Vaartuigenverordening 1930
Vaartuigenverordening 1930
Publicatienummer: |
P.B. 2023, no. 20
|
Categorie: |
Landsverordening
Geconsolideerde Tekst
|
Ministerie: |
Verkeer, Vervoer & Ruimtelijke Planning |
Datum ondertekening: |
13-02-2023 |
Datum inwerktreding: |
Nog niet bekend
|
LANDSBESLUIT van de 13de februari 2023, no. 23/192, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Vaartuigenverordening 1930
Datum inwerkingtreding |
Terugwerkende kracht tot en met |
Datum ingetrokken |
Betreft |
Vindplaats |
Zittingsjaar |
n.v.t. |
n.v.t. |
n.v.t. |
Geconsolideerde tekst |
P.B. 2023, no. 20 (GT) |
n.v.t. |
Artikel 1
Onverminderd de voorschriften in bestaande wettelijke regelingen voorkomende, wordt steeds door de havenmeester, de loodsen en hulploodsen en door de politie, ieder voor zoveel betreft het gebied, waarvoor hij is aangesteld, een scherp toezicht uitgeoefend op de bewegingen van alle vaartuigen van welke aard of grootte ook, in de havens en baaien en in de territoriale wateren van Curaçao.
Artikel 2
- De eigenaar van een zeil-, motor- of vissersvaartuig, dat in Curaçao thuis hoort, is verplicht te zorgen, dat het vaartuig voorzien is van een letter en een nummer, (te weten: C. voor Curaçao;) en het nummer, waaronder het vaartuig, op aangifte door of vanwege de eigenaar, door of namens de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning is ingeschreven.
- Letter en nummer worden aan stuur- en bakboord op de boeg van het vaartuig gevoerd, en, indien het vaartuig zeilen heeft, tevens aan weerszijden van het grootzeil; letter en nummer moeten elk ten minste 3 d.m. hoog zijn en in witte kleur op donkere ondergrond of in zwarte kleur op lichte ondergrond, en aan weerszijden van het grootzeil in zwarte kleur aangebracht zijn.
Artikel 3
Onverminderd het bepaalde in het Curaçaosch Zeebrievenbesluit 1933 , zoals het sedert is gewijzigd, is de eigenaar van een vaartuig als bedoeld in artikel 2, indien het een naam voert, verplicht te zorgen, dat deze aan weerszijden van de boeg en op de achtersteven met duidelijk waarneembare letters aangebracht is.
Artikel 4
Het is verboden als Schipper met een vaartuig als bedoeld in artikel 2, van Curaçao te vertrekken, of als Schipper op te treden op een zodanig zich op zee bevindend vaartuig, tenzij ten aanzien van dat vaartuig voldaan is aan de bepalingen van artikelen 2 en 3.
Artikel 5
Volgens regelen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen, wordt door of namens de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijk Planning een register gehouden, waarin worden ingeschreven alle vaartuigen als bedoeld in artikel 2.
Artikel 6
- Het is verboden als Schipper van Curaçao te vertrekken met een – of als Schipper op te treden op een zich op zee bevindend – in Curaçao thuis behorend zeilvaartuig, ten aanzien waarvan de monstering niet verplicht is, of motor- of vissersvaartuig, tenzij aan boord daarvan aanwezig is een schriftelijke getekende vrij van zegel en kosteloos afgegeven vergunning vermeldende:
a. het registernummer en – indien het vaartuig er een voert- de naam van het vaartuig;
b. de naam van de eigenaar en die van de Schipper;
c. de sterkte en namen van de leden der bemanning;
d. de havens of baaien, welke mogen worden aangedaan;
e. en, voor wat vissersvaartuigen aangaat, de omschrijving waar gevist mag worden.
- De in het eerste lid bedoelde vergunning wordt door of namens de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning afgegeven en is voor niet langer dan zes maanden geldig.
- Een door de betrokken ambtenaar ondertekend afschrift van de vergunning blijft berusten ten burele waar zij is afgegeven.
- Het is aan vreemdelingen verboden zonder schriftelijke vergunning van de betrokken autoriteiten, in het 2de lid genoemd, zich aan boord te bevinden van de vaartuigen in het 1ste lid bedoeld.
