Landsbesluit aanbestedingsregels - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsbesluit aanbestedingsregels

Publicatienummer: P.B. 2018, no. 9 (Geconsolideerde Tekst)
Categorie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen
Onderwerp(en): Landsbelastingen Aanbestedingsregels Aanbesteding Jaarrekening Hinder
Ministerie: Financiën
Datum ondertekening: 23-01-2018
Datum inwerktreding: 15-02-2018
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK XVIII Organisme van het land)


LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 23ste januari 2018 ter uitvoering van artikel 11 van de Landsverordening financieel beheer

Hoofdstuk 1

Algemene bepalingen

Artikel 1

Begripsbepalingen

In dit landsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aanbesteder: degene die voornemens is een opdracht te doen verrichten;
aanbieder: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een offerte voor een onderhandse aanbesteding heeft ingediend;
bestek: beschrijving van de opdracht, de daarbij behorende documenten en de voor die opdracht geldende voorwaarden;
diensten: alle inkopen die niet onder leveringen of werken vallen;
directievoerende instantie: de aanbesteder of de door de aanbesteder aangewezen persoon of instantie die belast is met het toezicht op de uitvoering van de opdracht en de naleving van de hiertoe aangegane overeenkomst;
gegadigde: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die zich bij een aanbesteding met voorafgaande selectie aanmeldt om hieraan deel te nemen;
inschrijver: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die een inschrijving voor een openbare aanbesteding heeft ingediend;
leveringen: opdrachten die betrekking hebben op de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van goederen;
opdrachten: het uitvoeren van werken, het doen van leveringen of het verrichten van diensten ten behoeve van het Land;
opdrachtsom: het bedrag waarvoor een inschrijver, gegadigde of een aanbieder heeft aangeboden de volledige opdracht uit te voeren;
proces-verbaal van aanwijzing: een verslag waarin de bij een aanwijzing ter plaatse verstrekte gegevens zijn vastgelegd;
werken: alle bouwkundige en civieltechnische werken die ertoe bestemd zijn als zodanig een economische en technische functie te vervullen.

Artikel 2

Toepasselijkheid

1. De bepalingen van dit landsbesluit zijn van toepassing op de aanbesteding van opdrachten, voor zover daarvan niet uitdrukkelijk in de aankondiging, de uitnodiging, het bestek, de nota van inlichtingen of het proces-verbaal van aanwijzing is afgeweken.
2. De afwijking, bedoeld in het eerste lid, is slechts toegestaan indien van de aanbesteder redelijkerwijs geen onverkorte toepassing van de bepalingen kan worden gevergd dan wel indien dit landsbesluit in de mogelijkheid tot afwijking voorziet.

Artikel 3

Termijnen

1. Voor de toepassing van dit landsbesluit wordt verstaan onder dag: kalenderdag.
2. Een in dit landsbesluit gestelde termijn die eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
3. Een algemeen erkende feestdag is die bij Algemene termijnenlandsverordening als zodanig is aangewezen. Een feestdag is eveneens iedere dag die daarenboven bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als zodanig wordt aangewezen.

Artikel 4

Beginselen van aanbesteding

1. De inschrijvers, gegadigden en aanbieders worden op gelijke en op niet-discriminerende wijze behandeld.
2. De aanbesteder handelt transparant.

Artikel 5

Geraamde waarde

1. De aanbesteder maakt een zorgvuldige berekening van de geraamde waarde van de voorgenomen opdracht.
2. De geraamde waarde wordt niet voor de opening van de enveloppen van de aanbesteding bekendgemaakt.
3. De wijze waarop de geraamde waarde van een opdracht wordt berekend mag niet bedoeld zijn om de opdracht aan de toepassing van de bepalingen in dit landsbesluit te onttrekken.
4. Voorgenomen opdrachten mogen niet worden opgesplitst om ze te onttrekken aan de toepassing van de bepalingen in dit landsbesluit.

Artikel 6

Vormen van aanbesteding

1. Opdrachten vinden uitsluitend op grond van de volgende vormen plaats:
a. een openbare aanbesteding;
b. een aanbesteding met voorafgaande selectie; of
c. een onderhandse aanbesteding.
2. De aanbesteder kan voor het houden van een aanbesteding een persoon of instantie schriftelijk aanwijzen die namens de aanbesteder optreedt.
3. De opdrachten, bedoeld in het eerste lid, worden ten minste 2 weken voor het tijdstip van de opening van de enveloppen zoals in artikel 32, eerste lid, bepaald, aangemeld bij de Sector Financieel Beleid en Begrotingsbeheer van het Ministerie van Financiën overeenkomstig het model A van de bij dit landsbesluit behorende bijlage.
4. In afwijking van het derde lid, dienen de opdrachten bij een onderhandse aanbesteding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, waarvan de geraamde waarde kleiner is dan NAf 50.000, niet te worden aangemeld.

Artikel 7

Nadere regels werken, leveringen en diensten

1. Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen door de betrokken minister, in overeenstemming met de Minister van Financiën, nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot het uitvoeren van werken.
2. Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen door de Minister van Financiën nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot het doen van leveringen.
3. Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen door de Minister van Financiën nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot het verrichten van diensten, waaronder consultancy.

Artikel 8

Raamovereenkomst

1. Een raamovereenkomst is een schriftelijke overeenkomst tussen de aanbesteder en een of meerdere ondernemers met het doel voor de duur van de overeenkomst de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name voor wat betreft de prijs en in voorkomend geval de beoogde hoeveelheid.
2. Een aanbesteder die een raamovereenkomst wil aangaan past daartoe een van de in artikel 6, eerste lid, genoemde procedures toe.
3. Bij de berekening van de waarde van een raamovereenkomst wordt uitgegaan van de geraamde waarde van alle voor de totale duur van de overeenkomst voorgenomen opdrachten.
4. Een raamovereenkomst mag de mededinging niet hinderen, beperken of vervalsen.
5. Een opdracht inhoudende een raamovereenkomst wordt gegund overeenkomstig het bepaalde in artikel 38.

