Politieregeling 2019 - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Politieregeling 2019

Publicatienummer: P.B. 2020, no. 122
Categorie: Landsverordening
Ministerie: Justitie
Datum ondertekening: 13-11-2020
Datum inwerktreding: 16-11-2020
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK V Openbare orde )


LANDSVERORDENING van de 13de november 2020 houdende vaststelling van een aanvullende regeling inzake de taak, de organisatie, de bevoegdheden en het beheer van het Korps Politie Curaçao

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. ambtenaar van politie: ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3 van de rijkswet;
b. korpsbeheerder: degene bij wie op grond van artikel 47, eerste lid, van de rijkswet het beheer van het politiekorps berust;
c. korpschef: degene die op grond van artikel 6 van de rijkswet aan het hoofd van het politiekorps staat en belast is met de dagelijkse leiding van het korps;
d. minister: minister van Justitie;
e. politietaak: de taken, bedoeld in artikel 5 van de rijkswet;
f. politiekorps: het politiekorps voor Curaçao, bedoeld in artikel 4 van de rijkswet;
g. procureur-generaal: de procureur-generaal, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
h. rijkswet: Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
i. Raad voor de rechtshandhaving: Raad voor de rechtshandhaving, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving;
j. taken ten dienste van de justitie: de taken, bedoeld in artikel 1, onder n, onder 2°, van de rijkswet.

§2. Aanvullende regels over de taak en samenstelling van het politiekorps

Artikel 2

  1. Het politiekorps is genaamd: Korps Politie Curaçao.
  2. De inrichting en de organisatie van het politiekorps wordt nader bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geregeld.
  3. De inrichting voorziet in een kwalitatief volwaardig en professionele organisatie van het politiekorps teneinde een effectieve en efficiënte uitvoering van de politietaak te waarborgen.
  4. De inrichting bevat de minimale voorzieningen van een basispolitiezorg, waaronder een gebiedsgebonden en informatiegestuurde politiezorg, noodhulp, intake, handhaving, toezicht en opsporing, bedrijfsvoering en ondersteuning.
  5. Het politiekorps bestaat in ieder geval uit de volgende organisatieonderdelen:
    a. politiedienst, waarin het taakgebied, genoemd in artikel 7, tweede lid, onder d, is belegd;
    b. recherche- en informatiedienst, waarin de taakgebieden, genoemd in artikel 7, tweede lid, onder a tot en met c, van de rijkswet, zijn belegd;
    c. een meldkamer ten behoeve van de politietaak;
    d. bedrijfsvoering en ondersteuning;
    e. grensbewaking en toezicht.

Artikel 3

Degenen die op grond van de artikelen 184 en 185 van het Wetboek van Strafvordering tot opsporing bevoegd zijn, werken samen met het politiekorps.

Artikel 4

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld over de taken die kunnen worden uitgevoerd door ambtenaren als bedoeld in artikel 3, onder c, van de rijkswet.

§3. Aanvullende bevoegdheden van politie

Artikel 5

  1. De minister kan objecten, diensten en personen aanwijzen waarvan bewaking en beveiliging door het politiekorps noodzakelijk is in het belang van de veiligheid van Curaçao of de betrekkingen met andere mogendheden, dan wel met het oog op zwaarwegende belangen van de samenleving.
  2. De minister draagt zorg voor de uitvoering van een besluit als bedoeld in het eerste lid voor zover dat geschiedt ter handhaving van de openbare orde.
  3. De procureur-generaal draagt zorg voor de uitvoering van een besluit als bedoeld in het eerste lid voor zover dat geschiedt ter strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.

Artikel 6

  1. De ambtenaren van politie die door de minister zijn aangewezen voor het vervoer van rechtens van hun vrijheid beroofde personen, kunnen de bevoegdheden, bedoeld in artikel 13, eerste en vierde lid, van de rijkswet, uitoefenen dan wel de maatregelen treffen die worden genoemd in het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bedoeld in artikel 14, derde lid, van de rijkswet, voor zover dit noodzakelijk is met het oog op de voorkoming van het zich onttrekken van de te vervoeren persoon aan het op hem uitgeoefende toezicht. De eerste volzin is van toepassing voor zover de rechtens van hun vrijheid beroofde personen zijn ondergebracht bij het politiekorps.
  2. Het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bedoeld in artikel 14, derde lid, van de rijkswet, is van overeenkomstige toepassing op personen die ten behoeve van de hulpverlening aan hen zijn ondergebracht bij het politiekorps.

§4. Aanvullende regels over gezag

Artikel 7

De korpsbeheerder kan in een instructie nadere regels stellen met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de korpschef.

§ 5. Politiegegevens

Artikel 8

  1. Het politiekorps registreert gegevens voor door de minister te bepalen doeleinden en door hem te bepalen categorieën in door hem aan te wijzen wettelijk geregelde registers en verstrekt deze gegevens aan door de minister aan te wijzen personen en instanties, onverminderd het bepaalde bij of krachtens andere wettelijke regelingen.
  2. De minister kan bepalen dat in door hem aan te wijzen registers geen andere dan de in het eerste lid bedoelde gegevens worden geregistreerd en dat door hem aan te wijzen categorieën van gegevens in geen andere dan door hem aan te wijzen registers worden geregistreerd.
  3. Bij landsverordening worden met inachtneming van de onderlinge regeling, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de rijkswet, regels gesteld over de wijze waarop gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden verwerkt en op welke wijze bestandsvergelijking met die gegevens plaatsvindt.

§6. Aanvullende regels over financieel beheer

Artikel 9

  1. De korpschef is verantwoordelijk voor het voeren van het financieel beheer over de dagelijkse bedrijfsvoering van het politiekorps conform aanwijzingen van de korpsbeheerder en binnen het door de korpsbeheerder vastgesteld beleid.
  2. De korpschef oefent namens de korpsbeheerder deze bevoegdheden uit op basis van de vastgestelde formatie en de voor het politiekorps vastgestelde begroting.
  3. Bij of krachtens landsverordening kunnen nadere regels worden gesteld over het financieel beheer, de financiële verantwoording en verslaglegging van het politiekorps.

§7. Aanvullende regels personele aangelegenheden

Artikel 10

  1. De ambtenaren van politie worden bij landsbesluit aangesteld, bevorderd, geschorst en ontslagen, met dien verstande dat plaatsing van ambtenaren van politie die uitsluitend of in hoofdzaak belast zijn met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel het verrichten van taken ten dienste van de justitie, niet geschiedt dan na overleg met de procureur-generaal.
  2. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld over de rechtspositie van de ambtenaren van politie en de keuring en de controle op de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de ambtenaren van politie.
  3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels gesteld worden over de rechtspositie van ambtenaren, bedoeld in artikel 3, onder c, van de rijkswet, alsmede hun taken.

§8. Slotbepalingen

Artikel 11

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden gevallen waarin de rijkswet of deze landsverordening niet in voorzien, geregeld.

Artikel 12

  1. De Politieregeling 1999 wordt ingetrokken.
  2. Alle ter uitvoering van de Politieregeling 1999 vastgestelde regelingen, blijven van kracht totdat deze zijn vervangen door nieuwe regelingen.

Artikel 13

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 14

Deze landsverordening wordt aangehaald als: Politieregeling 2019.

Naar boven