Landsverordening Winkelsluiting - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Landsverordening Winkelsluiting

Publicatienummer: P.B. 2023, no. 17
Categorie: Landsverordening Geconsolideerde Tekst
Ministerie: Economische Ontwikkeling
Datum ondertekening: 13-02-2023
Datum inwerktreding: Nog niet bekend
Geregistreerd in:
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK XI Arbeid)


LANDSBESLUIT van de 13de februari 2023, no. 23/198, houdende vaststelling van de geconsolideerde van de Landsverordening Winkelsluiting

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
n.v.t. n.v.t. n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2023, no. 17 (GT) n.v.t.

Artikel 1

  1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde wordt onder ,,winkel’’ verstaan een besloten ruimte, waar of van waaruit waren in het klein, anders dan uitsluitend door middel van verkoopautomaten, aan het publiek plegen te worden verkocht.
  2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen kan worden bepaald, dat voor de toepassing van deze landsverordening onder ,,winkel” mede wordt verstaan een andere ruimte, waar een bij dat landsbesluit aan te wijzen bedrijf ten aanzien van het publiek wordt uitgeoefend.

Artikel 2

Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:
a. op zondagen en op bij of krachtens de Arbeidsregeling 2000 , vastgestelde feestdagen vóór 08.00 uur en na 20.00 uur;
b. op andere dagen vóór 06.00 uur en na 24.00 uur.

Artikel 3

Het in het voorgaande artikel vervatte verbod geldt niet voor:
a. openbare apotheken voor zover het de verkoop van genees-, heel- en verbandmiddelen betreft;
b. koffiehuizen, ijshuizen, bierhuizen, restaurants, tapperijen en slijterijen deze laatsten voor zover zij zich beperken tot de verkoop van sterke drank;
c. logementen en hotels;
d. winkels gevestigd in hotels en in gebouwen, behorende tot een luchthaven;
e. winkels voor zover de verkoop betreft van
1. rouwkleding en begrafenisbenodigdheden;
2. brandstof en smeermiddelen voor motoren en onderdelen voor motoren en voertuigen;
3. brood, verse melk en producten van verse melk;
f. detailhandelszaken gevestigd in gebouwen behorende tot een pompstation.

 

Artikel 4

(vervallen)

Artikel 5

(vervallen)

Artikel 6

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen kan voor een bepaalde groep van winkels gehele of gedeeltelijke ontheffing worden verleend van het in artikel 2 vervatte verbod dan wel kunnen sluitingstijden worden vastgesteld, welke afwijken van het bepaalde in artikel 2.

Artikel 7

  1. De Minister van Economische Ontwikkeling, kan tijdelijk gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2 of krachtens artikel 6.
  2. De ontheffing kan betreffen een bepaalde winkel of bepaalde winkels dan wel een bepaalde groep van winkels.
  3. Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.
  4. (vervallen)

Artikel 8

  1. Het is verboden gedurende de tijd, dat de winkel ingevolge het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde voor het publiek gesloten moet zijn in die winkel of van die winkel uit waren aan het publiek te koop aan te bieden te verkopen of af te leveren.
  2. Het bepaalde in het voorgaande lid is niet van toepassing tot ten hoogste een half uur na het voor die winkel geldende sluitingsuur met betrekking tot het op dat sluitingsuur in de winkel nog aanwezige publiek.

Artikel 9

Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel of anders dan in de uitoefening van markthandel of straathandel waren aan het publiek te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren gedurende de tijd, dat de winkels, waarin dergelijke waren aan het publiek plegen te worden verkocht ter plaatse voor het publiek gesloten moeten zijn.

Artikel 10

  1. Overtreding van het bepaalde in artikelen 2, 4, 5, 8 en 9 en krachtens artikel 6 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
  2. Overtreding van een voorwaarde verbonden aan een ingevolge artikel 7, lid 1 verleende ontheffing wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
  3. De in de leden 1 en 2 strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 11

  1. Indien een in deze landsverordening strafbaar gesteld feit wordt begaan door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, enige andere vereniging van personen of een doelvermogen, wordt de strafvervolging ingesteld en worden de straffen uitgesproken
    – hetzij tegen die rechtspersoon, die vennootschap, die vereniging of dat doelvermogen,
    – hetzij tegen hen, die tot het feit opdracht hebben gegeven of die feitelijk leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten,
    – hetzij tegen beiden.
  2. Een in deze landsverordening strafbaar gesteld feit wordt onder meer begaan door of vanwege een rechts¬persoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, indien het begaan wordt door personen, die, hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking, hetzij uit anderen hoofde handelen in de sfeer van de rechtspersoon, de vennootschap, de vereniging of het doelvermogen, ongeacht of deze personen ieder afzonderlijk het strafbare feit hebben begaan dan wel bij hen gezamenlijk de elementen van dat feit aanwezig zijn.
  3. Indien een strafvervolging wordt ingesteld tegen een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen, wordt deze tijdens de vervolging vertegenwoordigd door de bestuurder en, indien er meer bestuurders zijn, door één van deze. De vertegenwoordiger kan bij gemachtigde verschijnen. De rechter kan de persoonlijke verschijning van een bepaalde bestuurder bevelen; hij kan alsdan zijn medebrenging gelasten.
  4. Voor wat betreft in deze landsverordening strafbaar gestelde feiten worden rechtspersonen voor de toepassing van artikel 20 van het Wetboek van Strafvordering geacht te wonen, waar zij gevestigd zijn.
  5. Indien een strafvervolging wordt ingesteld tegen een rechtspersoon, een vennootschap, een vereniging van personen of een doelvermogen geschieden de in het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven betekeningen, dagvaardingen, oproepingen, kennisgevingen of andere mededelingen, aan de persoon of de woonplaats van de bestuurder en, indien er meer bestuurders zijn, van één van deze of op de plaats waar het bestuur zitting of kantoor houdt, behoudens, indien het een dagvaarding betreft, overeenkomstige toepassing van artikel 130, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 12

  1. De bij artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen zijn belast met het opsporen van de feiten strafbaar gesteld in deze landsverordening. Bij landsbesluit kunnen ook andere personen worden aangewezen.
  2. De in het voorgaande lid bedoelde personen hebben toegang tot alle plaatsen waar redelijkerwijs vermoed kan worden dat een bij deze landsverordening straf¬baar gesteld feit wordt gepleegd.
    Wordt hun die toegang geweigerd dan verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm. Is de plaats tevens een woning of alleen door een woning toegankelijk dan treden zij tegen de wil van de bewoner niet binnen dan op algemene of bijzondere last van de officier van justitie, dan wel in tegenwoordigheid van die ambtenaar. Van dit binnentreden wordt door hen een proces-verbaal opgemaakt; degene, in wiens woning is binnengetreden, ontvangt binnen tweemaal vierentwintig uur een afschrift van het proces-verbaal.

Artikel 13

  1. Deze landsverordening, kan worden aangehaald als: “Landsverordening Winkelsluiting”.
  2. (vervallen)
Naar boven