Artikel 9

Marktconsultatie

1. Onder marktconsultatie wordt verstaan een door een aanbesteder georganiseerde gezamenlijke informatie-uitwisseling met belanghebbende partijen ter voorbereiding van een voorgenomen aanbesteding, aan de hand waarvan de aanbesteder de haalbaarheid, de geraamde waarde en de randvoorwaarden van een opdracht kan vaststellen en waarvan de resultaten openbaar worden gemaakt.
2. De aanbesteder kan voor het plaatsen van een opdracht als bedoeld in artikel 6, eerste lid, marktconsultatie toepassen.
3. Marktconsultatie mag niet leiden tot vervalsing van de mededinging of tot schending van de beginselen van aanbesteding.
4. De aanbesteder neemt passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de mededinging niet wordt vervalst door de deelneming van inschrijvers, gegadigden of aanbieders die bij de voorbereiding van de aanbesteding zijn betrokken. De in het eerste volzin vermelde passende maatregelen omvatten tenminste het delen van informatie die in het kader van de voorbereiding van een aanbesteding is uitgewisseld alsook het vaststellen van een passende termijn voor ontvangst van inschrijvingen.
5. Marktconsultatie vindt niet plaats alvorens melding wordt gedaan van dit voornemen door de aanbesteder aan de Sector Financieel Beleid en Begrotingsbeheer van het Ministerie van Financiën.
6. Bij de melding, bedoeld in het vijfde lid, stuurt de aanbesteder de relevante documenten met betrekking tot de voorbereidingsfase op naar de Sector Financieel Beleid en Begrotingsbeheer van het Ministerie van Financiën.
7. De vraagstelling en het verloop van de marktconsultatie worden schriftelijk vastgelegd.
8. Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen door de Minister van Financiën nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de procedure van de marktconsultatie.

Artikel 10

Verplichte uitsluitingsgronden

1. Van deelneming aan een aanbesteding wordt uitgesloten de inschrijver, gegadigde of aanbieder jegens wie bij een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak een veroordeling als bedoeld in het tweede lid is uitgesproken.
2. Voor de toepassing van het eerste lid worden aangewezen veroordelingen ter zake van:
a. deelneming aan een criminele organisatie in de zin van Boek 2, artikel 79, van het Wetboek van Strafrecht ;
b. omkoping in de zin van Boek 2, artikel 128, van het Wetboek van Strafrecht;
c. fraude in de zin van Boek 2, artikel 305, van de Wetboek van Strafrecht;
d. witwassen van geld in de zin van Boek 2, artikel 404 e.v., van het Wetboek van Strafrecht.
3. Als veroordelingen als bedoeld in het tweede lid worden in ieder geval aangemerkt veroordelingen op grond van Boek 1, artikelen 6 en 7 juncto Boek 2 artikel 239 en Boek 2, artikelen 55, 69, 128, 130, 184, 185, 186, 187, 188, 288, 302, 312, tweede lid, 397 juncto 398 en 399 van het Wetboek van Strafrecht.
4. Van deelneming aan een aanbesteding wordt eveneens uitgesloten de inschrijver, gegadigde of aanbieder:
a. die niet heeft voldaan aan de verplichtingen op grond van op hem van toepassing zijnde wettelijke bepalingen met betrekking tot betaling van belastingen, tenzij een betalingsregeling is getroffen en wordt nageleefd, in geval van bezwaar uitstel van betaling is verleend, of in geval van een ingesteld beroep of hoger beroep en uitstel van betaling is verleend zoals in artikel 6 van de Invorderingsverordening 1954 en artikel 8 van de Landsverordening op de invordering van directe belastingen 1943 bepaald;
b. die niet heeft voldaan aan de verplichtingen op grond van op hem van toepassing zijnde wettelijke bepalingen met betrekking tot betaling van sociale zekerheidspremies, tenzij een betalingsregeling is getroffen en wordt nageleefd;
c. die geen domicilie heeft of heeft gekozen in Curaçao;
d. die in staat van faillissement of in liquidatie verkeert, diens werkzaamheden zijngestaakt, jegens hem een surseance van betaling geldt, of die in een andere vergelijkbare toestand ingevolge een soortgelijke procedure die voorkomt in de op hem van toepassing zijnde wet- of regelgeving verkeert.

Artikel 11

Facultatieve uitsluitingsgronden

Van deelneming aan een aanbesteding kan bij bestek worden uitgesloten de inschrijver, gegadigde of aanbieder:
a. tegen wie een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak is gedaan op grond van de op hem van toepassing zijnde wet- en regelgeving wegens overtreding van een voor hem relevante beroepsgedragsregel;
b. die in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan die door de aanbesteder aannemelijk kan worden gemaakt; of
c. die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van inlichtingen die door een aanbesteder van hem waren verlangd of die inlichtingen niet heeft verstrekt.

Artikel 12

Bewijsstukken uitsluitingsgronden

1. Om aan te tonen dat een van de uitsluitingsgronden, genoemd in artikel 10 of artikel 11, onderdeel a, zich niet voordoet, dient de inschrijver, gegadigde of aanbieder de volgende bewijsstukken over te leggen bij de inschrijving of de indiening van de offerte:
a. voor artikel 10, tweede en derde lid en artikel 11, onderdeel a, een uittreksel uit het door de procureur-generaal bijgehouden strafregister of een verklaring omtrent het gedrag van de Minister van Justitie als bedoeld in artikel 2 en 15 van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag ;
b. voor artikel 10, vierde lid, onderdeel a, een verklaring van de Ontvanger als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Algemene landsverordening Landsbelastingen betreffende het betalingsgedrag;
c. voor artikel 10, vierde lid, onderdeel b, een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank betreffende het betalingsgedrag;
d. voor artikel 10, vierde lid, onderdeel c, een gewaarmerkt uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Nijverheid, indien het een rechtspersoon betreft;
e. voor artikel 10, vierde lid, onderdeel c, een bewijs van inschrijving of een afschrift van een geldige identiteitskaart, bedoeld in de Landsverordening Identiteitskaarten , indien het een natuurlijke persoon betreft;
f. voor artikel 10, vierde lid, onderdeel d, een verklaring van de griffier van het gerecht in eerste aanleg van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.
2. Een aanbesteder aan welke een inschrijver, gegadigde of aanbieder gegevens overlegt als bewijs dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in artikel 10 of artikel 11, niet op hem van toepassing zijn, aanvaardt ook gegevens en bescheiden uit een ander land die een gelijkwaardig doel dienen of waaruit onomstotelijk vast staat dat de uitsluitingsgrond niet op hem van toepassing is.

Artikel 13

Geldigheid bewijsstukken

1. Op het tijdstip van het indienen van de inschrijving of offerte zijn alle bewijsstukken genoemd in artikel 12 niet ouder dan 3 maanden.
2. In afwijking van het eerste lid zijn de bewijsstukken, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a, op het tijdstip van het indienen van de inschrijving of offerte niet ouder dan 6 maanden.
3. De aanbesteder betrekt bij de toepassing van de artikelen 10, eerste tot en met derde lid, en 11, onderdeel a, uitsluitend onherroepelijke uitspraken die in de 3 jaar voorafgaand aan het tijdstip van het indienen van de inschrijving of offerte onherroepelijk zijn geworden en bij de toepassing van artikel 11, onderdelen b en c, uitsluitend ernstige fouten die zich in de 3 jaar voorafgaand aan het genoemde tijdstip hebben voorgedaan.

