Landsbesluit in-, uit- en doorvoerverbod Venezolaans goud - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsbesluit in-, uit- en doorvoerverbod Venezolaans goud

Publicatienummer: P.B. 2019, no. 82
Categorie: Landsbesluit, houdende algemene maatregelen
Ministerie: Economische Ontwikkeling
Datum ondertekening: 18-12-2019
Datum inwerktreding: 20-12-2019
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK X Economische aangelegenheden)


LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 18de december 2019 ter uitvoering van artikel 4, eerste lid, en artikel 5 aanhef, onder a, van de Landsverordening In- en Uitvoer , houdende een in-, uit- en doorvoerverbod van goud van Venezolaanse oorsprong, herkomst of afkomst

Artikel 1

In dit landsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
doorvoer: doorvoer van goederen zoals bedoeld in artikel 144 van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908;
goud van Venezolaanse oorsprong, herkomst of afkomst: onbewerkt of halfbewerkt goud, in welke verschijningsvorm dan ook, welke gewonnen is op het grondgebied van de Bolivariaanse Republiek Venezuela of welke vanuit dat grondgebied – al dan niet rechtstreeks – naar Curaçao verscheept is, of welke anderszins afkomstig is uit de Bolivariaanse Republiek Venezuela;
minister: de Minister van Economische Ontwikkeling.

Artikel 2

  1. Het is verboden goud van Venezolaanse oorsprong, herkomst of afkomst in- of uit te voeren.
  2. De minister kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid bedoelde verbod.
  3. De minister kan tevens ontheffing verlenen voor de doorvoer van goud van Venezolaanse oorsprong, herkomst of afkomst, indien hij ontheffing heeft verleend voor de invoer daarvan.

Artikel 3 

  1. Ontheffing voor de invoer, uitvoer of doorvoer van goud van Venezolaanse oorsprong, herkomst of afkomst, wordt schriftelijk bij de minister aangevraagd.
  2. Voor de behandeling van een aanvraag tot ontheffing is een tarief verschuldigd. Dat tarief wordt bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgesteld.
  3. De aanvraag tot ontheffing bevat tenminste de volgende informatie en bescheiden:
    a. de oorsprong, herkomst of afkomst, de geschatte hoeveelheid en de hoedanigheid van het in-, uit, of door te voeren goud;
    b. het doel van de invoer, uitvoer, dan wel doorvoer van het goud;
    c. de bestemming van het uit- of door te voeren goud;
    d. de verwachte periode en daarin de verwachte frequentie van de invoer, uitvoer dan wel doorvoer van goud;
    e. een betalingsbewijs van het tarief voor de behandeling van de aanvraag.
  4. Bij ministeriële regeling met algemene werking kan de minister, handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën, bepalen dat bij de aanvraag tevens informatie verstrekt en bescheiden overgelegd worden, ten behoeve van een beoordeling conform internationaal erkende ‘due diligence’-richtlijnen voor een verantwoorde goudketen.
  5. De aanvrager is desgevraagd verplicht alle nadere informatie en bescheiden, die relevant kunnen zijn voor de behandeling van de aanvraag en waarover hij redelijkerwijs kan beschikken, te verstrekken onderscheidenlijk over te leggen.
  6. De aanvraag wordt niet in behandeling genomen zolang de volgens het derde, vierde en vijfde lid vereiste informatie en bescheiden niet of niet volledig zijn verstrekt onderscheidenlijk overgelegd.
  7. Indien het vorige lid van toepassing is, wordt de aanvraag met de daarbij verstrekte informatie en overgelegde bescheiden aan de aanvrager teruggezonden, binnen een termijn van twee weken na ontvangst van de aanvraag, onder schriftelijke mededeling van de reden waarom de aanvraag niet in behandeling is genomen.
  8. Op de dag waarop de aanvraag volledig is, vangt de beslistermijn van de minister aan. De aanvrager krijgt een schriftelijke ontvangstbevestiging met vermelding van de datum waarop de aanvraag volledig is.
  9. De beslistermijn, bedoeld in het vorige lid, bedraagt maximaal zes weken.

Artikel 4

De ontheffinghouder legt ten aanzien van ieder transport, betreffende de in-, uit- of doorvoer van goud, als onderdeel van of in aanvulling op de gebruikelijke douaneformaliteiten, in elk geval de volgende bescheiden ter beoordeling aan de douaneautoriteiten over:
a. een authentiek oorsprongcertificaat behorende tot het in-, uit- of door te voeren goud, afgegeven door de bevoegde Venezolaanse autoriteiten;
b. voor zover sprake is van een verkooptransactie, een factuur die daarop betrekking heeft;
c. zonodig andere documentatie ten aanzien van de oorsprong, herkomst of afkomst van het goud.

Artikel 5

  1. Een ontheffing heeft een duur van maximaal zes maanden.
  2. De minister kan de ontheffing op aanvraag telkens voor de duur van maximaal zes maanden verlengen. Op de verlengingsaanvraag is artikel 3 van overeenkomstige toepassing.
  3. Een ontheffing of een verlenging daarvan kan onder nadere beperkingen worden verleend en aan een ontheffing of een verlenging daarvan kunnen voorschriften worden verbonden.
  4. De in het vorige lid bedoelde beperkingen en voorschriften evenals nadere regels ten aanzien van de in artikel 3 beschreven aanvraagprocedure voor een ontheffing of verlenging daarvan, worden door de minister, handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën, bij ministeriële regeling met algemene werking vastgesteld.
  5. In de Landscourant en op de website van de Douane Curaçao wordt een ontheffingenbeleid bekendgemaakt.

Artikel 7

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de datum van bekendmaking, met dien verstande dat artikel 2, tweede en derde lid, alsmede de artikelen 3, 4 en 5 in werking treden met ingang van een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

Artikel 8

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit in-, uit- en doorvoerverbod Venezolaans goud.

Naar boven