verschillende diensten.
Diensten met primaire status zijn vermeld in het hoofdlettertype, met secundaire status in het normale lettertype.
Primaire diensten hebben voorrang boven secundaire diensten. Waar storing optreedt moeten de secundaire diensten wijken c.q. hun uitzendingen onverwijld staken. Primaire diensten onderling hebben gelijke rechten met dien verstande dat geen onderlinge storing mag worden veroorzaakt. Secundaire diensten mogen geen storing veroorzaken op toepassingen van primaire diensten, zij hebben geen recht op bescherming tegen storing veroorzaakt door stations behorende tot primaire diensten. Secundaire diensten onderling hebben gelijke rechten.
**) Toelichting op de kolom Bijzonderheden
1. Een deel van deze frequentieband kan ingeval van natuurrampen tijdelijk aangewezen worden voor de afwikkeling van het radionoodverkeer.
2. De frequentieband 1850 – 2000 kHz wordt door Argentinië, Bolivia, Chili, Mexico, Paraguay, Peru, Uruguay, en Venezuela op primaire basis voor de vaste en mobiele diensten, de radionavigatie en radiolocatie gereserveerd.
3. De frequentieband 3500 – 3750 kHz wordt door Honduras, Mexico, Peru en Venezuela op primaire basis voor de vaste en mobiele diensten gereserveerd. In Brazilië is band van 3700 – 4000 kHz op primaire basis voor de radiolocatie gereserveerd.
4. In Cuba wordt de band tussen 146 – 148 MHz op primaire basis voor de mobiele diensten en vaste verbindingen gereserveerd.
5. Amateursatellietgebruik in frequentiebanden 435 – 438, 1260 – 1270, 2400 – 2450, 3400 – 3410 en 5650 – 5670 MHz is toegelaten op de voorwaarde dat de overige diensten hierdoor niet worden gestoord.
In de banden 1260 – 1270 en 5650 – 5670 MHz is het satellietgebruik beperkt tot de richting aarde satelliet.
6. De frequentieband 902 – 928 MHz is bestemd voor gebruik ten behoeve van industriële, wetenschappelijke en medische doeleinden (ISM frequentie). Storingen die door ISM-apparatuur in de ISM frequenties worden veroorzaakt moeten worden geaccepteerd.
7. De frequentieband 2400 – 2500 MHz is bestemd voor gebruik ten behoeve van industriële, wetenschappelijke en medische doeleinden (ISM frequentie). Storingen die door apparatuur in de ISM frequenties worden veroorzaakt moeten worden geaccepteerd.
8. De frequentieband 5725 – 5875 MHz is bestemd voor gebruik ten behoeve van industriële, wetenschappelijke en medische doeleinden (ISM frequentie). Storingen die door ISM-apparatuur in de ISM frequenties worden veroorzaakt moeten worden geaccepteerd.
9. De frequentieband 9975 – 10025 MHz is op secundaire basis ingedeeld om door weerradars aan boord van satellieten te worden gebruikt.
10. De frequentieband 24000 – 24125,0 MHz is bestemd voor gebruik ten behoeve van industriële, wetenschappelijke en medische doeleinden (ISM frequentie). Storingen die door ISM-apparatuur in de ISM frequenties worden veroorzaakt moeten worden geaccepteerd.
11. De frequentieband 78 – 79 GHz mag op primaire basis worden gebruikt voor radar aan boord van satellieten.
12. De frequentiebanden 144,68 – 144,98 GHz, 145,45 – 145,75 GHz en 146,82 – 147,12 GHz zijn op primaire basis toegewezen voor de radio-astronomiedienst.
13. De frequentieband 244 – 246 GHz is bestemd voor gebruik ten behoeve van industriële, wetenschappelijke en medische doeleinden (ISM frequentie). Storingen die door ISM apparatuur in de ISM frequenties worden veroorzaakt moeten worden geaccepteerd.