Publicatienummer: | P.B. 2023, no. 132 (Geconsolideerde Tekst) |
Categorie: | Landsverordening Geconsolideerde Tekst |
Ministerie: | Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning |
Datum ondertekening: | 16-10-2023 |
Datum inwerktreding: | 25-11-1955 |
Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK IX Verkeer en vervoer )
|
LANDSBESLUIT van de 16de oktober 2023, no. 23/2181, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening ter uitvoering van de artikelen 30, lid 4 en 32, lid 3 van de Schepenwet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum ingetrokken | Betreft | Vindplaats | Zittingsjaar |
25-11-1955 | n.v.t. | n.v.t. | Geconsolideerde tekst | P.B. 2023, no. 132 | n.v.t. |
De voor het hoofd van de Scheepvaartinspectie of voor de Commissie van Onderzoek, als bedoeld in artikel 26 bis van de Schepenwet, afgelegde verklaringen of gegeven berichten worden op schrift gesteld, aan de getuigen of deskundigen voorgelezen en, na het aanbrengen van gewenste veranderingen en bijvoegingen, door deze ondertekend. Indien de betrokkene niet kan ondertekenen, wordt daarvan melding gemaakt.
Indien een getuige of deskundige door ongesteldheid, ouderdom, invaliditeit of enige andere voor het hoofd of de Commissie aannemelijke reden verhinderd wordt op de aangewezen plaats te verschijnen, kan het hoofd of de Commissie, zulks noodzakelijk oordelende, aan de rechter in eerste aanleg, verzoeken hem daar ter plaatse en, naar gelang van omstandigheden, zelfs in zijn eigen woning te ondervragen.
Het proces-verbaal van niet-verschijning, door het hoofd of de Commissie, of in het geval van artikel 2 door de rechter in eerste aanleg, opgemaakt, levert behoudens tegenbewijs een volledig bewijs op van hetgeen daarin vermeld staat.
Onverminderd de vervolging wegens de eerste niet-verschijning, kan het hoofd of de Commissie een nadere dagvaarding van dezelfde getuige of deskundige bevelen en zelfs door tussenkomst van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht in eerste aanleg een bevel van medebrenging van de rechter-commisaris rekwireren, om bij de dagvaarding te worden gevoegd. Ook de voorzitter van de Commissie is bevoegd een bevel van medebrenging te verlenen.
Bij herhaalde niet-verschijning zijn de artikelen 4 en 5 van deze landsverordening mede van toepassing.
Wanneer een getuige of deskundige, hetzij op de eerste, hetzij op de nadere dagvaarding verschenen of uit kracht van het bevel van medebrenging voor het hoofd of de Commissie gebracht zijnde, weigert te antwoorden of een getuige weigert de eed (belofte) af te leggen, wordt daarvan proces-verbaal opgemaakt, hetwelk de redenen van weigering, zo die gegeven zijn, inhoudt. Dit proces-verbaal bezit de bewijskracht in artikel 5 omschreven.
Het hoofd of de Commissie stelt dit proces-verbaal, zulks nodig oordelende, in handen van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht in eerste aanleg.
Artikel 252, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.
Wanneer het hoofd of de Commissie van Onderzoek het nodig acht buiten het grondgebied van Curaçao verblijf houdende personen als getuigen of deskundigen te horen, kan het hoofd of de Commissie van de vragen, waarop antwoord verlangd wordt, in geschrifte mededeling doen aan de Gouverneur, die de beantwoording daarvan bevordert.
Het proces-verbaal van gehouden getuigenverhoor bezit de bewijskracht in artikel 5 omschreven.
Bij verzuim van overlegging aan het hoofd of aan de Commissie, binnen de gestelde termijn, van de bescheiden genoemd in artikel 32, lid 1 van de Schepenwet, wordt daarvan een proces-verbaal opgemaakt waarmee gehandeld wordt als bepaald in artikel 9 en dat de bewijskracht bezit in artikel 5 omschreven.
(vervallen)