Geplaatst op 16 10 2018
Meneer de Voorzitter, Parlementsleden, goede morgen/middag.
Vandaag gaat de vergadering over de situatie van ons geliefd buurland Venezuela. Zoals u weet, gaat de situatie in Venezuela elke dag achteruit. Dit zijn slechts enkele van de effecten:
Deze problemen hebben niet alleen een impact op Venezuela maar alle landen in de omgeving. Om deze reden, nemen verschillende landen in de regio maatregelen en een sterke positie tegen de regering van President Maduro.
Argentinië, Canada, Chili, Columbia, Paraguay en Peru hebben deze situatie aangekaart bij de procureur van de Internationale Hof van Justitie. Verschillende landen zoals de VS, Canada, Panama en Zwitserland hebben sancties opgelegd op verschillende leden van de regering van Maduro.
Meneer de Voorzitter, zelfs de Europese Unie heeft sancties opgelegd op verschillende personen en Curaçao moet deze sancties ook uitvoeren.
We houden nauw toezicht op de verschillende initiatieven in onze regio.
We kennen Venezuela als ‘onze broeders’. Ik vertaal een citaat van JFK: ‘Geografie maakte ons buren van elkaar, de geschiedenis maakte ons vrienden, de economie maakte ons partners en de noodzaak maakte ons bondgenoten.’ Het lot heeft ons samengebracht en we moeten niemand ons laten scheiden. Venezuela heeft immers ons waar nodig geholpen als een grote broer. Het bekendste voorbeeld is: PdVSA kwam naar Curacao na het vertrek van Shell en zij is hier gebleven. Maar we moeten onze grote buur ook durven zeggen wanneer hij fout is. In dit geval moeten we de verantwoordelijken voor de crisis zeggen: tot hier en niet verder.
Het grootste effect dat we ondervinden zijn de Venezolanen, die naar Curacao komen vanwege de pijnlijke situatie in hun land. Ik benadruk dat de situatie van de toenemende instroom van Venezolaanse migranten urgent en gebalanceerd moet worden aangapakt.
Het is cruciaal dat Curacao haar vreemdelingen op een juiste en humanitaire manier behandelt. Aan de andere kant, moeten we rekening houden met onze immigratiewetten en het geheel balanceren in het balang van onze gemeenschap. Curacao is in een fragiele economische en financiele situatie. We worden geconfronteerd met verschillende uitdagingen zoals hoge werkloosheid, een sociale en welzijnssituatie, die aan aandacht en investering nodig hebben.
We zjn niet de enige met deze problemen. Onze Koninkrijkspartner Aruba zit in dezelfde situatie. Mijn collega minister-president, mw Wever-Croes gaf ook aan dat ze financiele problemen hebben, die door deze situatie erger worden. Een ander voorbeeld is Trinidad & Tobago. Ze hebben ook ernstige economische problemen en Venezolaanse vluchtelingen stromen daar ook in.
Als ‘Small Island Developing States (SIDS)’zijn we in een hoog niveau van kwetsbaarheid voor menselijk en natuurgevaar maar een laag herstellingscapaciteit vanwege de fysieke, sociale, economische en natuurlijke elementen. Als we Venezuela als voorbeeld nemen zien we hoe de crisis in dat land grote gevolgen heeft voor Curacao.
Op dit moment is onze capaciteit om de effecten van de situatie in Venezuela aan te pakken beperkt, vanwege de eerdergenoemde situatie in ons land. Bovendien moeten we het hoofd bieden aan de spanningen die de migranten veroorzaken op de arbeidsmarkt, in huisvesting, de gezondheidssector en het onderwijs.
De grotere landen in Latijns Amerika voelen dit ook aan, bijvoorbeeld Columbia heeft meer dan 1 miljoen Venezolanen. Om deze reden heeft Columbia een uitwisseling met de landen in de regio voorbereid.
Om deze reden voeren we het migratiebeleid uit welke inhoudt dat alle personen zonder geldige documenten terug naar hun land moeten worden gestuurd als ze geen bescherming kunnen krijgen volgens artikel 3 van EVRM. Echter, gezien de deplorabele situatie in Venezuela blijven we toezicht houden omdat we niet weten hoe lang we dit nog kunnen doen. We moeten een moeilijke balans houden omdat we aan ons nationaal belang moeten voldoen en rekening moeten houden met onze beperkingen.
Als de situatie zo blijft, zullen mensen uit Venezuela vluchten omdat hun leven, veiligheid en vrijheid gevaar lopen. Hun rechten als mens worden in hun land geschonden en onder de voet gelopen (definitie Cartagena Declaration). We moeten deze situatie blijven volgen en ons afvragen: kunnen we mensen terugsturen als we weten wat er met hen zal gebeuren?
Vanwege deze uitdagingen moeten we in de richting van het Koninkrijk kijken om deze mensen een acceptabele en humanitaire behandeling te geven, niet om te bedelen of om gunsten te vragen maar om als Koninkrijk samen eraan te werken:
Dit is de conclusie van verschillende rapporten gepresenteerd door Amnesty International, Human Rights Watch, zelfs door onze eigen Ombudsman en verschillende deskundigen in onze gemeenschap.
Het Koninkrijk der Nederlanden staat voor de verantwoordelijkheid van elk land in het Koninkrijk om op zijn eigen benen te staan maar met de wil elkander bij te staan. Deze stelling hebben we geprofileerd tijdens de campagne van het Koninkrijk voor een zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR). We zijn een ‘rijk van vier landen’, de internationale partner voor vrede, gerechtigheid en ontwikkeling.
Het is nu een realiteit dat we steun van het Koninkrijk nodig hebben om volgens internationale wetten vreemdelingen humaan en correct te behandelen, niet alleen Venezolanen maar iedereen. In dit geval kunnen we u verwijzen naar art. 36 van het Statuut dat stelt dat Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten samen hulp aan vluchtelingen zullen geven. Artikel 38 stelt dat Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten samen regelingen kunnen maken. In dit kader, stel ik voor een technische taskforce van het Koninkrijk te vormen om de huidige situatie grondig te evalueren, internationale organisaties te informeren en aanbevelingen voor te stellen om samenwerking te stimuleren tussen de vier landen in het Koninkrijk op het thema migratie en mensenrechten. De sancties zijn ook onderwerp voor deze werkgroep.
We MOETEN dus elkaar helpen –alle landen in het Koninkrijk, om onszelf en onze regio te helpen.
Ik wil eindigen met een spreekwoord van de directeur van de Internationale Organisatie van Migratie, IOM, dhr. William L. Swing: ‘Migratie is een proces, niet een probleem’. Migratie komt overal voor. Laten we de kans nemen om onze kracht als Koninkrijk, onze capaciteit om samen te werken in het Koninkrijk en de regio en onze capaciteit om dit op een humane manier te doen aan de wereld te tonen.