Hoofdstuk 2

Openbare aanbesteding

Artikel 14

Omschrijving

Een openbare aanbesteding is een aanbesteding van opdrachten als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Landsverordening financieel beheer die algemeen wordt aangekondigd en waarbij een ieder zich kan inschrijven.

Artikel 15

Aankondiging

1. Een aanbesteder kondigt het voornemen aan om een opdracht in het openbaar aan te besteden ten minste 14 dagen voor het tijdstip van de aanbesteding overeenkomstig het model B van de bij dit landsbesluit behorende bijlage. De aankondiging vindt op ten minste twee verschillende dagen plaats en telkens in minimaal twee lokale dagbladen.
2. De aankondiging, bedoeld in het eerste lid, kan ook langs elektronische weg plaatsvinden.
3. De aankondiging, bedoeld in het eerste lid, vermeldt ten minste:
a. dat de aanbesteding een openbare aanbesteding is;
b. het van toepassing zijn van dit landsbesluit;
c. de naam en het adres van de aanbesteder, alsmede de besteknaam en het besteknummer;
d. een korte omschrijving van de opdracht, waaruit onder andere aard, omvang, algemene kenmerken en plaats van uitvoering van de opdracht blijken, alsmede, indien de opdracht in percelen is verdeeld, de grootte van de percelen en het al of niet kunnen inschrijven op elk perceel afzonderlijk, een aantal samengevoegde percelen of het totaal van de percelen;
e. waar en op welke data inlichtingen worden gegeven;
f. waar en op welke data een aanwijzing ter plaatse wordt gehouden;
g. waar, de wijze en op welke data het bestek tegen betaling verkrijgbaar is;
h. waar en op welke data een afschrift van de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing verkrijgbaar zijn;
i. waar en op welke data de inschrijvingsbiljetten, bedoeld in artikel 27, moeten worden ingediend;
j. de plaats en het tijdstip van aanbesteding;
k. de belangrijkste van de in artikel 16, derde lid, bedoelde eisen en gegevens voor deelneming.
4. Op een dag vinden per sector van een ministerie ten hoogste twee aanbestedingen aansluitend plaats.
5. Wijziging van het tijdstip van de aanbesteding, bedoeld in het derde lid, onderdeel j, vindt voorafgaand aan de inschrijving plaats en wordt op dezelfde wijze als de oorspronkelijke aankondiging bekendgemaakt.

Artikel 16

Bestek

1. Het bestek vermeldt ten minste:
a. de naam en adres van de aanbesteder, alsmede de besteknaam en het besteknummer;
b. de naam en adres van de directievoerende instantie voor zover van toepassing;
c. alle maatschappelijke eisen en geschiktheidseisen waaraan een inschrijver op zowel de dag van aanbesteding als de dag van de gunning van de opdracht moet voldoen, alsmede alle gegevens die worden overgelegd om in aanmerking te kunnen komen voor de opdracht;
d. het gunningscriterium;
e. alle subgunningscriteria, bedoeld in artikel 38, tweede lid, alsmede de gegevens die moeten worden overgelegd om in aanmerking te kunnen komen voor de opdracht;
f. de wegingsfactoren voor elke gekozen criteria voor de bepaling van de economisch meest voordelige inschrijving.
2. Wanneer volgens de aanbesteder om aantoonbare redenen geen weging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, mogelijk is, vermeldt de aanbesteder in het bestek de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid.
3. Het bestek vermeldt voorts of gegevens als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, d en e, met inachtneming van het bepaalde in artikel 27, vijfde lid, dienen te worden overgelegd bij de inschrijving dan wel dienen te worden overgelegd op een later tijdstip.
4. Het bestek vermeldt in voorkomend geval of varianten van de inschrijvers zijn toegestaan.
5. Het bestek is binnen 2 dagen na de datum van aankondiging, bedoeld in artikel 15, eerste lid, tot het tijdstip van de aanbesteding voor een ieder tegen betaling verkrijgbaar. De hoogte van het bedrag wordt door de aanbesteder of een door hem schriftelijk aangewezen functionaris bepaald.
6. Het bestek is opgesteld in de Nederlandse taal, tenzij in de aankondiging anders is vermeld.

Artikel 17

Maatschappelijke eisen

1. De aanbesteder kan minimumeisen stellen inzake de maatschappelijke vereisten waaraan de inschrijver moet voldoen.
2. Tot deze maatschappelijke eisen behoren:
a. het voldoen aan social return, bij opdrachten waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of groter is dan NAf 250.000 en een looptijd van minimaal 6 maanden heeft;
b. het voldoen aan de sociale wetgeving;
c. het voldoen aan duurzaamheidscriteria.
3. Onder social return wordt verstaan een eis in de aanbesteding ter bevordering van integratie of re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
4. De voldoening aan de maatschappelijke eis, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, kan worden aangetoond aan de hand van een verklaring waarbij de inschrijver bereid is om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk of werkervaring te helpen.

Artikel 18

Geschiktheidseisen

1. De aanbesteder kan minimumeisen stellen inzake de geschiktheid waaraan de inschrijver moet voldoen om de opdracht uit te kunnen voeren.
2. Tot deze geschiktheidseisen behoren:
a. eisen aan de technische en beroepsbekwaamheid;
b. eisen om het financiële en economisch draagvlak aan te tonen;
c. eisen inzake de beroepsbevoegdheid.
3. De technische en beroepsbekwaamheid van de inschrijver kan worden aangetoond aan de hand van:
a. referenties voor werken 5 jaar, referenties voor leveringen en diensten 3 jaar, met vermelding van het bedrag en de datum van de desbetreffende opdrachten en van de instanties waarvoor zij bestemd waren;
b. referenties voor de competenties die van essentieel belang zijn voor de uitvoering van de opdracht;
c. het overzicht van personeel betrokken bij de opdracht naar aantal, functies en opleidingsniveau en plaats in de organisatie aan de hand van een organogram, en een verklaring betreffende de gemiddelde jaarlijkse personeelsbezetting van de inschrijver en de omvang van het kaderpersoneel gedurende de laatste drie jaar;
d. de technische uitrusting voor de uitvoering van de opdracht waaronder een overzicht van de beoogde outillage; hulpmiddelen, materieel, technische uitrusting, technieken en materialen;
e. in het geval van complexe producten of diensten of wanneer deze bij wijze van uitzondering aan een bijzonder doel moeten beantwoorden, aan de hand van een controle door de aanbesteder, in diens naam, door een bevoegd officieel orgaan, onder voorbehoud van instemming door dit orgaan;
f. het tonen van monsters, het geven van beschrijvingen en foto’s van te leveren werken, goederen en te verrichten diensten;
g. de vermelding van systemen voor het beheer van de toeleveringsketen en de traceersystemen om het overzicht te houden op de gehele keten van onderaannemers of om de status van bestellingen te volgen;
h. de onderwijs- en beroepskwalificaties van de dienstverlener, de aannemer of het leidinggevend personeel;
i. een verklaring met betrekking tot het deel dat de inschrijver in onderaanneming zal geven en onder welke voorwaarden.
4. De financiële en economische draagkracht van de inschrijver kan worden aangetoond aan de hand van een of meer van de volgende referenties:
a. een passende bankverklaring overeenkomstig model C van de bij dit landsbesluit behorende bijlage of een bewijs van verzekering tegen beroepsrisico’s;
b. een bereidheidsverklaring tot zekerheidstelling overeenkomstig model D van de bij dit landsbesluit behorende bijlage;
c. overlegging van de gecontroleerde jaarrekeningen, inclusief accountantsverklaring, of uittreksels uit de jaarrekeningen van de drie voorafgaande boekjaren;
d. de totale omzet of de omzet van een specifieke bedrijfsactiviteit over ten hoogste drie boekjaren.
5. De aanbesteder kan overlegging van stukken ter staving van de solvabiliteit uitsluitend verzoeken aan de inschrijver die ingevolge artikel 39, eerste lid, voor de gunning van de opdracht in aanmerking komt.
6. De beroepsbevoegdheid van de inschrijver kan worden aangetoond aan de hand van vergunningen, licenties en certificaten met betrekking tot de uitvoering van de opdracht.