- De vergunning kan, zonder opgaaf van redenen, door de betrokken autoriteiten worden geweigerd en/of ingetrokken.
Artikel 7
- Indien de in het voorgaand artikel bedoelde termijn verstrijkt terwijl het vaartuig zich op zee bevindt, blijft de schriftelijke vergunning van kracht tot aan het eerstvolgende binnenvaren na dien in één der havens of baaien van Curaçao.
- (vervallen)
Artikel 8
De Schipper van een vaartuig als bedoeld in artikel 6 is, verplicht de in dat artikel vermelde vergunning aan boord te hebben.
Artikel 9
De Schipper van een Curaçaos schip, ten aanzien waarvan de monstering verplichtend is, is verplicht de monsterrol aan boord te hebben.
Artikel 10
De Schipper van een vaartuig als bedoeld in artikel 143 van de “Algemeene Verordening I. U. en D. 1908”, is wanneer hij als zodanig optreedt, verplicht de daarin vermelde vergunning aan boord te hebben.
Artikel 12
Nadat door een daartoe bevoegd persoon is geconstateerd niet- nakoming van één der bepalingen van de artikelen 2 of 3, of – voor zover de eigenaar tevens schipper is- van de artikelen 6, 8, 9, 10 of 15a, vijfde lid, is de ambtenaar, door wie de in artikel 6 bedoelde vergunning is afgegeven, bevoegd die schriftelijk onder opgave van redenen in te trekken, met bepaling dat gedurende een daarbij te bepalen termijn van ten hoogste drie maanden vanaf de dag van het constateren der niet-nakoming geen nieuwe vergunning aan de betrokken eigenaar zal worden afgegeven.
Artikel 14
Het is verboden aan de vaartuigen of op de plaatsen bedoeld in de artikelen 2 of 3, andere dan in die artikelen bedoelde letters, nummers of namen aan te brengen of te hebben.
Artikel 15
Tijdens het verrichten van herstellingen of schilderwerk aan het vaartuig, is het bepaalde bij de artikelen 2 en 3 niet van toepassing.
Artikel 15a
- Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de politieambtenaren, alsmede andere daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.
- De in het eerste lid bedoelde personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:
a. alle inlichtingen te vragen;
b. inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
c. goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en deze daartoe tijdelijk mee te nemen;
d. vaartuigen, met uitzondering van de tot woning bestemde gedeelten daarvan zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;
e. vaartuigen en de lading daarvan te onderzoeken.
- Zo nodig, wordt de toegang tot een vaartuig als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.
- Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de in het eerste lid bedoelde personen.
- Een ieder is verplicht aan de in het eerste lid bedoelde personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.
Artikel 16
- Overtreding van het bij deze landsverordening bepaalde wordt, voor zover het Wetboek van Strafrecht daarin niet voorziet, gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
- De bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
Artikel 17
- Met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.
- Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren dienen te voldoen.
Artikel 17a
Bij overtreding binnen de territoriale wateren van de artikelen 2, 3, 4, 6, 8, 9 of 10, dan wel indien niet wordt voldaan aan een vordering krachtens artikel 15a, vijfde lid, zijn de in artikel 17, eerste lid, genoemde opsporingsambtenaren bevoegd het vaartuig naar de haven of baai van waar is uitgevaren, of anders naar de dichtstbijzijnde haven of baai op te brengen.
Artikel 18
- In deze landsverordening wordt verstaan:
Onder “Schipper” elk gezagvoerder van een vaartuig, of die deze vervangt;
Onder “eigenaar” ook de beheerder, en voorts ieder die krachtens zakelijk recht, bezit daaronder begrepen, beschikking over het vaartuig heeft.
- (vervallen)
Artikel 18a
Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere voorschriften worden gegeven ter uitvoering van artikel 2.
Artikel 19
- Deze verordening kan worden aangehaald als “Vaartuigenverordening 1930”.
- Zij zal in het Papiaments en in de Engelse en Spaanse taal vertaald en tegen betaling algemeen verkrijgbaar gesteld worden.