LANDSBESLUIT van de 28ste november 2024, no. 24/2632, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 27ste november 1961 houdende voorschriften ter verkrijging van een certificaat van deugdelijkheid ten behoeve van enige schepen, niet vallende onder de Schepenwet - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

LANDSBESLUIT van de 28ste november 2024, no. 24/2632, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 27ste november 1961 houdende voorschriften ter verkrijging van een certificaat van deugdelijkheid ten behoeve van enige schepen, niet vallende onder de Schepenwet

Publicatienummer: P.B. 2025, no. 23 (Geconsolideerde Tekst)
Categorie: Geconsolideerde Tekst Landsbesluit, houdende algemene maatregelen
Ministerie: Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning
Datum ondertekening: 28-11-2024
Datum inwerktreding: 06-12-1961
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK IX Verkeer en vervoer )


LANDSBESLUIT van de 28ste november 2024, no. 24/2632, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 27ste november 1961 houdende voorschriften ter verkrijging van een certificaat van deugdelijkheid ten behoeve van enige schepen, niet vallende onder de Schepenwet

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
06-12-1961 n.v.t n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2025, no. 23 (GT) n.v.t.

Artikel 1

Een certificaat van deugdelijkheid ten behoeve van een schip als bedoeld in de Landsverordening veiligheidsvoorschriften voor kleine schepen zal, desverzocht, worden afgegeven, indien het schip en zijn uitrusting voldoen aan de hierna volgende bepalingen.

Artikel 2

Het schip moet in zeewaardige toestand verkeren overeenkomstig de door de Inspecteur voor de Scheepvaart ten aanzien van het schip en zijn uitrusting te stellen eisen.

Artikel 3

Het schip moet voorzien zijn van:
a. de nodige hulpmiddelen bij de navigatie, waaronder zeekaarten, een goed bruikbaar kompas en middelen tot het geven van seinen;
b. de nodige middelen ter voorkoming van aanvaring, waaronder deugdelijke navigatiemiddelen en middelen tot het geven van uitwijksignalen;
c. een deugdelijke stuurinrichting.

Artikel 4

Voor elke opvarende als vermeld in het certificaat van deugdelijkheid moeten tenminste één goedgekeurd zwemvest, benevens kinderzwemvesten voor het aantal te vervoeren kinderen aan boord zijn.

Artikel 5

Ieder schip moet tenminste twee reddingsboeien aan boord hebben, waarvan één voorzien van een lijn met zelf ontbrandend licht.

Artikel 6

Indien het aantal te vervoeren passagiers en/ of de te ondernemen reis dit noodzakelijk maken, bepaalt de Inspecteur voor de Scheepvaart het aantal drijvende toestellen dat aan boord geplaatst moet worden, alsmede de soort en afmeting daarvan.

Artikel 7

  1. Het schip moet, afhankelijk van de inrichting of lading, de nodige brandblusmiddelen aan boord hebben.
  2. Werktuigelijk voortbewogen vaartuigen moeten tenminste één goedgekeurd brandblusapparaat aan boord hebben.

Artikel 8

Het schip moet uitgerust zijn met goedwerkende middelen tot lenspompen van het schip.

Artikel 9

  1. Het schip moet van de nodige uitrusting zijn voorzien, waaronder voor zeilschepen voldoende bruikbare zeilen en touwwerk, alsmede de nodige materialen en gereedschappen voor reparatie.
  2. Werktuigelijk voortbewogen vaartuigen moeten de nodige reserveonderdelen, materialen en gereedschappen hebben voor het uitvoeren van eenvoudige reparaties.
  3. Naar gelang de soort van het schip, de te ondernemen reis en het aantal passagiers, moet worden voldaan aan door de Inspecteur voor de Scheepvaart te stellen eisen.

Artikel 10

De voortstuwingswerktuigen van een schip mogen geen benzinemotoren zijn.

Artikel 11

  1. Een schip, uitgerust met een benzinemotor, mag geen benzineproducten van dezelfde of meerdere gevarenklasse als lading aan boord hebben.
  2. Een schip uitgerust met een benzinemotor, mag geen passagiers vervoeren.
  3. Indien een schip benzine of producten van dezelfde of meerdere gevarenklasse als lading vervoert, mogen er geen passagiers aan boord zijn.

Artikel 12

(vervallen)

Naar boven