Artikel 19

Kwaliteitsnormen

1. De aanbesteder kan in het bestek de overlegging verlangen van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de inschrijver aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoet.
2. De aanbesteder aanvaardt voor dat doel eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het gebied van de kwaliteitsbewaking die de inschrijver overlegt.
3. De aanbesteder kan een opgave van de personen of instanties die door de inschrijver in het bijzonder belast zijn met de kwaliteitscontrole opvragen.

Artikel 20

Normen inzake milieubeheer

1. De aanbesteder kan in het bestek de overlegging verlangen van een door een onafhankelijke instelling opgestelde verklaring dat de inschrijver aan bepaalde normen inzake milieubeheer voldoet.
2. De aanbesteder aanvaardt voor dat doel eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het gebied van milieubeheer die de inschrijver overlegt.

Artikel 21

Aanvulling of nadere toelichting documentatie en inlichtingen

De aanbesteder kan verlangen dat de inschrijver de uit hoofde van dit landsbesluit overgelegde verklaringen en bescheiden aanvult of nader toelicht, voor zover dit niet strijdig is met de beginselen van de aanbesteding.

Artikel 22

Eisen en criteria

1. De in de aankondiging of het bestek vermelde eisen en criteria dienen objectief en eenduidig te zijn, alsmede in redelijke verhouding te staan tot de aard en de omvang van de opdracht.
2. Het is de aanbesteder niet toegestaan om na de uiterste inschrijvingstermijn af te wijken van de in de aankondiging en het bestek vermelde eisen en criteria.

Artikel 23

Inlichtingen

1. Een ieder die jegens de aanbesteder blijk heeft gegeven voornemens te zijn op de opdracht in te schrijven of bij deze opdracht belang te hebben, is gerechtigd tot het stellen van mondelinge en schriftelijke vragen.
2. Voor zover de door de aanbesteder verstrekte inlichtingen strekken ter aanvulling of wijziging van het bestek, dan wel de kosten, de duur of de wijze van de uitvoering van de opdracht kunnen beïnvloeden, wordt van die inlichtingen alsmede van de daaraan ten grondslag liggende mondelinge en schriftelijke vragen, gesteld door degenen als bedoeld in het eerste lid, door of namens de aanbesteder een nota van inlichtingen opgemaakt.
3. Van een gehouden aanwijzing ter plaatse wordt door of namens de aanbesteder een proces-verbaal van aanwijzing opgemaakt.
4. De nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing worden door of namens de aanbesteder ondertekend en zijn verkrijgbaar gedurende ten minste 5 dagen voorafgaand aan de dag van aanbesteding op de aangegeven plaats, bedoeld in artikel 15, derde lid, onderdeel h.
5. Door of namens de aanbesteder wordt aan een ieder die jegens de aanbesteder blijk heeft gegeven voornemens te zijn op de opdracht in te schrijven of bij deze opdracht belang te hebben, een afschrift van de nota van inlichtingen en eventueel van het proces-verbaal van aanwijzing verstrekt.
6. Alle verstrekte inlichtingen of gegeven aanwijzingen als bedoeld in dit artikel zijn, voor zover die inlichtingen of aanwijzingen zijn opgenomen in de nota van inlichtingen of in het proces-verbaal van aanwijzing, voor elke inschrijver bindend.

Artikel 24

Details en monsters

1. Aan hen die blijk hebben gegeven voornemens te zijn op de opdracht in te schrijven of die bij de opdracht belang hebben, wordt zoveel mogelijk de gelegenheid geboden kennis te nemen van details van de onderdelen, alsmede van monsters die het algemene karakter van de leveringen aangeven.
2. Van een en ander wordt in de nota van inlichtingen dan wel in het proces-verbaal van aanwijzing melding gemaakt.
3. Het staat hen die blijk hebben gegeven voornemens te zijn op de opdracht in te schrijven of die bij de opdracht belang hebben vrij die details en monsters te waarmerken.

Artikel 25

Inschrijving

1. De aanbesteding geschiedt bij inschrijving.
2. De inschrijver dient, voor zover van toepassing, op de dag van de aanbesteding te beschikken over een door hem ondertekende, en op aanvraag van de aanbesteder te overhandigen, verklaring dat hij op de dag van aanbesteding voldoet aan de wettelijke verplichtingen die verbonden zijn aan de uitoefening van het bedrijf.
3. Het inschrijvingsbiljet, bedoeld in artikel 27, eerste lid, moet in een envelop zijn gesloten.
4. Op de envelop wordt de besteknaam en het besteknummer alsmede, in geval van verdeling van de opdracht in percelen, op welk perceel of op welke combinatie van percelen wordt ingeschreven, vermeld.
5. Tijdens kantooruren wordt de gesloten envelop met daarin het inschrijvingsbiljet op het in de aankondiging vermelde adres in de daarvoor bestemde en als zodanig aangeduide afgesloten bus, tot het vermelde tijdstip van de aanbesteding, gedeponeerd.
6. De bus, bedoeld in het vijfde lid, is voorzien van twee sloten, waarvan de sleutels door twee personen, die door de aanbesteder vooraf zijn aangewezen, worden beheerd.
7. De potentiële inschrijver draagt het risico van de goede en tijdige aanwezigheid van zijn inschrijvingsbiljet in de bus.
8. De inschrijver kan tot het vermelde tijdstip van de aanbesteding door middel van een duidelijke, ondertekende verklaring zijn inschrijving intrekken.

