Financieel pakket voor implementatie Onderlinge Regeling 2023 is hoger dan COHO - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Nieuws

Algemene Zaken en Minister President
 

Financieel pakket voor implementatie Onderlinge Regeling 2023 is hoger dan COHO

Geplaatst op 17 04 2023

WILLEMSTAD – De pot voor ‘economische investeringen’ in COHO van 1 miljard gulden, was een sprookje. Nederland bevestigt dat het financieel pakket voor uitvoering van de hervormingen onder de Onderlinge Regeling 2023, hoger is dan het financieel pakket onder de consensusrijkswet COHO in 2023.

In de media (Antilliaans Dagblad, op 15 en 17 april jl. sociale media in analyses door politici en bepaalde groepen in de private sector), werd gesuggereerd dat Nederland (via de woordvoerder van de Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties) bevestigd zou hebben dat een bedrag van € 457 miljoen, voor de periode 2021-2026 zou zijn gereserveerd voor directe investeringen in de Caribische landen in het kader van de Consensusrijkswet COHO. Deze berichten zijn onjuist, althans berusten niet op waarheid en worden in enkele gevallen zelfs willens en wetens verder verspreid, om het resultaat van de onderhandelingen inzake de nieuwe Onderlinge Regeling in diskrediet te brengen.

Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Nederland ondertekenden op 4 april jongstleden een nieuwe Onderlinge Regeling, voor duurzame samenwerking aan de hervormingen in de publieke sector van de Caribische landen van het Koninkrijk, zoals die zijn opgenomen in de landspakketten.  Deze Onderlinge Regeling komt in de plaats van de consensusrijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO). In verband met de consensusrijkswet COHO zijn slechts drie soorten middelen aangewezen om de uitvoering van de hervormingen in de Caribische landen te ondersteunen, te weten:

  1. de middelen die door COHO of TWO zelf direct worden beheerd voor de apparaatskosten en voor het aantrekken van externe adviseurs voor projecten in de landen op basis van de landspakketten;
  2. de middelen voor de financiering van projecten ter versterking van de rechtstaat in de drie landen, die ondergebracht zijn onder thema H van de landspakketten en;
  3. de land-specifieke subsidies voor Curaçao (voor de ondersteuning van het bedrijfsleven en verbetering van de onderwijshuisvesting), Aruba (terzake subsidie voor rentelasten) en Sint Maarten (voor versterking van het financieel beheer en de belastingdienst).

Deze middelen waren sinds het uitbrengen van het voorstel voor een consensusrijkswet COHO in 2021 steeds gerelateerd aan de uitvoering van het Landspakketten en, in enkele gevallen, de besluitvorming door de RMR over de derde tranche liquiditeitssteun. Totaal bedroeg de begroting voor bovengenoemde drie posten € 457 miljoen voor de periode 2021 – 2026.

Tabel Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake: uitsplitsing ‘investeringspakket van € 457 miljoen voor Curaçao, Aruba, Sint-Maarten voor de periode 2021-2026’ in de brief van ex-minister van Financiën Hoekstra d.d. 17 januari 2021, aan de Tweede Kamer. N.B.: Deze brief is door de woordvoerder van BZK met het Antilliaans Dagblad gedeeld op 14 april 2023.

Door Nederland werden deze middelen genoemd als “investeringen”, daarmee doelend op investeringen in de uitvoering van de landspakketten van de Caribische landen. Er zijn nimmer (andere) middelen in de orde van grootte van € 457 miljoen door Nederland op de begroting voor de jaren 2021-2026 gereserveerd geweest voor directe investeringen in bedrijven of sectoren van de Caribische landen in het kader van de Consensusrijkswet COHO.

Daarom is het dus onjuist dat, zoals in het Antilliaans Dagblad en op sociale media beweerd werd, er in verband met de rijkswet COHO, naast bovengenoemde middelen voor de uitvoering van de landspakketten, additionele investeringsmiddelen ter waarde van € 457 miljoen door de minister van financiën van Nederland zouden zijn begroot, die thans niet meer voor de landen beschikbaar zouden zijn. Nederland heeft dat schriftelijk bevestigd. Een en ander berust dus op een onjuiste interpretatie van het begrip “investeringen” zoals in dit verband door Nederland gehanteerd.

Voor de periode 2021-2027 zijn in het jaar 2023 in enkele van de hiervoor genoemde posten aanpassingen gedaan. In overeenstemming met het (Nederlandse) Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 is ook de begroting voor het jaar 2027 voor genoemde posten meegenomen, waardoor het beschikbare financieel pakket voor de uitvoering van de landspakketten van de drie landen onder de nieuwe Onderlinge Regeling momenteel circa € 610 miljoen bedraagt.

Tabel Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake uitsplitsing investeringspakket van 610 miljoen voor Curaçao, Aruba, Sint-Maarten, voor de periode 2021-2027 (conform voorjaarsnota 2021”).

Vergelijking van de twee tabellen wijst op het volgende: De middelen die door Nederland onder de consensusrijkswet COHO, voor de periode 2021-2026 werden gereserveerd, zijn zoals gezegd met enige aanpassingen, ook voor de Caribische landen van het Koninkrijk beschikbaar gebleven onder de nieuwe Onderlinge Regeling, bij hervormingen voor de periode 2021-2027.  Er is zelfs sprake van een verhoging van €153 miljoen (€610 – 457 miljoen) voor uitvoering van de hervormingen onder de onderlinge regeling.

De woordvoerder van Staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ons bericht dat de hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad heden op de hoogte is gebracht van de onjuiste berichtgeving over de gereserveerde bedragen voor investeringen onder de consensusrijkswet COHO (2021) in vergelijking tot de gereserveerde investeringen in verband met de uitvoering van de Onderlinge Regeling (2023).