Lig- en huurgeldenverordening Curaçao - Informashon tokante Gobièrnu di Kòrsou

Wet- en Regelgeving

Lig- en huurgeldenverordening Curaçao

Publicatienummer: P.B. 2023, no. 19 (Geconsolideerde Tekst)
Categorie: Landsverordening Geconsolideerde Tekst
Ministerie: Financiën
Datum ondertekening: 13-02-2023
Datum inwerktreding: 01-07-1964
Geregistreerd in:
Klapper Afkondigingsblad ( HOOFDSTUK IX Verkeer en vervoer )


LANDSBESLUIT van de 13de februari 2023, no. 23/197, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Lig- en huurgeldenverordening Curaçao

Datum inwerkingtreding Terugwerkende kracht tot en met Datum ingetrokken Betreft Vindplaats Zittingsjaar
01-07-1964 n.v.t. n.v.t. Geconsolideerde tekst P.B. 2023, no. 19 n.v.t.

Artikel 1

In deze landsverordening wordt verstaan onder:

haven: de havens, baaien en reden van het Land Curaçao;

ton: een bruto inhoudsmaat van 2.83 m3;

stoom- en/of
motorschepen: vaartuigen, welke uitsluitend of hoofdzakelijk door machines voortbewogen worden;

zeilschepen: vaartuigen, welke als zodanig getuigd, uitsluitend of hoofdzakelijk door zeilen voortbewogen worden;

lichters: vaartuigen, welke al of niet mechanisch worden voortbewogen en uitsluitend of hoofdzakelijk zijn bestemd voor vervoer van goederen in de haven;

drijvende
werktuigen: vaartuigen, geen lichters zijnde, welke zonder eigen beweegkracht over het water gesleept worden;

staatsvaartuigen: vaartuigen, gebezigd in uitsluitend militaire-, douane-, politie-, diplomatieke- of andere officiële diensten.

Artikel 2

Voor het liggen en meren aan de kaden, pieren, meerstoelen en meerboeien in beheer en exploitatie bij het Land Curaçao is voor stoom- en/of motorschepen, zeilschepen, drijvende werktuigen en lichters, een liggeld verschuldigd overeenkomstig de in deze landsverordening vermelde regelen en tarieven.

Artikel 3

  1. Van de betaling voor het liggen aan de in artikel 2 bedoelde kaden en pieren zijn de navolgende vaartuigen vrijgesteld:
    a. staatsvaartuigen;
    b. vaartuigen beneden 100 ton, behalve lichters;
    c. lichters, indien zij goederen lossen in de douane-entrepots zoals verplicht gesteld door de Algemene verordening I.U. en D. 1908, alsook indien zij onverplicht langs entrepotkaden liggen tot het lossen van goederen;
    d. lichters, indien zij transito-goederen laden uit douane-entrepots of aan entrepotkaden dan wel dergelijke goederen laden of lossen, bestemd voor, respectievelijk afkomstig van, de vrije zone van het Land Curaçao;
    e. vaartuigen, uitsluitend bestemd voor het vervoer van personen binnen de haven;
    f. vaartuigen die de haven aandoen uitsluitend met het doel, om te bunkeren. Als hoedanig niet worden aangemerkt vaartuigen, die meer dan vijf passagiers voor of van de aanleghaven respectievelijk aanbrengen of medenemen en/of in totaal meer dan twee ton goederen, niet voor eigen gebruik bestemd, lossen of laden;
  2. Van de betaling voor het meren aan de meerstoelen en -boeien, bedoeld in artikel 2, zijn de navolgende vaartuigen vrijgesteld:
    a. staatsvaartuigen;
    b. vaartuigen beneden 100 ton, behalve lichters.

Artikel 4

Voor het liggen langszijde: aan de kaden en/of pieren, bedoeld in artikel 2 van deze landsverordening, is liggeld verschuldigd berekend als volgt:
a. voor zeilschepen boven 100 ton, per 24 uur of gedeelte daarvan … NAf 25,—
b. voor lichters, per 24 uur of gedeelte daarvan beneden 50 ton …. … NAf 10,—
van 50 tot en met 100 ton………………………… ……………………   . NAf 20,—
van 101 tot en met 200 ton…………………………… ………………..   . NAf 25,—
c. voor stoom- of motorschepen, lichters boven 200 ton en drijvende
werktuigen, per 24 uur of gedeelte daarvan en per ton …………         NAf 0,05 met een minimum van NAf 25,— per ligperiode.

Artikel 5

  1. Voor het meren van vaartuigen aan de meerstoelen en –boeien, bedoeld in artikel 2, is liggeld verschuldigd van NAf 0,03 per ton voor iedere 24 uur of gedeelte daarvan, met een minimum van NAf 15—.
  2. In afwijking van het tarief vermeld in het eerste lid kan de Havenmeester een reductie van ten hoogste 50% op het verschuldigde liggeld verlenen,
    a. indien het vaartuig langer dan 30 dagen aaneengesloten van genoemde voorzieningen gebruik maakt, of
    b. een scheepvaartmaatschappij regelmatig van genoemde voorzieningen gebruik maakt.

Artikel 6

De verhuur van lichters heeft plaats volgens onderstaande tarieven, per 24 uur of gedeelte daarvan:
lichters beneden 50 ton…………………………….………………..………….. NAf 50,—
lichters van 50 tot en met 100 ton …… ……………………   ……………….  NAf 75,—
lichters boven 100 ton…………………………………………………………… NAf 100,—

Artikel 7

  1. De betaling van liggeld geschiedt vóór het vertrek van het vaartuig naar zee ten kantore van de ontvanger van het Land Curaçao of aan de daartoe door of vanwege de Minister van Financiën aangewezen ambtenaren.
  2. Van elke betaling wordt onmiddellijk een ontvangstbewijs afgegeven, hetwelk op eerste aanvraag moet worden getoond aan de ambtenaren, belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 8

De betaling van huur van lichters geschiedt binnen een maand ten kantore van de ontvanger van het Land Curaçao.

Artikel 9

  1. Voor de betaling van de verschuldigde lig- en huurgelden kan zekerheid worden gesteld. De bepalingen, geldende voor het stellen van zekerheid voor de betaling van loodsgelden zijn ten deze van overeenkomstige toepassing.
  2. Geen loodsdiensten worden verleend dan nadat aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 7, lid 2, is gebleken dat aan de bepalingen van deze verordening is voldaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 10

1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als “Lig- en huurgeldenverordening Curaçao” .
2. (vervallen)

Artikel 9

  1. Voor de betaling van de verschuldigde lig- en huurgelden kan zekerheid worden gesteld. De bepalingen, geldende voor het stellen van zekerheid voor de betaling van loodsgelden zijn ten deze van overeenkomstige toepassing.
  2. Geen loodsdiensten worden verleend dan nadat aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 7, lid 2, is gebleken dat aan de bepalingen van deze verordening is voldaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 10

1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als “Lig- en huurgeldenverordening Curaçao” .
2. (vervallen)

Artikel 10

  1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als “Lig- en huurgeldenverordening Curaçao” .
  2. (vervallen)
Naar boven