Publicatienummer: | P.B. 2024, no. 6 (Geconsolideerde Tekst) |
Categorie: | Ministeriële regeling met algemene werking Geconsolideerde Tekst |
Ministerie: | Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning |
Datum ondertekening: | 20-12-2023 |
Datum inwerktreding: | 08-10-2010 |
Geregistreerd in: |
Klapper Publicatieblad ( HOOFDSTUK IX Verkeer en vervoer )
|
MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 20ste december 2023, no. 2023/031017, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Beschikking tuchtcollege voor de scheepvaart
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum ingetrokken | Betreft | Vindplaats | Zittingsjaar |
08-10-2010 | n.v.t. | n.v.t. | Geconsolideerde tekst | P.B. 2024, no. 6 | n.v.t. |
De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van het tuchtcollege voor de scheepvaart leggen voor de aanvang van hun werkzaamheden in handen van de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba de eed of de belofte af overeenkomstig het volgende formulier:
‘Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, voor het verkrijgen van mijn benoeming tot voorzitter/plaatsvervangend voorzitter/lid/ plaatsvervangend lid van het tuchtcollege voor de scheepvaart aan iemand iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven;
ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken hoegenaamd zal aannemen of ontvangen van enig persoon van wie ik weet of vermoed dat hij een zaak heeft of zal krijgen bij het tuchtcollege voor de scheepvaart;
ik zweer/beloof dat ik mij niet op enige wijze zal inlaten met partijen of hun raadslieden of gemachtigden over enige zaak die bij het tuchtcollege voor de scheepvaart aanhangig is, of waarvan ik weet of kan vermoeden dat deze bij het tuchtcollege voor de scheepvaart aanhangig zal worden gemaakt;
ik zweer/beloof dat ik geheim zal houden de gegevens waarover ik bij de uitoefening van mijn taak de beschikking krijg en waarvan ik het vertrouwelijk karakter ken of redelijkerwijs moet vermoeden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift mij tot mededeling verplicht of uit mijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit, alsmede al hetgeen in de raadkamer over aanhangige zaken is geuit;
ik zweer/beloof dat ik mijn taak in het tuchtcollege voor de scheepvaart met eerlijkheid, nauwgezetheid en onpartijdigheid, zonder aanzien van personen, zal uitoefenen en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het tuchtcollege voor de scheepvaart kan schaden.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik!’
Op………………………………heeft…………………….….……………………….……………(1) ten overstaan van de president van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (2) te……….….…….……..…..…………………
de bovenstaande eed/belofte afgelegd.
(1)
(2)
(vervallen)
(vervallen)