Publicatienummer: | P.B. 2017, no. 75 |
Categorie: | Ministeriële regeling met algemene werking |
Onderwerp(en): | Openbare orde |
Ministerie: | Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning |
Datum ondertekening: | 15-09-2017 |
Datum inwerktreding: | 03-10-2017 |
Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK V Openbare orde )
|
MINISTERIËLE REGELING MET ALGEMENE WERKING van de 15de september 2017 ter uitvoering van artikelen 2, 3, tweede lid, en 15 van de Landsverordening openbare orde (Regeling terrasvergunning)
Hoofdstuk I
Algemene Bepalingen
Definitiebepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
aanvraag: de aanvraag voor een vergunning;
activiteit: een terras op of aan de openbare weg exploiteren of doen exploiteren als bedoeld in artikel 15, eerste lid onder e van de Landsverordening openbare orde;
minister: Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning;
terras: een gedeelte buiten de besloten ruimte van een horecagelegenheid waar een ieder in de openlucht kan zitten en consumeren. Een terras kan zich bevinden op grond die tot de horecagelegenheid behoort, of in de openbare ruimte.
vergunning: een vergunning om op of aan de openbare weg een terras te exploiteren of te doen exploiteren als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder e van de Landsverordening openbare orde;
vergunninghouder: een ieder aan wie de minister een vergunning heeft verleend.
Indiening en afhandeling van aanvraag
Eisen aan de aanvraag
1. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste de volgende informatie:
a. de naam, voornamen en het adres van de aanvrager;
b. de naam en het adres van de horecagelegenheid;
c. dagtekening;
d. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de vergunning wordt gevraagd.
2. De aanvrager is verplicht alle nadere inlichtingen, die relevant zijn voor de beoordeling van de aanvraag, te verschaffen.
Voorwaarden
1. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden. Deze voorwaarden kunnen betrekking hebben op:
a. technische en constructieve eisen;
b. de wijze van plaatsing van de voorwerpen op de betreffende percelen grond;
c. het beperken van ontoelaatbare schending van de welstand;
d. veiligheidsaspecten.
2. De vergunninghouder wordt geacht zonder vergunning te hebben gehandeld indien hij de voorwaarden verbonden aan deze vergunning niet nakomt.
Weigering vergunning
1. Een vergunning wordt geweigerd indien:
a. de activiteit, de duur van de activiteit, of de wijze waarop de activiteit zal plaatsvinden, gevaar oplevert voor het verkeer;
b. de activiteit, de duur van de activiteit of de wijze waarop de activiteit zal plaatsvinden overmatige hinder zal veroorzaken voor de omgeving;
c. de activiteit, de duur van de activiteit, of de wijze waarop de activiteit zal plaatsvinden, gevaar oplevert voor de openbare orde en veiligheid;
d. de activiteit, de duur van de activiteit, of de wijze waarop de activiteit zal plaatsvinden, gevaar oplevert voor de openbare gezondheid.
2.Een vergunning kan worden geweigerd indien de activiteit of de wijze waarop de activiteit plaats zal vinden in strijd is met de goede zeden.
Schorsing en intrekking vergunning
1. De vergunning wordt geschorst of ingetrokken indien:
a. de vergunninghouder niet handelt in overeenstemming met de bij de vergunning verbonden voorwaarden;
b. de vergunning is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens;
c. de vergunninghouder zulks schriftelijk verzoekt.
2. Bij intrekking van de vergunning, moet de vergunninghouder de activiteiten waarvoor de vergunning is verleend stopzetten of opruimen binnen 24 uur na dagtekening van de beschikking tot intrekking; indien hieraan niet binnen deze termijn wordt voldaan, zijn de artikelen 75 tot en met 77 van de Landsverordening openbare orde van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK II
Bijzondere bepaling
Bijzondere bepalingen ten aanzien van het op of aan
de openbare weg een terras exploiteren of doen exploiteren
De aanvraag voor een vergunning dient, naast de informatie als bedoeld in artikel 3, vergezeld te zijn van de volgende documenten:
a. een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de aanvrager;
b. een kopie van de horeca exploitatievergunning;
c. een situatieschets met de aanduiding van de locatie van de activiteiten;
d. een aanduiding van de benodigde oppervlakte voor de activiteiten;
e. de afmetingen van het voorwerp;
f. de maten van de eventueel toe te passen wind- en zonneschermen en plantenbakken;
g. indien een voorwerp geconstrueerd wordt: het ontwerp daarvan.
De vergunning kan, naast de gronden genoemd onder artikel 5, geweigerd worden, indien:
a. voor het oprichten van een voorwerp, een vergunning krachtens de Bouw- en Woningverordening 1935, nodig is, en de aanvraag voor deze laatste vergunning is geweigerd;
b. voor het oprichten van een voorwerp, een vergunning krachtens de Monumenteneilandsverordening Curaçao, nodig is, en de aanvraag voor deze laatste vergunning is geweigerd;
c. voor het oprichten van een voorwerp, een graafvergunning artikel 17 van de Landsverordening openbare orde, nodig is, en de aanvraag voor deze laatste vergunning is geweigerd.
HOOFDSTUK III
Inwerkintreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling terrasvergunning.