Artikel 26

Twee enveloppen systeem

1. Bij toepassing van het gunningscriterium, bedoeld in artikel 38, eerste lid, kan de aanbesteder het twee enveloppen systeem toepassen.
2. Bij dit systeem worden twee inschrijvingsbiljetten, bedoeld in artikel 27, eerste lid, separaat in gesloten enveloppen ingediend, waarbij een van de enveloppen de kwalitatieve gegevens omvat en de andere envelop de opdrachtsom.
3. Op het inschrijvingsbiljet, die in de envelop met de kwalitatieve gegevens wordt ingesloten, wordt geen melding gemaakt van de opdrachtsom.
4. De enveloppen worden ingediend conform artikel 25, vierde en vijfde lid.
5. In afwijking van artikel 32, tweede lid, leest de aanbesteder of degene die namens de aanbesteder de aanbesteding houdt uitsluitend de namen van de inschrijvers op.

Artikel 27

Inschrijvingsbiljet

1. Elk inschrijvingsbiljet is ingericht overeenkomstig het model E van de bij dit landsbesluit behorende bijlage, voor zover bij bestek of nota van inlichtingen niet hiervan is afgeweken.
2. De inschrijving geschiedt in dezelfde taal als het bestek en elk inschrijvingsbiljet wordt door de inschrijver of degene, die rechtens bevoegd is de inschrijver te vertegenwoordigen, ondertekend.
3. In de door de inschrijver voorgestelde prijzen zijn alle te betalen invoerrechten, belastingen en heffingen van welke aard dan ook, opgenomen.
4. Indien in het bestek is bepaald dat de inschrijver bij zijn inschrijving verrekenprijzen moet opgeven, moet een door de inschrijver ondertekende staat, ingericht overeenkomstig het model F van de bij dit landsbesluit behorende bijlage, bij het inschrijvingsbiljet zijn gevoegd.
5. Indien in het bestek is bepaald dat de inschrijver bij de inschrijving gegevens als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdelen c, d en e, verstrekt, worden deze gegevens gevoegd bij, en maken zij onderdeel uit van het inschrijvingsbiljet, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 28

Inschrijving op de opdracht verdeeld in percelen

1. Indien de opdracht verdeeld is in percelen, kan worden ingeschreven op elk perceel afzonderlijk, tenzij in de aankondiging, het bestek of de nota van inlichtingen anders is bepaald.
2. Voor elke inschrijving als bedoeld in het eerste lid kan op verzoek van de aanbesteder de inschrijving plaatsvinden middels een afzonderlijk inschrijvingsbiljet met de daarbij behorende bescheiden, die in de bus, bedoeld in artikel 25, vijfde lid, worden gedeponeerd.

Artikel 29

Gezamenlijke inschrijving

1. Indien twee of meer inschrijvers tezamen inschrijven, dient elke inschrijver te voldoen aan de bepalingen van dit landsbesluit, met inachtneming van de bepalingen van de Landsverordening inzake concurrentie , en is elk inschrijver hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van alle uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen.
2. Elke inschrijver als bedoeld in het eerste lid is verplicht op het inschrijvingsbiljet te vermelden wie hem in alle opzichten vertegenwoordigt.

Artikel 30

Variant van de inschrijver

1. De aanbesteder kan de inschrijvers toestaan varianten voor te stellen, indien het gunningscriterium van de economisch meest voordelige inschrijving wordt gehanteerd.
2. Varianten van de inschrijver zijn slechts toegestaan door de aanbesteder, wanneer de mogelijkheid hiertoe in het bestek of de nota van inlichtingen is vermeld.
3. Wanneer varianten zijn toegestaan worden in het bestek de minimumeisen vermeld waaraan de varianten moeten voldoen en de wijze waarop zij worden ingediend.
4. Een variant van de inschrijver wordt in een aparte envelop en op een afzonderlijk inschrijvingsbiljet ingediend, waarop duidelijk is aangegeven dat het inschrijvingsbiljet betrekking heeft op een variant.
5. Het inschrijvingsbiljet, bedoeld in het vierde lid, gaat vergezeld van een duidelijke omschrijving van hetgeen de variant inhoudt.
6. De inschrijver die een variant indient, is verplicht tevens in te schrijven overeenkomstig het bestek en de nota van inlichtingen.

Artikel 31

Termijn van gestanddoening

1. De inschrijver doet zijn aanbieding gestand gedurende 90 dagen na de dag van de opening van de enveloppen van de aanbesteding, tenzij in het bestek of de nota van inlichtingen een andere termijn is vastgesteld.
2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, wordt telkens met een periode van 30 dagen stilzwijgend verlengd, tenzij de inschrijver ten minste 7 dagen voor het verlopen van een periode de aanbesteder per ondertekend schrijven in kennis stelt dat hij zijn aanbieding na die periode niet langer gestand kan doen.
3. Het ondertekend schrijven, bedoeld in het tweede lid, kan ook langs elektronische weg plaatsvinden.

Artikel 32

Opening enveloppen

1. De aanbesteder of degene die namens de aanbesteder de aanbesteding houdt, opent op de dag van de aanbesteding de enveloppen met de inschrijvingsbiljetten in het openbaar op de plaats en op het tijdstip van de aanbesteding, zoals deze in de aankondiging, bedoeld in artikel 15, derde lid, onderdeel j, zijn vermeld.
2. De aanbesteder of degene die namens de aanbesteder de aanbesteding houdt, leest de namen van de inschrijvers op alsmede de in de inschrijvingsbiljetten in cijfers genoemde opdrachtsommen, voor welke zij aanbieden de opdracht aan te nemen.
3. De aanbesteder of degene die namens de aanbesteder de aanbesteding houdt, meldt de in het oog vallende onregelmatigheden in de inschrijvingsbiljetten, maar doet tijdens de opening van de enveloppen geen uitspraak over de geldigheid of ongeldigheid van de inschrijving.

Artikel 33

Proces-verbaal van opening enveloppen

1. Van het verloop van de opening van de enveloppen wordt een proces-verbaal opgemaakt overeenkomstig het model G van de bij dit landsbesluit behorende bijlage.
2. Het proces-verbaal wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 2 weken na de aanbesteding door de aanbesteder of degene die namens de aanbesteder de aanbesteding houdt, ondertekend.
3. Belanghebbenden kunnen op het in de aankondiging, bedoeld in artikel 15, derde lid, onderdeel c, genoemde adres het proces-verbaal van aanbesteding inzien of op verzoek kosteloos een afschrift hiervan verkrijgen.

