Landsverordening beperking tabaksgebruik - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsverordening beperking tabaksgebruik

Publicatienummer: P.B. 2024, no. 17 (Geconsolideerde Tekst)
Categorie: Landsverordening Geconsolideerde Tekst
Ministerie: Gezondheid, Milieu & Natuur
Datum ondertekening: 09-01-2024
Datum inwerktreding: 31-05-1996
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK VII Openbare gezondheid )


LANDSBESLUIT van de 9de januari 2024, no. 24/058, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening beperking tabaksgebruik

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
31-05-1996 n.v.t. n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2024, no. 17 n.v.t.

Artikel 1

In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. tabaksproducten : sigaren, sigaretten en kerftabak, geheel of gedeeltelijk bestaande uit bestanddelen van de plant Nicotiana;
b. kerftabak : shag, pijp-, pruim- en sniftabak;
c. publiek toegankelijke ruimten : elke ruimte waar het algemeen publiek, of delen daarvan, doorgaans toegang tot heeft, al dan niet tegen betaling, ongeacht of het betreft een ruimte van publieke of private eigendom;
d. ruimte : elk gebied, kamer of pand bedekt met een dak of soortgelijke structuur of welke is afgesloten door middel van een of meer muren of zijwanden ongeacht het type materiaal dat gebruikt is voor de dakstructuur, muren of zijwanden en ongeacht of de structuur permanent is of tijdelijk;
e. muur : elke structuur of onderdeel, hetzij vast of mobiel, dat een luchtstroming tegenhoudt of aanzienlijk belemmert;
f. werkruimte : elke ruimte gebruikt door een persoon of personen tijdens werkdienst, hetzij zelfwerkzaam of anderzijds, ongeacht of daar betaling, financieel of anderzijds, voor wordt ontvangen;
g. openbaar vervoer : voer- en vaartuigen voor het verzorgen van publieke diensten of elk ander voer- of vaartuig voor het transporteren van personen tegen betaling of anders;
h. de minister : Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur.

Artikel 2

1. Het is eenieder verboden tabaksproducten te roken in publiek toegankelijke ruimten, werkruimten en in openbaar vervoer. Dit verbod is eveneens van toepassing op terreinen behorende bij faciliteiten als bedoeld in het tweede lid, onderdelen d en h.
2. Het rookverbod, bedoeld in het eerste lid, is in ieder geval van toepassing op de volgende publiek toegankelijke ruimten, werkruimten en het openbaar vervoer:
a. openbare en particuliere werkruimten, kantoren en kantoorgebouwen;
b. overheidsterreinen, waaronder alle overheidsgebouwen en kantoren die gebruikt worden voor het uitvoeren van werkzaamheden of activiteiten, direct of indirect, in verband met het functioneren van de overheid;
c. cafés, discotheken, cafetaria, clubs, kroegen, bars, lounges en restaurants en alle overige ruimten die deel uitmaken of functioneren in samenhang of verband met de faciliteit;
d. gebouwen en ruimten van onderwijsinstelling van alle niveaus en kinderopvanginstellingen;
e. bejaardentehuizen en dagverblijven en gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten en alle overige ruimten die deel uitmaken van of functioneren in samenhang of verband met de hiervoor bedoelde faciliteiten;
f. bedrijfsterreinen, waaronder alle openbare en particuliere faciliteiten die gebruikt worden voor enig type industriële- of commerciële activiteit of dienstverlening;
g. fabrieken, opslagruimten en magazijnen;
h. gezondheidsinstellingen, gezondheidszorg faciliteiten, klinieken, verpleeghuizen en ziekenhuizen;
i. hotels, motels, pensions en alle overige accommodatiefaciliteiten;
j. openbare transportterminals, waaronder luchthavens;
k. vliegtuigen, helikopters, bussen, taxi’s, boten en alle overige middelen voor openbaar vervoer;
l. kleinhandelvestigingen waaronder winkels, markten, en shopping malls;
m. openbaar beheerde ruimten verhuurd voor evenementen;
n. bioscopen, theaters, casino’s en alle overige plaatsen die gebruikt worden voor overdekte openbare vermakelijkheden;
o. musea, bibliotheken, buurtcentra en recreatieruimten en zalen;
p. sport-, educatieve- en recreatieruimten.
3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan de minister andere ruimten aanwijzen als publiek toegankelijke ruimte, werkruimte en openbaar vervoer als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

1. Degene die de feitelijke leiding of beleidsbepalende verantwoordelijkheden heeft, op welk niveau dan ook, over het beheer van een publiek toegankelijke ruimten treft zodanige maatregelen dat deze ruimten rookvrij is.
2. Werkgevers zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat werknemers hun werkzaamheden kunnen verrichten in een rookvrije werkruimte.
3. Eigenaren en exploitanten van middelen voor openbaar vervoer zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat middelen voor openbaar vervoer rookvrij zijn.
4. Tot de maatregelen, bedoeld in de eerste tot en met derde lid, behoren in ieder geval:
a. het zorg dragen dat het rookverbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze landsverordening wordt nageleefd;
b. het plaatsen van aanduidingen met betrekking tot het rookverbod in ruimten waar het rookverbod van toepassing is, op een zodanige plaats waar de aanduiding zichtbaar is voor het publiek;
c. het zorg dragen dat er geen asbakken aanwezig zijn.

Artikel 3a

1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.
2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:
a. alle inlichtingen te vragen;
b. alle plaatsen, met uitzondering van woningen, zonder de uitdrukkelijke toestemming van bewoner, te betreden, vergezeld van de door hen aangewezen personen;
3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, verschaft met behulp van de sterke arm.
4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.
5. Eenieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 3b

Bij de uitvoering van hun taak dragen de krachtens artikel 3a, eerste lid, aangewezen personen een legitimatiebewijs bij zich, die door de minister wordt verstrekt. Zij tonen hun legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds. Het legitimatiebewijs bevat een foto van de krachtens artikel 3a, eerste lid, aangewezen personen en vermeldt in ieder geval dienst naam en hoedanigheid.

Artikel 3c

1. De minister kan bij een verwijtbare overtreding van de artikelen 2, eerste lid, en 3, eerste lid tot en met derde lid, een bestuurlijke boete opleggen van maximaal NAf 5.000,-.
2. De hoogte van de bestuurlijke boete wordt als volgt vastgesteld:
a. het bedrag van de bestuurlijke boete bedraagt NAf 500,-;
b. het bedrag van de bestuurlijke boete wordt verhoogd tot NAf 1000,- indien degene aan wie de overtreding kan worden toegerekend voor een soortgelijke overtreding eerder is beboet en nog geen twee jaar zijn verlopen sinds die eerdere bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden;
c. het bedrag van de bestuurlijke boete wordt verhoogd tot NAf 5.000,- wanneer binnen drie jaar na het onherroepelijk zijn van de bestuurlijke boete op de eerste overtreding dezelfde overtreding voor de derde keer wordt begaan.
3. De boete wordt bij een voor bezwaar vatbare beschikking opgelegd.
4. De boete wordt niet opgelegd indien de overtreder inmiddels is overleden. Een opgelegde boete vervalt indien de overtreder overlijdt, voor zover het nog niet was voldaan.

Artikel 4

(vervallen)

Artikel 5

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening beperking tabaksgebruik.

Naar boven