Artikel 34

Ongeldigheid van de inschrijvingen

1. Inschrijvingen die niet voldoen aan de bepalingen vastgesteld in dit landsbesluit en de eisen gesteld in de aankondiging, het bestek of de nota van inlichtingen, zijn ongeldig, tenzij die inschrijvingen naar het oordeel van de aanbesteder voldoende zekerheid verschaffen omtrent de aanbieding en de persoon van de inschrijver.
2. Eveneens zijn ongeldig inschrijvingen die zijn gedaan op grond van een overeenkomst, besluit of gedragingen welke in strijd zijn met de Landsverordening inzake concurrentie.
3. Een inschrijving waaraan voorwaarden door de inschrijver zijn verbonden, is ongeldig.

Artikel 35

Wijziging van de aanbieding

Een inschrijver kan zijn aanbieding na het tijdstip van de aanbesteding niet wijzigen of aanvullen.

Artikel 36

Onderhandelingen met inschrijvers

1. Onderhandelingen met inschrijvers over fundamentele punten van de opdracht, waarvan de wijziging de mededinging kan vervalsen en met name over de prijzen, zijn niet toegestaan.
2. In afwijking van het eerste lid kunnen onderhandelingen met inschrijvers plaatsvinden, indien bij toepassing van de openbare aanbesteding uitsluitend inschrijvingen zijn gedaan die onregelmatig zijn of onaanvaardbaar zijn, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd.
3. De aanbesteder kan, indien de omstandigheid, bedoeld in het tweede lid, zich voordoet, alleen de inschrijvers betrekken die voldoen aan de door de aanbesteder gestelde eisen en criteria voor het gunnen van de opdracht.

Artikel 37

Abnormaal lage en hoge inschrijvingen

Wanneer voor een bepaalde opdracht een inschrijving wordt gedaan die in verhouding tot de te verrichten dienst, levering of werk abnormaal laag of hoog lijkt, verzoekt de aanbesteder schriftelijk om de door hem dienstig geachte preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving, alvorens hij beslist over de afwijzing van die inschrijving.

Artikel 38

Gunningscriteria

1. Onverminderd artikel 39, eerste lid, geschiedt de gunning van de opdracht aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving aan de hand van de subgunningscriteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht.
2. De subgunningscriteria kunnen variëren naar de aard van de opdracht zoals prijs, kwaliteit, gebruikskosten, rentabiliteit, termijn voor de levering of uitvoering en technische waarde.
3. De aanbesteder kan in afwijking van het eerste lid gunnen op grond van de laagste prijs. In dit geval motiveert de aanbesteder de toepassing van dit criterium in het bestek.
4. Een geschiktheidseis als bedoeld in artikel 18 mag niet gebruikt worden als gunningscriterium of subgunningscriterium.

Artikel 39

Gunningsbeslissing

1. Voor de gunning van de opdracht komen alleen inschrijvers in aanmerking die op zowel de dag van de aanbesteding als de dag van de gunning van de opdracht voldoen aan de eisen die in de aankondiging en het bestek zijn vermeld en die redelijkerwijs in staat worden geacht de opdracht vakkundig en op regelmatige wijze uit te voeren.
2. De aanbesteder neemt slechts kennis van de bescheiden die zijn gesloten in de envelop, bedoeld in artikel 27, vijfde lid.
3. Indien twee of meer inschrijvers gelijkelijk voor de gunning van de opdracht in aanmerking komen, beslist het lot aan wie de opdracht zal worden verleend.
4. De betrokken inschrijvers worden tijdig in kennis gesteld dat een loting als bedoeld in het derde lid zal plaatsvinden en waar, wanneer en door wie de loting zal worden gehouden.
5. In afwijking van artikel 38, eerste lid, en het eerste lid van dit artikel is de aanbesteder niet gehouden de opdracht te gunnen aan de daarvoor in aanmerking komende inschrijver die in strijd met de waarheid een verklaring heeft ondertekend en afgegeven.
6. De betrokken inschrijvers zijn bevoegd daarbij in persoon of bij gemachtigde bij de loting, bedoeld in het derde lid, aanwezig te zijn.

Artikel 40

Gunning van opdracht

1. Indien de aanbesteder de opdracht gunt, geschiedt het voornemen hiertoe onder opschortende voorwaarde door middel van een ondertekende gunningsbrief aan de winnende inschrijver.
2. De aanbesteder gunt de opdracht niet eerder dan 15 kalenderdagen na de dagtekening van de gunningsbrief, bedoeld in het eerste lid.
3. Indien de aanbesteder slechts een inschrijving heeft ontvangen of het gaat om opdrachten op grond van een raamovereenkomst, hoeft de termijn van 15 dagen niet in acht te worden genomen.
4. De aanvangsdatum van de opdracht is de dagtekening van de gunningsbrief bedoeld in het eerste lid, tenzij de aanbesteder in die gunningsbrief een andere datum vermeld.

Artikel 41

Kennisstelling

1. Een inschrijver, aan wie de opdracht niet is gegund, wordt gelijktijdig met de schriftelijke mededeling, bedoeld in artikel 40, eerste lid, in kennis gesteld van de redenen die ertoe hebben geleid dat de opdracht niet aan hem is gegund.
2. De kennisstelling, bedoeld in het eerste lid, bevat tevens de naam van de inschrijver aan wie de opdracht is gegund.
3. De aanbesteder neemt de opschortende termijn van 15 kalenderdagen, bedoeld in artikel 40, tweede lid, in acht.
4. Indien gedurende de opschortende termijn, bedoeld in artikel 41, derde lid, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt verzocht met betrekking tot de desbetreffende gunningsbeslissing, sluit de aanbesteder de met die beslissing beoogde overeenkomst niet eerder dan nadat de rechter dan wel het Gerecht een beslissing heeft genomen over het verzoek tot voorlopige maatregelen en de opschortende termijn is verstreken.
5. De aanbesteder kondigt aan de naam van de inschrijver aan wie de opdracht is gegund op ten minste twee verschillende dagen en telkens in minimaal twee lokale dagbladen

Artikel 42

Gronden voor het niet gunnen

1. De aanbesteder is niet verplicht de opdracht te gunnen, mits hij daarvoor goede gronden heeft. Daarvan is in ieder geval sprake:
a. indien alle inschrijvers, van wie de opdrachtsommen gelijk zijn aan of lager zijn dan hetgeen de aanbesteder op basis van een zorgvuldige begroting van kosten redelijkerwijs mocht verwachten, niet voldoen aan het bepaalde in artikel 39, eerste lid, of
b. indien de opdrachtsommen hoger zijn dan de aanbesteder op basis van een zorgvuldige begroting van kosten redelijkerwijs mocht verwachten.
2. Indien de aanbesteder besluit de opdracht niet te gunnen, deelt hij dit binnen 30 dagen na het besluit om niet te gunnen, schriftelijk, onder vermelding van de gronden, aan alle inschrijvers mede.

Artikel 43

Zekerheidstelling

1. Een aanbesteder mag uitsluitend van de inschrijver aan wie hij voornemens is de opdracht te doen verrichten zekerheidstelling bedingen.
2. Een aanbesteder mag van de inschrijver, bedoeld in het eerste lid, zekerheidstelling verlangen van 10% van de opdrachtsom, verminderd met de stelposten.
3. Zekerheidsstellingen dienen binnen twee weken na datum van de mededeling, bedoeld in artikel 40, eerste lid, aan de aanbesteder te worden overgelegd.
4. Zekerheidstellingen dienen te worden opgesteld door een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 .

Hoofdstuk 3

Aanbesteding met voorafgaande selectie

Artikel 44

Omschrijving

Een aanbesteding met voorafgaande selectie is een aanbesteding die algemeen wordt aangekondigd, waarbij een ieder zich als gegadigde kan aanmelden, en waarvoor ten minste drie doch niet meer dan het maximaal aantal aangegeven gegadigden tot inschrijving kunnen worden uitgenodigd.

Artikel 45

Aankondiging

1. De aanbesteder kondigt het voornemen aan om een opdracht met voorafgaande selectie aan te besteden, middels een uitnodiging aan de gegadigden. De aankondiging vindt op ten minste twee verschillende dagen plaats en telkens in minimaal twee lokale dagbladen.
2. Bij de aankondiging, bedoeld in het eerste lid, vermeldt de aanbesteder dat een ieder zich schriftelijk kan aanmelden om voor een uitnodiging tot inschrijving in aanmerking te kunnen komen, middels het formulier, dat is ingericht overeenkomstig het model H van de bij dit landsbesluit behorende bijlage.
3. De aankondiging, bedoeld in het eerste lid, kan ook langs elektronische weg plaatsvinden.
4. De aankondiging, bedoeld in het eerste lid, vermeldt ten minste:
a. dat de aanbesteding een aanbesteding met voorafgaande selectie is;
b. het van toepassing zijn van dit landsbesluit;
c. de naam en het adres van de aanbesteder, alsmede de besteknaam en het besteknummer;
d. een korte omschrijving van de opdracht waaruit o.a. aard, omvang, algemene kenmerken en plaats van uitvoering van de opdracht blijken alsmede, indien de opdracht in percelen is verdeeld, de grootte van de percelen en het al of niet kunnen inschrijven voor elk perceel afzonderlijk, het aantal samengevoegde percelen of het totaal van de percelen;
e. alle maatschappelijke en geschiktheidseisen waaraan gegadigden moeten voldoen alsmede de gegevens die bij de aanmelding, bedoeld in het tweede lid, moeten worden overgelegd om voor een uitnodiging tot inschrijving in aanmerking te kunnen komen;
f. de termijn waarbinnen de aanmelding, bedoeld in het tweede lid dient te geschieden;
g. de plaats van aanmelding;
h. de uiterste datum waarop door of namens de aanbesteder de uitnodigingen tot inschrijving zullen worden verzonden;
i. het maximale aantal gegadigden waaraan een uitnodiging tot inschrijving zal worden verzonden;
j. de wijze waarop de keuze tot uitnodiging wordt bepaald, en;
k. in voorkomend geval, de uitvoeringstermijnen van de opdracht.
5. De termijn, bedoeld in het vierde lid, onderdeel f, is ten minste 14 dagen of, in spoedeisende gevallen, ten minste 7 dagen, na de dag van de aankondiging, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 46

De voorafgaande selectie

Voor de voorafgaande selectie komen alleen gegadigden in aanmerking die voldoen aan de eisen die in de aankondiging zijn vermeld.

Artikel 47

Uitnodiging tot inschrijving

1. Na ontvangst van de aanmeldingen bepaalt de aanbesteder aan wie van de gegadigden een uitnodiging tot inschrijving wordt toegezonden.
2. Indien het aantal gegadigden dat voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 45, vierde lid, onderdeel e, groter is dan het aantal gegadigden, bedoeld in artikel 45, vierde lid, onderdeel i, beslist het lot wie van de gegadigden uitgenodigd zullen worden. De loting vindt plaats ten overstaan van de gegadigden die aan de eisen voldoen. Artikel 39, vierde, vijfde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
3. De uitnodiging tot inschrijving vermeldt:
a. een verwijzing naar de in artikel 45 genoemde aankondiging;
b. waar en op welke data inlichtingen worden gegeven;
c. waar en op welke data een aanwijzing ter plaatse wordt gehouden;
d. waar en op welke data het bestek eventueel tegen betaling verkrijgbaar is;
e. waar en op welke data een afschrift van de nota van inlichtingen en eventueel het proces-verbaal van aanwijzing verkrijgbaar zijn;
f. waar en op welke data de inschrijvingsbiljetten, bedoeld in artikel 27, moeten worden ingediend;
g. de plaats en het tijdstip van aanbesteding;
h. de in artikel 16, derde lid, bedoelde eisen en gegevens voor deelneming;
i. aanduiding van de stukken die zo nodig door de gegadigde ter staving van de gegevens, bedoeld in artikel 45, vierde lid, onderdeel e, of ter aanvulling op die gegevens moeten worden overgelegd, met dien verstande dat de aanbesteder de overlegging van stukken ter staving van gegevens over solvabiliteit uitsluitend kan verzoeken aan de inschrijver die ingevolge artikel 38, eerste lid, voor de opdracht in aanmerking komt;
j. de in artikel 38, tweede lid, bedoelde subgunningscriteria.
4. Artikel 39, vierde, vijfde en zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 48

Verzending uitnodigingen tot inschrijving

1. De aanbesteder verzendt gelijktijdig de uitnodigingen tot inschrijving aan de gegadigden alsook aan de niet gekozen gegadigden een met redenen omkleed bericht, dat hij niet wordt uitgenodigd.
2. De termijn tussen de dag van verzending van deze uitnodigingen en de dag van de aanbesteding bedraagt ten minste 14 dagen of, in spoedeisende gevallen, ten minste 7 dagen.

Artikel 49

Bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn

De bepalingen van hoofdstuk 1 en de artikelen 16 tot en met 43 zijn van toepassing op de aanbesteding met voorafgaande selectie, met dien verstande dat:
a. het in artikel 23, vijfde lid, genoemde afschrift van de nota van inlichtingen en, voor zover van toepassing, van het proces-verbaal van aanwijzing, door of namens de aanbesteder slechts wordt verstrekt aan een gegadigde die voor inschrijving op de opdracht is uitgenodigd;
b. de gelegenheid om kennis te nemen van details van onderdelen, alsmede van monsters als bedoeld in artikel 24 slechts aan een gegadigde die voor inschrijving op de opdracht is uitgenodigd, wordt geboden;
c. de termijn van gestanddoening, bedoeld in artikel 31, eerste lid, niet van toepassing is, indien in de uitnodiging tot inschrijving, het bestek of de nota van inlichtingen een andere termijn is gesteld;
d. de opening van de enveloppen met de inschrijvingsbiljetten, bedoeld in artikel 32, eerste lid, niet openbaar is. Alleen de inschrijvers in persoon of bij gemachtigde mogen hierbij aanwezig zijn;
e. in afwijking van artikel 33, derde lid, alleen de inschrijvers van het proces-verbaal van de opening van de enveloppen van de aanbesteding kunnen kennisnemen.

Hoofdstuk 4

Onderhandse aanbesteding

Artikel 50

Omschrijving

1. Een onderhandse aanbesteding is een procedure waarvoor een beperkt aantal aanbieders tot indiening van offertes wordt uitgenodigd.
2. De onderhandse aanbesteding onderscheidt zich in:
a. een meervoudig onderhandse aanbesteding; of
b. een enkelvoudig onderhandse aanbesteding.
3. Onder meervoudig onderhands wordt verstaan een aanbesteding als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Landsverordening financieel beheer.
4. Onder enkelvoudig onderhands wordt verstaan een aanbesteding als bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Landsverordening financieel beheer.

Artikel 51

Uitnodiging tot indiening offertes

1. De aanbesteder geeft van zijn voornemen om een opdracht aan te besteden kennis, door een schriftelijke uitnodiging tot indiening van offertes te doen.
2. De uitnodiging tot indiening van offertes omvat, voor zover van toepassing, ten minste:
a. dat de bepalingen van dit landsbesluit van toepassing zijn;
b. de naam en het adres van de aanbesteder;
c. een korte omschrijving van de opdracht, waaruit o.a. aard, omvang, algemene kenmerken en plaats van uitvoering van de opdracht blijken, alsmede, indien de opdracht in percelen is verdeeld, de grootte van de percelen en het al of niet kunnen inschrijven op elk perceel afzonderlijk, een aantal samengevoegde percelen of het totaal van de percelen;
d. de uiterlijke datum voor het indienen van de offerte;
e. alle maatschappelijke eisen en geschiktheidseisen waaraan een inschrijver op zowel de uiterlijke dag van de indiening van de offerte als de dag van de gunning van de opdracht moet voldoen, alsmede alle gegevens die worden overgelegd om in aanmerking te kunnen komen voor de opdracht;
f. de voorwaarden waaraan de garantie moet voldoen;
g. de voorwaarden waaraan de levering moet voldoen;
h. de voorwaarden waaraan de betaling moet voldoen.
3. Naast de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld aan de offerte.
4. Van deelneming aan een onderhandse aanbesteding wordt uitgesloten de aanbieder die geen domicilie heeft of heeft gekozen in Curaçao.

Artikel 52

Termijn indiening offertes

1. De aanbesteder doet de uitnodigingen tot indiening offertes, bedoeld in artikel 51, eerste lid, gelijktijdig uitgaan.
2. De offertes worden binnen een door de aanbesteder gestelde termijn en op een door de aanbesteder gestelde wijze ingediend.
3. Offertes die niet voldoen aan de gestelde termijn, bedoeld in het tweede lid, worden niet in behandeling genomen en worden ongeopend geretourneerd aan de respectieve aanbieder.

Artikel 53

Opening en beoordeling offertes

1. Indien er meerdere offertes zijn ingediend worden deze gelijktijdig geopend.
2. Bij een meervoudig onderhandse aanbesteding wordt een advies opgesteld, van de beoordeling van de offertes om tot gunning over te gaan.
3. Het advies, bedoeld in het tweede lid wordt door of namens de aanbesteder ondertekend.
4. Indien geen van de offertes voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 52, tweede lid, dienen alle aanbieders in de gelegenheid te worden gesteld om de uitgebrachte offertes bij te stellen.
5. De aanbesteder kan slechts binnen bepaalde grenzen in onderhandeling treden met de aanbieder die voor gunning in aanmerking komt, indien de opdrachtsom van de offerte van die aanbieder hoger is dan hetgeen de aanbesteder op basis van een zorgvuldige begroting van kosten redelijkerwijs mocht verwachten.

Artikel 54

Gunning van de opdracht

1. Gunning van de opdracht geschiedt aan de aanbieder met de economisch meest voordelige offerte, die voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 52, tweede, en die redelijkerwijs in staat wordt geacht de opdracht vakkundig en op regelmatige wijze uit te kunnen voeren.
2. De gunning, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door middel van een ondertekende schriftelijke mededeling, vergezeld van een door de bevoegde autoriteit ondertekende bestelbon.

Artikel 55

Bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn

1. De bepalingen van hoofdstuk 1 zijn van overeenkomstige toepassing op de meervoudig onderhandse aanbesteding.
2. De aanbesteder kan bij een meervoudig onderhandse aanbesteding de bepalingen opgenomen in hoofdstuk 2 van toepassing verklaren.
3. De bepalingen van hoofdstuk 1 kunnen van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de enkelvoudig onderhandse aanbesteding.

Hoofdstuk 5

Geheimhoudings-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 56

Geheimhoudingsplicht

1. Voor die gegevens waarvan de aanbesteder, diens betrokken functionarissen of die betrokkenen die namens de aanbesteder overgaan tot het aanbesteden het vertrouwelijk karakter kennen of dit redelijkerwijs moeten vermoeden, geldt een geheimhoudingsplicht.
2. De in het eerste lid bedoelde geheimhoudingsplicht geldt niet indien reeds uit hoofde van de ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt.

Artikel 57

Overgangsbepaling

1. De bepalingen van dit landsbesluit zijn niet van toepassing op de aanbestedingsprocedures, die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit zijn aangekondigd, waarvoor een uitnodiging tot inschrijving is verzonden of een uitnodiging tot indiening van een offerte is gedaan.
2. Aanbestedingsprocedures die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit zijn aangekondigd, waarvoor een uitnodiging tot inschrijving is verzonden of een uitnodiging tot indiening van een offerte is gedaan, geschieden overeenkomstig de SAAB of het R.O.A. 1958 zoals die golden voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit.

Artikel 58

Inwerkingtreding

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Artikel 59

Citeertitel

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit aanbestedingsregels.

Naar boven